RAH Schepenbank Lummen nr. 90 bis
1731 – 1759

Gichten Loons recht buiten vrijheid

 

Bundel 1

 

1731, 19 juli. P. 1 (Deze nota werd doorstreept)
Fran. Van Swartebrouck en Henric Vannuffel, zich gedragend als mombers voor de onmondige kinderen van Jan Reynders en Anna Van Swartebroeck, hebben de eed van getrouwheid gedaan.

 

1731, 11 oktober. P. 3

Mattheus Moons van Hechtel releveert in de naam van Arnold Voets na de dood van diens ouders een perceel bos, bempt en weide in Coorssel gelegen onder Stal. 3 – 15. 1 – 3.

 

1731, 08 november. P. 6

Henric Smedt releveert een perceel land onder Coorssel in Stal gelegen.

 

1732, 21 februari. P. 10

Henric Vannuffel als momber van de kinderen van Jan Reijnders en Anna Swartebrouck releveert na de dood van Ida Reijnders, zuster van de voorschreven 4 kinderen, alle goederen die op hen verstorven zijn. 10 – 1 ½

 

1732, 21 februari. P. 10

Louijs Clercx heeft gecedeerd en opgedragen bij manier van purgement alle actie, recht en gerechtigheid die hij heeft aan een perceel land genaamd “die Lompe”, in Schuelen gelegen. Het is onlangs bij saijsijn verkregen tegen Peeter Stessens en consorten (zie rolle). Hij draagt het op tot behoef van Peeter Leeuws van Beringen voor 33 gulden Brabants eens, volgens de rekening van Clercx aan Peeter Leeuws gedaan. Hierin zijn alle rechtsonkosten begrepen die gebeurd zijn tot de conservatie van een jaarlijkse rente van 52 – 10, die eigendom is van Leeuws voorschreven. Clercx heeft het geld ontvangen, onder reserve van een jaarlijkse rente van 9 gulden, nog buiten (anterieur) de voorschreven rente van 52,5 gulden en onder reserve van het recht van Clercx van purgement van een rente van 6 gulden jaarlijks die “postereurelijck” is van die rente van 52,5 gulden van Peeter Leuws. Peeter Leeuws kwam na het opdragen van Louijs Clercx voorschreven met recht bij manier van purgement ter gichte.

 

1732, 06 maart. P. 11

Procureur Vande Biessemen, in de naam van sr. Arnold Kips als rentmeester van de anniversarien van Herck, releveert alle goederen en renten toebehorend aan dezelfde anniversarien. Tot sterfelijke gichtdrager stellen ze sr. Arnold Kips voorschreven. 3 – 15

 

1732, 20 maart. P. 17

De heer commissaris Joannes Kips heeft alle goederen en renten gereleveerd die het gasthuijs van Herck onder deze bank hebben en trekken en dat na de dood van sr. Libertus Lieffsoens, die als gichtdrager voor dat gasthuis was aangesteld. Henricus, de 8-jarige zoon van de voorschreven heer Kips, werd als nieuwe gichtdrager aangesteld.

Hij releveert eveneens in den Schelen Hoff en dezelfde zoon wordt tot gichtdrager aangesteld.

3 – 15 per keer, totaal 7 – 10.

 

1732, 20 maart. P. 18

Jan Jans den jongen van Schuelen heeft, na voorgaand relief, opgedragen tot behoef van Mattheijs Ceijssens, molder, een perceel land gelegen op het Heufkens Velt, grenzend Henric Hulshagen N. en W., Laureijs Reijnders Z., Peeter Stappers O. Voor 73 gulden Brabants Luijcx eens. Lijcoop naer landtcoop, goidts penninck 1 oord. Los en vrij met uitzondering van 1 vierdelinck evie aan Sijne Excellentie als cijns en van schattingen. 1 – 17 ½

 

1732, 20 maart. P. 18

Jan Jans heeft opgedragen tot behoef van Michiel Helven een perceel broek gelegen in Schalbrouck, genaamd “den Haes”. Dit perceel van 3 daghmael groot grenst den grooten eerdenwegh O., Jan Persoons W., Mattheus Dries erfgenamen N., Herckenrode beempt Z. Voor 56 pattacons, lijcoop naer lantcoop, goidtspenninck 1 stuiver. Los en vrij met uitzondering van 2 schellingen aan beneficij Beate Marie in Lummen, 1 oort cijns en schattingen volgens berekening. 1 – 17 1/2

 

1732, 20 maart. P. 19

Jan Jans verkoopt aan Peter Wellens een perceel land genaamd “het Verbrant” in Schalbrouck gelegen, grenzend het Verbrant W., secretaris Neven erfgenamen en Fredrici van Hasselt N., Swijsen erfgenamen en Jan Sneijers O., Laurens Vandermaesen als erfgenaam van Henric Bervoets Z. Voor 300 gulden Brabants Luijcx eens, lijcoop naer lantcoop, goidts penninck 1 stuiver. Los en vrij zonder enige uitgaande lasten dan met schattingen. Indien iemand dit goed “wilde onderstaen” (vernaderen) dan zal hij aan Peeter Wellens het mest moeten “goet” doen dat die op het perceel gebracht heeft en het labeuren op dubbel daghuur.

 

1732, 20 maart. P. 20

Arnold Stappers in de naam van Marie Stappars, Joannes Stapparts en Dierick Wasch als man en momber van Marie Stappars junioris hebben verzocht te releveren na de dood van Ida Iven, wijlen begijn in Diest, alle goederen en renten die op hen gedevolveerd zijn of gelegateerd via testament. Het gaat om huis en hof en bijbehorende goederen gelegen in Schuelen bij Guylick. Jura 5 – 12 ½; loss. 1 – 13. Solverunt partijen – 7 – 5 ½.

 

1732, 20 maart 1732. P. 20

Jan Le Claire heeft opgedragen en getransporteerd tot behoef van Jan Van Cuijck den jongen, getrouwd met Elisabeth Swinnen, die accepteert in de naam van de kinderen van Elisabeth Swinnen en Renier Le Claire een perceel land gelegen inden grooten hof in Schuelen, omtrent een vat een half groot. Het paalt Elisabeth Swinnen O., W. en N., de straat of stege Z. Verder en half vat land op de Stap gelegen, reengenoten Jan Swinnen N., de straat O., Jan van Cosen Z., Jan Fredrix van Gestel W. Voor 35 pattacons eens, te betalen tegen half maart aanstaande van het jaar 1733; los en vrij met uitzondering van cijns aan zijne excellentie en dorpsschattingen. 100 gulden voor deze aankoop zijn gekomen van het afleggen van een rente van 100 gulden kapitaal aan Elisabeth Swinnen gedaan door Aert Tits, volgens kwijting daarover gedaan voor de schepenen van “binnen vrijheijt Lummen” welke uitgedaan was door Renier Le Claire, haar gewezen man. De overige 40 gulden komt van Jan Van Cuijcken, haar man, en zullen na de dood van Elisabeth Swinnen op rente op het goed blijven staan tegen 1 ducaton ten honderd, of afleggen. Jan Van Cuijcken werd als momber van Elisabeth Swinnen voor haar kinderen in de grond gegicht en in zijn eigen naam in de rente. 3 – 15; pontpenningen 7 – 0

 

1732, 03 april. P. 25

Mattheus Liverloo heeft verzocht te releveren in de naam van Jan Baptist Coenens, woonachtig tot “Andt werpen” (Antwerpen), na de dood van zijn ouders Henricus Coenens en Elisabeth Vande Sande, beiden zaliger, alle goederen die op hem na deze overlijdens zijn verstorven.

 

1732, 10 april. P. 27

Klein blad. Ambrosius Beckers met zijn mede-erfgenamen releveert na de dood van hun ouders Blaesteris Beckers en Maria Lemmens zaliger een bemdeke gelegen in Castel, palend O. en Z. Jan Vandebergh, W. en N. “scheren straet”. 3 – 15 ( 2 orden maeck eenen stuijver).

 

1732, 24 april. P. 29

Jan Hendricx en Brigida Henrix van Coorssel hebben verzocht te releveren voor henzelf en voor hun 2 zusters Anna en Catharina Henrix alle goederen die op hen zijn verstorven na de dood van hun ouders zaliger. Hun moeder Dingen Witters is er onlangs als vruchtgebruikster uitgestorven: een perceel land “het Winninger Velt”, grenzend ”die Schrick Heije” W., den gemeijnen aert N., Jan Put 3); een perceel broek int Oversel gelegen, grenzend “den Hoogen Bosch” Z., Jan Schoenmaeckers W., Dirick Hauben N.; een perceel broek genaamd “het Hemelrijck” grenzend Jan Hendrix W., Hen. Smedts O., die Roije Beeck N., s’heeren straet Z.; een perceel genaamd “die Kackel Hoeve” op die Schrick Heij gelegen, “den Pastoors Wijer” W., die Schrick Heij; een perceel land op die Schrick Heije gelegen, palend Hen. Van Postel N., die Schrick Hije aan de andere zijden.

 

1732, 24 april. P. 29

Jan Vanthielt heeft in de naam van de heer G. de Horion, scholtus van Curingen, gereleveerd.

 

1732, 08 mei. P. 30

Heer commissaris Kips, in de naam van en voor de E.H. Pet. Fran. Loodts pastoor van de stad Herck en als rector beneficij sancti Spriritus in de kerk van Herck, heeft verzocht te releveren een bempt in Schuelen gelegen genaamd “den Galeas Bempt” op de Herck gelegen, grenzend Phil. Vande Laer en de Herck N.(?), Jan Huveneers O., Jor Gleser(?) W. en N. De pastoor voorschreven werd aangesteld als nieuwe gichtdrager.

 

1732, 08 mei. P. 31

De heer Joannes Kips als rentmeester van de heer prelaat van Averbode heeft verzocht te releveren, omwille van langdurige “possessie ende oblatie”, van twee aparte bempden gelegen in de Zeelbempden onder Schuelen. Deze zijn afgekomen van N. Cuepers en N. Hoelen. De heer Joannes Kips werd als nieuwe sterfelijke gichtdrager voor de abdij aangesteld. Pontpenningen 10 – 09; gicht 3 – 12; ban 0 – 3; loss. – 3; boete 1 – 1; samen 14 – 19.

 

1732, 08 mei. P. 31

De E.H. Kerckhoven, als kapelaan van de heer baron Vanderheijden de Blisia, en in diens naam, bekent de naderschap van een perceel gemeen broek in Schuelen op het Ruerbroeck gelegen dat hij onlangs kocht van Peeter Wauter, scholtus van Rummen, aan Lenaert Hoelen. Hoelen komt in zijn plaats en gerechtigheid.

 

1732, 20 juni. P. 32

De E.H. Franciscus Freijsers, pastoor van Wellen, en de E.H. Michael Freijsers, volgens stipulatie hierover in handen van schepen de la Court, hebben na voorgaand relief opgedragen en gecedeerd een sille broek in Reu onder Schuelen gelegen, palend die Doncken, het altaar Sint Nicolaas in Herck. Tot behoef van de E.H. Joannes Heckens, pastoor van Schuelen voor 21 pattacons of 84 gulden Brabants eens. De “sille lants”(!) is onbelast op grondcijns en gemene dorpsschattingen na. Godspenninck 1 stuiver, lijcoop 1 gulden 5 stuivers. Relief 3 – 15; loss. 0 – 2; 2 boeten 2 – 2; pontpenningen 4 – 4; gicht 3 – 15; los. 0 – 2; samen: 14 gulden.

 

1732, 20 juni. P. 32

De E.H. F. Freijsers, pastoor van Wellen, en de E.H. M. Freijsers, volgens stipulatie hierover in handen van schepen de la Court, hebben opgedragen tot behoef van Francis Van Swartebrouck een perceel land van 3 vaten groot gelegen in Schuelen, genaamd “den Langen Hoff”. Het paalt de weduwe Peeter Stappers O., Guilliam Maris N., de heer advocaat Louijens W., die stege Z. Voor 100 gulden Brabants Luijcx eens, lijcoop 25 stuivers, goidtspenninck 1 stuiver. Het goed is belast met 6 vaten koren jaarlijks aan het gasthuis van Herck, met 10 stuivers jaarlijks aan de kerk van Schuelen en met cijns en dorpslasten. Gicht 3 – 15; loss. 0 – 1 ½; pontp. 5 – 0 -; samen: 8 – 16 –1/2

 

1732, 03 juli. P. 34

De E.H. Franciscus Freijsers, pastoor van Wellen, en de E.H. Mich. Freijsers, broers, hebben, volgens stipulatie gedaan in handen van schepen de La Court, opgedragen tot nut, oirbaer van Jaspart Vandereijcken een perceel land gelegen in Schuelen. “Het Coneijns Velt” grenst het zusterklooster van Hasselt W., de straat Z., “die Heuff” of de stege O., de stege N. Opgedragen voor 95 gulden Brabants Luijcx eens. Het is los en vrij zonder enige cijns of commer, of uitgaande lasten. Gicht 3 – 15; pontpenningen 3 – 15.

 

Bundel 3

 

1734, 18 november. P. 41

Geeraerdt Vandereijcken, inwoner van Schuelen, heeft opgedragen tot behoef van Anna Cecilia Steenaerts weduwe van wijlen heer burgemeester Cornelis Van Weddingen, present facteur sr. Kijnen die in haar naam accepteert, een rente van 11 gulden 5 stuivers Brabants Luijcx jaarlijks, binnen Hasselt jaarlijks los en vrij te betalen. Hij hypothekeert deze rente op een perceel land in Reu onder Schuelen gelegen, 3 vat zaaiens groot. Het grenst het zusterklooster van Hasselt N., s’heeren straet Z., Guill. Maris W., Aert Hermans erfgenamen O. De opdrager heeft dit goed vandaag voor deze schepenbank via vernadering verkregen van Dirick Wasch. Dit goed is niet meer belast omdat hij de rente die eraan stond, 5 gulden jaarlijks aan de erfgenamen van Jan Reijnders, vandaag heeft afgelegd. Als pand staat verder nog een ander perceel gelegen onder Reu, 1 ½ halster saijens groot genaamd “den Lumbosch”, palend de edele heer de Libotton N., Peeter Vandereijcken O., Jan Lambrechts Z., de erfgenamen van Jan Mich. Coenens W. Dit is belast met 5 gulden jaarlijks aan de weduwe van de heer burgemeester Cornelis Van Weddingen voorschreven. De nieuwe lening staat te kwijten met 250 gulden en telkens moet op 18 november de rente betaald worden. Pontp. 12 – 10; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 11 ¼; samen 14 – 18 ¾.

 

13 januari. P. 45

Los blaadje. De erentfesten heer Guilielmus Franciscus Vaets, voor zichzelf en voor zijn mede erfgenamen, heeft verzocht te releveren de volgende goederen: Schuelen, de helft van een bonder bamps gelegen in het broek, palend “den Schoepen Bampt” 1), de Laecke 2), de “Derpels Bempden” 3). En voorts generalijk.

3 – 15; loss. 0 - 10

 

1735, 10 februari. P. 50

“Borghtochte sr. J. B. Coenens gestelt ten behoeve sr. de Fraiture”.

Medeschepen Coenens stelt tot borg een perceel bempts gelegen in Schuelen op het Ruerbroeck, genaamd “t’ Kale Bemptien”, een half bonder groot, grenzend het zusterklooster van Hasselt 1), zijn eigen erf 2) en dat “pro expensis litis eventualibus et judicato solvendis” in de zaak die secretaris de Fraiture genoodzaakt is te sustineren in kwaliteit als aanlegger, geconstitueerde en gevolmachtigde van sr. Henricus, Anna en Margareta Wauters, wettige kinderen van Henric Wauters en Anna Hoelen, tegen Christoffel Hoelen gedaagde. Dit proces wordt gevoerd voor de schepenen Loons recht buiten vrijheid van Lummen. In geval van “succumbitie” kunnen hierop de kosten verhaald worden. Het pand is enkel belast met grondcijns en dorpslasten.

 

Bundel 4

 

1735, 24 maart. P. 52

Claes Luijten en Geertruijdt Bruijnincx staan tot behoef van hun crediteuren hun vruchtgebruik af van huis en hof gelegen in de Neerstraet in Schuelen, een vatr land groot. Palend Claes Luijten W., Jasper Vandereijcken O., s’heeren straet N., Jan Lambrechts Z. Voor de lasten die erop staan. Ze laten aan hun kinderen de eigendom om dit goed aan te nemen. Ze verzoeken dat konde hiervan aan de crediteurs gedaan wordt: enige alde grooten aan de pastoor van Berbrouck jaarlijks, 10 ½ stuivers aan Jan Beelen jaarlijks, aan de armen van Herck 16 stuivers jaarlijks, aan H. Wennen van Sint Truijen 7 – 10 jaarlijks, aan de pastorij van Schulen 2 alde grooten jaarlijks, aan Anna Luijten weduwe Jan Weijens 2 gulden jaarlijks, aan de heer advocaat Briers 4 gulden jaarlijks, aan Jan Lambrechts 11 – 7 jaarlijks.

 

1735, 20 mei. P. 58

Joannes Vermijlen, als gelastigde van Daniel Lenaerts van Sonhoven, releveert voor Lenaerts en zijn broers alle goederen die op hen verstorven zijn na de dood van hun ouders Daniel Lenaerts en N. Daniels. Het gaat om een perceel land genaamd “die Hoff Stadt” in Goorsselaer gelegen, palend Willem Vanrenst W., de baan O., de begijnen van Diest N., de straat Z.; een perceel broek genaamd “den Onvre”, palend Herckenroije Bempt W., den Vlootgracht Z., die stege O. 3 – 15, loss. 2 ½; totaal 3 – 17 – ½

 

1735, 20 mei. P. 58

Jaspar Vandereijcken, man en momber van Aldegonde Cartuijvels, releveert alle goederen die op hen zijn verstorven na de dood van Geerard Cartuijvels en Ida Huveneers, de ouders van de vrouw. Het gaat om huis en hof gelegen aan de Poterij, palend de straat N., Christien Cuijx Z., Ida van Veulen O., de E. heer de Libotton met “den Cremers hoff” W. Nog om een rente van 5 gulden jaarlijks op panden van Adriaen Gielkens; op panden van Hen. Paesmans 25 (!) jaarlijks en al wat hier mocht sorteren.

3 – 15; loss. 6 ¼; totaal 4 – 1 1/4

 

1735, 30 juni. P. 60

Henric Uten als man en momber van Lucia Schoenmaeckers, Geerart Schoonmaeckers, voor henzelf en voor hun respectievelijke zusters en zwagerinnen Geertruijt en Elisabeth Schoonmaeckers, hebben verzocht te releveren alle goederen die op hen verstorven zijn na de dood van Jan Schoonmaeckers en Catlijn Lekens, hun ouders zaliger. Het gaat om een rente van 800 gulden kapitaal, uit een grotere rente van 1000 gulden waarin de resterende 200 gulden eigendom zijn van de erfgenamen Mattheus Moons, staande gehypothekeerd op een bempt gelegen in den Overslagh toebehorend aan Mattheijs Jans. Hij grenst Wouter Uten O., Wouter Goven W. en Z. Verder nog een perceel bempts gelegen inden Overslagh en al wat hier verder nog mocht sorteren. Ze kwamen voor henzelf en voor hun consorten ter gichte.

3 – 15; loss. 1 – 16; 1 – 1; totaal 6 – 12

 

Bundel 5

 

1735, 06 oktober. P. 64

Jan Hoelen, uit kracht van het testament van zijn vrouw zaliger, draagt op tot behoef van zijn broer Christoffel Hoelen een perceel broek gelegen in Schuelen, genaamd het “Hogh Donxken oft Gebrande Doncken”, palend de abdij van Averbode W., de Voort Z., Toelen van Stevoort O., Louijs Clercx 4). Voor 25 pattacons. Het goed is belast met 11 ¾ stuivers aan de armen alhier, met cijns en gemene dorpslasten. Arnold Mathijs kwam in de naam van Christoffel Hoelen ter gichte. 1 – 17 ½; loss. 1 ½; totaal 1 – 19

 

1735, 06 oktober 1735. P. 64

De E.H. Cornelius Rosa, pastoor van Coorssel, releveert voor de pastorij van Coorssel: een wijerke palend s’heerenstraet Z., een hof in Coorssel, een bempdeke en de Echtersten Bempt.

 

1735, 15 december. P. 71

Adriaen Corvers van Beringen, getrouwd met Marie Wauters weduwe van Anthoen Boonen zaliger, en Jan Timmermans van Pael getrouwd met Elisabeth Wouters hebben verzocht te releveren na de dood van Jan Wauters en Marie Van Eubbel, hun ouders zaliger, een winning en annex erven in Genebosch gelegen.

3 – 15; loss. 0 – 6: totaal 4 - 1

 

1735, 15 december. P. 72

E.H. pastoor N. Vlecken van Lummen, en in die kwaliteit “superintendent momboir der geestelijke leden” met toevoeging van Christiaen Rapers, moderne H. Geestmeester, verklaren dat aan hen een rente van 6 gulden jaarlijks werd afgelegd door Jaspart Vander Eijcken. De H. Geest hief deze rente op een stuk land gelegen in Schuelen in de Neerstraet, eigendom van Jaspart. Ze hebben het kapitaal van 130 gulden ontvangen en voor “interesse naer tijts gelanck van thien maenden tot 5 gulden 5 stuivers”. Vander Eijcken kwam ter gichte.

3 – 15; loss. 0 – 6 ½

 

1736, 12 januari. P. 74

Hubertus Gobben en Aldegond Gobben hebben voor zichzelf en voor hun zusters Marie en Dimpna Gobben verzocht te releveren na de dood van hun ouders zaliger Guilliam Gobben en Marie Gijsens: huis en hof in Schulen aan de waterschans, palend de Berckebosch Stege Z., s’heeren straet N., Jan Stappers O., de kerk van Herck W.; 2 percelen broek in ’t Schulens brouck gelegen; een half bonder broek op die Laecke gelegen; een sille int Fraisebrouck; een rente van 3 gulden jaarlijks op panden van Marie Hasen erfgenamen; een rente van 15 gulden jaarlijks op panden van Lenaert Van Swartebrouck. 3 – 15; loss. 2 – 3 ½; totaal 5 – 18 ½

 

1736, 09 februari. P. 78

Ren. Athanapus de Jadin, burgemeester van Hasselt, als rentmeester van de fundatie van de E.H. canoninck Eben heeft verzocht te releveren een bempt gelegen in Schuelen op die Roten, palend zijne excellentie onze gen. heer Z., die Zeijlbempden N., die Langhe Rooten O. en al wat hier nog sorteert. De voorschreven de Jadin werd de gichtdrager voor de fundatie. 3 – 15; boete 1 – 1; loss. 0 – 2 ¾; totaal 4 – 18 ¾

 

1736, 09 februari. P. 79

Jan Hermans van Berbrouck, met laudatie van zijn aanwezige huisvrouw Cecilia Maris, draagt op een perceel land van 3 vaten saijens groot gelegen in Schulen, genaamd “het Schuermans Velt”, grenzend Mattijs Hoelen O., Jan Jans erfgenamen W., s’heeren straet Z., jonker Schroodts N. Tot behoef van Libertus Joors van Schuelen voor 36 gulden Brabants Luijckx eens, lijcoop naer landtcoop, goidtspenninck 5 oorden. Dit goed is belast met 200 gulden aan Jan Cuijpers en de opdrager moet er de intrest van betalen tot Sint Joris aanstaande. Verder geen lasten behalve 3 oord grondcijns en gemeijne dorpslasten. Bertus Jaers werd gegicht en gegoed met recht. 1 – 17 ½; pontp. 16 stuivers; loss. 0 – 1 ½; totaal 3 – 15 – 0

 

1736, 09 februari. P. 80

Guillielmus de Larosch met zijn zwagerin Convents, die zich sterk en principaal maken volgens stipulatie gedaan in handen van schepen Ceijssens, dragen op tot behoef van medeschepen Jan Renders een perceel land gelegen opt Leelen, palend Jan Gijbels, Machiel Meijen en Hen. Beckers O., Jan Vaes W. en Z., Henric Beckers N. Voor 91 gulden Brabants Luijckx. Belast met 300 gulden aan commissaris Arnold Vrerix.

 

1736, 23 februari. P. 81

Jacobus Jans van Hechtel transporteert een perceel broek gelegen in den Overslagh onder Coorssel, grenzend Wauter Goven O., die gemeijn heijde Z. en N., Wouter Uten W. Verder nog een perceel broek eveneens in den Overslagh gelegen, genaamd “het Coelemeijcken”, grenzend Peeter Leijssen O., Jan Goossens W., Catharien Fransen Z., Mattheijs Ceijssens N. Tot behoef van Anthoen Schepers voor 27 pattacons 16 stuivers (108 – 16 – Brabants Luijcx). Deze som komt van een pretentie die Antoen Schepers had tot last van Jacobus Jans of van zijn vader volgens procedure die voor deze schepenen hangende is. Bovendien zal Jan alle ongelden tot zijn last nemen die hier door oorzaak van deze pretentie gerezen zijn, mede van procureur en advocaat, voor een som van 115 gulden 11 stuivers. Makend een kapitale som samen met de 108 – 16 hiervoor van 224 gulden 7 stuivers Brabants Luijx. Jacobus Jans zal ervoor 5% jaarlijkse rente betalen of 11 – 4 Brabants. Hij bevestigt deze rente op de voorgenoemde gronden. Valdag op deze dag vanaf 1737. Hiermee vervalt de vernoemde pretentie en wordt ook het proces stopgezet. 1 – 17 ½; loss. Naer advenant die jaerelijxe rent 0 – 11 -; pontpenningen naer advenant 11 – 4 – 0. Nulla jura soluta.

 

1736, 23 februari. P. 82

Louijs Clercx met zijn huisvrouw Marie Vernijns, die instemt, dragen op tot behoef van Willem Vanmuijsen een perceel broek gelegen in Schuelen op de aude Herck, een half boender groot; nog een perceel edtwije in Schuelen in de Manestraet gelegen, grenzend Anna Jaupen N., Neven O. en Z., die Manestraet W.; nog een half bonder bos omtrent de Manestraet onder Schuelen gelegen. Tot pand voor een rente van 7 gulden 10 stuivers jaarlijks Brabants Luijxe munte. Hiervoor hebben ze uit handen van Willem Vanmuijsen van Stevoort de som van 150 gulden Brabants Luijcx ontvangen. Valdag op deze dag vanaf 1737. Solvit Louijs Clercx de pontpenningen, de hofrechten solvit Willem Vanmuijsen.

1 – 17 ½; laud. 0 – 4 -; pontp. 7 – 10 -; loss. 0 – 7 ½; samen 9 – 19 – 0

 

1736, 23 februari. P. 84

Henricus Beckers voor zichzelf en voor zijn zusters en broers;

Henricus Noops voor zichzelf en voor zijn zusters getrouwd met Henr. Van Postel en Francis Beckers en dezen voor de kinderen van Jan Beckers;

Voor Henric en Anna Vandenberghe kinderen van een moeder Beckers

Voor Henric Beerts

hebben verzocht te releveren de goederen en renten die hun via testament van E.H. Petrus Beckers zaliger zijn gelaten. Het gaat om huis en hof in Haxelaer onder Coorsel gelegen met alle annexe goederen, palend de Brouckstraet W., eigen erf Z., de erfgenamen van Peeter Beckers O. Verder een perceel land in den Langendijck, palend s’heeren straet W., die Brouckstraet Z., Jacob Beckers O. Nog een perceel broek in Hoxelaer geheten “het Gesuer”, palend eigen erf N. en O., de wed. Francis Buntiens Z., Bernard Ceijssens W.

 

1736, 08 maart. P. 85

Jan Jans van Schuelen den jongen heeft opgedragen, gecedeerd en getransporteerd tot behoef van Libertus Joors een perceel land gelegen in Schuelen aan de “panhovens”, groot omtrent anderhalf vat zaaiens, genaamd “het Pannenheijcken”, palend Elisabeth Cox W., jr. Schroots Z., de “panhovens” van Fredrici N., Quirijn van de Beeck O. Voor 20 pattacons of 80 gulden Brabants Luijcx eens. Onbelast. Goidtspenninck 5 oorden, lijcoop 3 schellingen.

1 – 17 ½; pontp. 4 – 0 -; samen 5 – 17 1/2

 

1736, 22 maart. P. 86

Henric Gijbels betaalt 25 gulden van pontpenningen van een koop van een perceel broek gelegen in Coorssel, palend Henric Reijnders en Anthoen Zues O., Geert van Herck W., die Breed.. (afgescheurd), Jan Witters in de Laeck en Mattues (afgescheurd). De koopsom van 500 gulden ver (afgescheurd) Arnoldus Schuermans tot Heusden. 1 - 17 – ½; loss. 0 – 4 -; costen? 0 – 6 -; totaal 2 – 7 –1/2

 

1736, 26 april. P. 88

E.H. Gerardus Elsen pastoor van Cleijnen Breugel releveert voor zichzelf en voor zijn consorten na het overlijden van zijn ouders Mathijs Elsen en Maria Anna Nicolay goederen in Schulen. Het betreft een perceel broek genaamd “den Wendelen Bampt”, grenzend de Laeck Z., “den Kaetsen Bempt” van jof. Neven W., hun eigen erf N. Verder een perceel gemeen broek palend die Laeck N., secretaris Timmermans W., hun eigen erf Z.

En al wat hier verder nog sorteert. Hij kwam ter gichte. 3 – 15 - ; 1 – 1 -; 0 – 1 ½; totaal 4 – 17 ½

 

Bundel 6

 

1736, 08 juni. P. 94

Jan Jans den jongen van Schuelen heeft opgedragen een huis en hof in Schuelen op t Schuermans Eijnde gelegen, grenzend de straat N. en O., Jaspar Vandereijcken nomine uxoris Z., Claes Luijten W. Tot pand voor een rente van 10 gulden Brabants Luijx. Hiervoor heeft hij 200 gulden Brabants Luijx ontvangen uit handen van Herman Vrancken van Schuelen. Valdag op datum van gichten vanaf 1737. Jan Jans kwam ter gichte in de rente van 10 gulden jaarlijks. Solvit Herman Vrancken jura.

1 – 17 ½; pontp. 10 – 0 -; loss. 10 stuivers; totaal 12 – 7 ½

 

1736, 21 juni. P. 97

Libertus Joors bekent de naderschap, van de koop die hij heeft gedaan tegen Jan Jans den Jongen, aan Elisabeth Cox. Hij kreeg zijn geld terug. 1 – 17 ½

 

1736, 05 juli. P. 97

De heer Arnoldus Joannes Briers, als momber, heeft verzocht te releveren voor Nicolaus Joannes Josephus de Libotton alle renten en goederen die op hem zijn verstorven na de dood van de edele heer N. A. de Libotton en Marie Agnes Briers, zijn ouders zaliger. Het gaat om: 15 gulden jaarlijks op panden van Peeter Neven onder Schuelen; 5 gulden op panden van sr. Pet. Boelen; 10 gulden op panden Valent. Obbers; 10 gulden op panden van Hen. Ophije; 10 gulden op panden van Jan en Cornelis Baerts; 5 gulden op panden van Jan Van Cuijck; 10 gulden op panden van Valentijn Dirix; 10 gulden op panden van Joris Gaethoffs; 5 gulden op panden van Jan Baerts; 20 gulden op panden van Bartel Swarts; 15 gulden op panden Jan Reijmen. En voorts generalijk al wat hier nog mocht sorteren. De erentfesten heer Briers q.q. werd het verzocht relief verleend. 3 – 15

 

1736, 05 juli. P. 98

Schelen Hoff

De heer Arnoldus Joannes Briers, als momber, heeft verzocht te releveren voor Nicolaus Joannes Josephus de Libotton: een bampt te Schulen genaamd “het Jans Bampt”, grenzend die Cleijn Herck O. en N., Anthoen Liefsoons uxoris nomine W., de erfgenamen Geert Jans Z.; een beempdeke gelegen bij Gulick grenzend de Kleijn Herck. Het is in hoeden gekeerd. 3 – 15; loss. 12 14 ½, totaal 20 – 4 ½

 

1736, 05 juli. P. 98

Leen

Dezelfde Briers voorschreven heeft gereleveerd q.q. 2/3 delen in de winning van Guijlick als huis met de boomgaard; de hof bij het voorschreven huis en hof gelegen, genaamd “den Kerckhoff”, met de straat eraan gelegen; een half boender land ongeveer daar ook gelegen; een bloeck van 7 halster groot tegenover het voorschreven goed gelegen, palend het goed van Guijlick rondom; een stuk land genaamd “het Guijlicker Velt” (maken 5 lenen). Een leen, een perceel broek het “Ront Bonder” genaamd; een pêrceel broek genaamd “het Lanck Bonder”; een perceel broek genaamd “het Halff Bonder”. En Nicolaus Joannes Josephus de Libotton is ertoe gekomen door sr. Kijnen op zijnen vorige eed als leenmans.

 

1736, 19 juli. P. 99

Elisabeth Jaupen weduwe Wauter Rosen, geassisteerd door haar zoon Joannes Rosen, die in dienst is bij de “Hoogm. Heeren Staeten van Hollandt onder het regiment van den generael Schavenai in de compagnie van de major Lambrechts”, hebben uit kracht en na voorgaande permissie of octrooi verleend door de heren schepenen van de stad Herck van 14 mei 1736, hierna geregistreerd (dit staat er niet), opgedragen de helft van een perceel land gelegen in Schuelen. Het land , genaamd “die Hoffstadt naer het Groot Velt” paalt s’ heeren straet O., de weduwe Gilis Meijnen W., het Groot Velt N., Henric Stappers Z. Verder de helft van een perceel land genaamd “die Braeck”, grenzend de pastoor van Schuelen N., de weduwe Gilis Meijnen met de wederhelft Z., O. Abraham de Laet, Helena Jaupen W. Deze goederen behoren haar toe uit de deling van de goederen van haar ouders. Ze draagt ze op tot behoef van Christiaen Cremerius voor 230 gulden. Het goed is belast met 3 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de wed. van Henric van Rijckel, met 2 – 10 jaarlijks aan dezelfde weduwe, met 1 capuijn cheijns aan de heer van Lummen, die niet korten aan de koopsom. Op kerstmis moet de koper deze lasten al betalen, maar hij zal ervoor de oogst van dit jaar profiteren.

De weduwe Jaupen verklaart dat dit geld gedeeltelijk zal gebruikt worden voor de afbetaling van een kapitaal van 100 gulden wisselgeld aan het begijnhof van Diest.

Christiaen Cremerius werd gegicht en gegoed met recht. 3 – 15 -; pontp. 11 – 10 -; loss. 1 – 10 -; octroye regtie 1 – 10; totaal 18 - 5

 

1736, 19 juli. P. 100

Maria Jaupen weduwe Gilis Meijnen met Anna Meynen, 26 à 27 jaar oud, die zich sterk maakt voor haar broer Jan Meijnen, in dienst van de “hooghmogende heere staeten van Hollant” regiment van generaal Schavernai in de compagnie van de heer Coronel. Jan Meijnen heeft volgens de verklaring van Jan Vestras zijn instemming betreffende deze verkoop gedaan aan hem en aan de pastoor Heckens.
Ze verkopen de helft van een perceel land genaamd “die Braeck” aan Christiaen Cremerius. Het grenst aan de heer advocaat Loijens Z., Jaspar Vandereijcken W., Elisabeth Jaupen N., Abraham de Laet O. Voor 70 gulden Brabants Luijx eens. Het geld voor Jan moet dienen om zijn aemende aan de meier te betalen. Voor het deel van Anna wordt een kapitaal van 100 gulden wisselgeld afgelegd aan het begijnhof van Diest. Het goed is onbelast. Christiaen Cremerius kwam ter gichte. 3 – 15; pontp. 3 – 10

 

Bundel 7

 

1736, 06 december. P. 109

Jan Filici als vader en momber van Lenaert Filici, door hem verwekt uit de schoot van Joanna Hansons, heeft in de naam van zijn zoon de som van 150 gulden Brabants Luijcx valuatie ontvangen. Het gaat om 125 gulden van Francis Reijnders en 25 gulden van Jan Weijens man en momber van Elisabeth Van Swartebrouck. Het gaat om de afbetaling van een kapitale som die Maria Jaers weduwe van Herman Vander Eijcken ontvangen had uit handen van Lambrecht Hanson, volgens hier gerealiseerde akte van 23 mei 1732. Daarbij werd 30 gulden ontvangen van 4 jaren verlopen “reserverende de verdere verlopen”. Francis Reijnders kwam in de kwijting ter gichte. 1 – 17 ½; 7 ½; samen 2 – 5

 

1737, 10 januari. P. 111

Jan Tielens, Jaspar Tilens, Geertruijt Tilens releveren na het overlijden van Geert Tielens x Geertruijt Stockmans, hun ouders zaliger. Huis en hof aan de kerk van Koersel (Coorsel) gelegen, grenzend de straat O. en Z., Gilis Wauters W., de Laeckbeck N.; een bempt in de Laeck gelegen, palend Joris Van Ubbel O., Jan Witters Z., s’ heeren aert W. en N.; een stuk land genaamd “den Esselen Bosch”, grenzend Jan Merckal erfgenamen O. en W., het begijnhof van Peer N., s’ heeren straet Z.; een perceel broek int Oversel gelegen, palend Jan van Hamel W., Hen. Reijnders N., de Roede Beeck Z.; een stuk land aan de Lange Vin gelegen, Jan Reijnders O., d’ erfgenamen Corst Tilens W., de straat N., die Kaeckel Hoeff Z.; een risch hoef aan het Katharinen Gat, regenoten s’ heerenstraet rondom; een hoeff op den Hoogen Bosch, Claes Wauters O., Peeter Cops W., het Hechtels Brouck N., s’ heeren aert Z. 3 – 15 - ; loss. 0 – 14 ½; totaal 4 – 9 ½

 

1737, 07 februari. P. 114

Catharien Mentens, vrouw van Paulus Lemmens van Coorsel (Koersel), releveert goederen aangestorven van Henric Lemmens x Catlijn Huveneers, overleden ouders van Paulus Lemmens voorschreven: een perceel land genaamd “den Verbranden Hoff” in Coorssel onder Stall gelegen, grenzend s’heeren straet O. en Z., W. en N. Nog een huis en hof onder Stall gelegen, O. en Z. de straat, Jan Put W., Thomas van Arendonck N. Dit is gekocht van Jesper Mertens voor 340 gulden Brabants Luijx. Nota den 4 april 1737 de pontpenningen betaald en gicht.

4 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. ?.

Cond. 0 – 2 -; boet 1 – 1 -; relief 3 – 15 -; loss. 0 – 3 ½; totaal 5 – 1 1/2

 

1737, 07 maart. P. 116

Jan Joors van Schuelen, volgens stipulatie in handen van schepen Wintmolders, heeft “bij maniere van retract” opgedragen tot behoef van Jan Lambrechts, als vader en momber van zijn kinderen verwekt met zijn huisvrouw Marie Janssens zaliger, een half bonder broek, uit een groter geheel van 3 sillen, gelegen onder Schuelen omtrent “die Guijlicker Bempden”. Het grenst de Heeren van Guijlick, de weduwe van secretaris Hermans van Herck, Dirick van Quathoven en de Groote Herck. Joors heeft dit goed onlangs gekocht van Jan Jans den jonghen via akte hier gepasseerd op 3 februari 1736. De koopsom van 102 gulden heeft Jan Joors ontvangen in specio van 12 ducaten en voor de rest in goed gevalueerd zilveren geld. Jan Lambrechts q. q. kwam bij manier van approximatie ter gichte.

 

Bundel 8

 

1741, 09 juni. P. 126

Jan Gobben van Schuelen kwijt de panden van Jespart Vander Eijcken van een rente van 3 gulden 12 stuivers Brabants Luijx jaarlijks. Kapitaal en verlopen werden terugbetaald. 1 – 17 ½; loss. 0 – 3 ½; totaal 2 – 1 – 0

 

1741, 09 juni. P. 126

Jan Bruijnincx man en momber van Barbara Iven releveert, zowel voor zichzelf als voor Peeter Iven, na het overlijden van Mattheus Swartebroux. Het betreft een sille broek opt Ruer Broeck , palend de pastoor van Schuelen N., de heer baron van Laiye (Loye) Z. en W., de heer advocaat Loijens O.; een rente van 4 gulden 10 stuivers uit een grotere rente van 9 gulden jaarlijks staande geaffecteerd op panden van Jan Van Schoonbeeck: huis en hof in Schuelen gelegen. En al wat hier nog mocht ressorteren. 3 – 15 -; loss. 0 – 6; totaal 4 – 1

 

1741, 22 juni. P. 128

Joannes Meijnen en Anna Meijnen, verheffen land in Schuelen in de Manestraet gelegen, genaamd “die Hoffstadt”, Arnold Vrancken W., het Groot Velt toebehorend aan dezelfde Vrancken N., de straat Z. en O. Aangestorven van hun ouders zaliger Gielis Meijnen x Marie Jaupen.

3 – 15 - ; loss. 1 – 1 ½; totaal 4 – 16 ½

 

1741, 09 juni. P. 128

Jan Maris, die zich sterk maakt voor zijn afwezige broer Henric Maris, draagt op huis en hof in Schuelen op het Wauwen Eijnde, groot omtrent 7 sillen, scholtus Neven erfgenamen nu jof. Hermans O., de straat N., den Panis Hoff Z., Wauter Vande voort W.; een bonder land genaamd “den Boetens Hoff”, jof. Creten Z., Balthus Lambrechts O., sr. Joannes Stellingwerff junior W., s’heerenstraet N. Tot behoef van de heer drossardt Vandendweije als rentmeester van “Sijnder Excellentie”. Deze had het goed geevinceerd tot het saijsijn inbegrepen (zie roll boeck), wegens achterstallige betaling van 6 gulden jaarlijks die de graaf op dit goed trok en van de openstaande koeienkeur (koije cuer) na het overlijden van Marie Claes weduwe Francis Maris. Maris draagt het op aan facteur Gillis, die accepteert in de naam van drossaard Vandendweije q. q. en die werd erin gegicht met recht.

 

1741, 22 september. P. 132

Schepen Wintmolders releveert in de naam van de H. Geest van de stad Herck alle goederen en renten die de H. Geest onder deze jurisdictie bezit, na de dood van Cornelis Cuepers, laatste sterfelijke gichtdrager. Tot nieuwe sterfelijke gichtdrager wordt sr. Egidius Boelen gesteld. 3 – 15; boet 1 – 1; loss. 1 – 3 ½; totaal 5 – 19 ½

 

1741, 22 september. P. 132

Schepen Wintmolders releveert in de naam van secretaris Arn. Kips als rentmeester van de heer commandeur van Bernissem de goederen en renten die de commanderije onder deze jurisdictie bezit en dit na de dood van sr Libertus Liefsoens, laatste sterfelijke gichtdrager. Tot nieuwe sterfelijke gichtdrager wordt secretaris Arn. Kips gesteld.

Jura . 3 – 15; boete 1 – 1; loss. 0 – 1; totaal 4 – 17

 

1741, 22 september. P. 132

E.H. Joannes Heckens, pastoor van Schuelen, en Lenard Van Swartenbrouck, kerkmeester van Schulen, releveren de goederen en renten die toebehoorden aan de kerk van Schuelen. Lenard Van Swartenbrouck wordt nieuwe gichtdrager van de kerk van Schulen. De vorige gichtdrager, Libertus Joors, is overleden. Jura . 3 – 15; boete 1 – 1; loss. 0 – 8; - 0 – 2; totaal 5 – 06

 

1741, 01 december. P. 133

Jan Stappers, Renier Stappers en Dirick Wasch nomine uxoris Marie Stappers releveren na overlijden van hun moije Marie Stappers de helft van een hofbempt gelegen in Rue onder Schuelen. De wederhelft ervan komt hun reeds toe uit hoofde van hun ouders zaliger. Palend de stege O., de straat en Peeter Vandereijcken Z., de edele heer de Libotton W., Marie Stappers erfgenamen O.

Ze releveren bovendien na de dood van Marie Stappers zaliger “de Mieer”, nu “het Groot Block” genaamd, in Schuelen gelegen omtrent die Guijlick. Grenzend Jan Stappers W., het Guijlicker Velt Z., Mattijs Joors O., joncker de Heusch N. Belast met 1 capuijn. Nog een rente van 7 gulden 10 stuivers jaarlijks aan panden Jan Lambreghts onder Schuelen. Gemaakt aan Renier Stapparts en Dirick Wasch nomine uxoris. En generaal alles wat hier nog mocht sorteren dat door Marie Stapparts in tocht is bezeten geweest. 3 – 15; 1 – 17 ½; loss. – 7 ½; 1 – 13; totaal 7 – 10 - 0

1741, 01 december. P. 134

Renier Stappers releveert de rente van 8 gulden jaarlijks die door Marie Stapparts gemaakt is aan Reniers kinderen, die bepand staat op Jaspart Vander Eijcken nomine uxoris N. Cartuijvels. 3 – 15; - 8; totaal 4 – 3

 

1741, 14 december. P. 136

Peeter Hobbanx, als gelastigde, heeft gereleveerd voor jof. Marie Oda Dierna weduwe Vuegen van Maestright na de dood van jof. Judigh Dierna, begijntje: een perceel broek onder Schuelen, genaamd “die Langh Roten”. Dit grenst de Cool Kerck 1), s’heeren Roten en de fondatie vande canoninck Eben 2), Roelants van Hasselt “uijt den Wan” 3), Peeter Vande Laer erfgenamen 4). Nog een rente van 20 gulden jaarlijks op panden van Jan Hobbancx onder Schuelen.

1 – 17 ½; loss. – 3 -; 1 – 0 -; totaal 3 – 0 ½

 

1741, 14 december. P. 137

Voor meier en schepenen van Lummen ten Loonschen recht als laeten in Scheelenhoff, verscheen Paulus Wintmolders, onze medeschepen en secretaris van de stad Herck. Als geconstitueerde van de “Heeren Regeerders der geestelijcke leden van voorschreven stadt” heeft hij verzocht te ontvangen gicht en goedenisse van een stuk land van 2 bonderen groot, gelegen in Schuelen op den Belick. Het land grenst de edele heer van Meldert of zijn representanten 1), de erfgenamen van Joannes Kips 2), het klooster van Herckenrode 3) en “die plantereije van St. Joris tot Schuelen” 4). Op 16 november laatstleden is het verkocht door de laatste bezitter Joannes Hanson tot conservatie van 16 halsters koren jaarlijkse pacht die de H. Geest van Herck op dit goed trok. Verleend en is in hoeden van wet gekeerd. Jura 3 – 15; loss. 1 – 4; totaal 5 – 0

Aan de ommezijde vinden we de voorschreven akte van 16 november, Schelenhoff.

Jan Hanson verklaarde dat zijn voorouders op 9 december 1698 een stuk land hebben verkregen gelegen op den Belick onder Schuelen, omtrent 2 bonder groot. Palend de heer van Meldert 1), Joannes Kips 2), het klooster van Herckenrode 3) en de planterije van Sint Joris 4). Gekocht van joufr. Adriana Hugo voor 5 gulden jaarlijks, boven de lasten die aan het land stonden. Deze waren: aan de armen van Schuelen en Herck met 16 halsters koren, een half vat mout en enige kleine cijns aan de graaf. Hij staat dit goed nu af tot behoef van zijn crediteuren “oft jus habentium”. De lasten tot nu toe zal hij dragen, maar hij verwerpt verdere koers ervan te betalen.

 

Bundel 9

 

1741, 19 oktober. P. 143

Leen. Voor de leenmannen van “den souverainen leenhove des landts Lummen” verscheen meier de Borman, als gelastigde van de heer baron J. N. B. van Couwenhoven en van M. T. de Lardenoij de Ville, zijn echtgenote. Na voorgaand octrooi dat ze vandaag bekomen hebben, transporteren ze tot behoef van Jan Joors een perceel land in Schulen gelegen, genaamd “die Groote oft Achterste Cuijlen”. Het is 15 vaten land en paalt mevr. Celis O. en Z., de baron opdrager W., de straat N. Verkocht voor 1510 gulden Brabants Luijx eens. Hiervan werd 800 gulden vandaag betaald en de overige 700 gulden werden reeds eerder neergeteld. Het verkocht leen is los en vrij goed, dat aan hen toegekomen is uit hoofde van haar ouders. Gemene dorpslasten wel betalen. Lijcoop een ton bier, godsgeld 1 stuiver, plakken van billetten 2 schellingen. Jan Joors kwam ter gichte “ende op sijnen voorigen eedt als leenman geworden.

6 – 0 -

 

Bundel 10

 

1742, 11 januari. P. 145

Leen. Relief van Laethof Malepeert sorterend onder Schulen en hier leenroerig “souverainen leen hove van sijne excellentie de hoogedele hooghgeboren grave Vander Marck in sijne libere baronnie van Lummen”, door scholtus Henr. Nicolaij van Herck in de naam van doctor Colen nomine uxoris Christina Colen, jofr. Marie Joseph Colen en jofr. begijn N. Colen, na het overlijden van secretaris Sebastiaen Colen van Herk-de-Stad en zijn vrouw, hun ouders beiden zaliger. Ook een leen, een dries, gelegen aan de Borgele schans in Schulen, palend de schans stege W., Guilliam Verneijns erfgenamen N., die Hase Stucken van Guill. Verneijens erfgenamen O., Geerardt Hoelen erfgenamen Z. Ze zijn er “toecomen met hande ende monde doende den selven heer comparant het homaginne”.

2 lenen. 12 - 0

 

1742, 11 januari. P. 145

Loons.

Heer Hen. Nicolaij, scholtus van de stad en jurisdictie van Herck, releveert in de naam van de heer doctor Colen nomine uxoris jofr. Christina Colen, enz., na de dood van heer secretaris Sebastiaen Colen, hun respectievelijke ouders en schoonouders. Het gaat om een perceel land genaamd “den Smaut Bempt” onder Schulen gelegen, palend Maria Anna Coenens Z., Jemani(?) cum suis W.

3 – 15 -; loss. 0 – 2 ½; totaal 3 – 17 ½

 

1742, 25 januari. P. 148

Leen. Jan Cornelis, Henric Zuekens man en momber Elisabeth Cornelis, releveren een leen: een perceel broek gelegen aan den Trimpert in Hoxelaer, grenzend “den Motdeijck” O., de beek Z., Anna Kenens N., sr. Larot en consorten W. Dit perceel is met een gracht gesepareerd. Het is hen aangekomen na de dood van Huijbrecht Cornelis en Aldegond Thijs, hun ouders en schoonouders zaliger. Ze zijn ertoe gekomen met hande ende monde en Jan Cornelis heeft de eed van trouw gedaan aan zijne excellentie.

Marge: afgekomen voormaals van Marie Huveneers en Elisabeth Cornelis.

12 – 0. Solvit 7 – 0. In de marge werd nog als datum 22 februari 1742 vermeld.

 

1742, 25 januari. P. 148

Relief na overlijden van Andries Stockmans en zijn vrouw Aldegond Slangen door Jacobus Stockmans, Jan Stockmans, Christien en Geertruijt Stockmans en Aldegond Stockmans van: 1) een perceel broek in Eversel gelegen, palend Jan Vanvoorst O., ’s heeren straet Z., Henric Vanbilsen N., Jan Henrix W.; 2) een perceel land op “ die Witterswinninge” in Koersel, palend eigen erf Z. en des heeren straet aan de andere zijden; 3) een perceel land genaamd “de Caelrat”(?), palend Jan Henrric O. en W., de straat Z. en N.; 4) huis en hof in Coorssel gelegen, palend eigen erf Z., ’s heeren aert O., W. en N. 3 – 15 -; loss. – 9 ¼; totaal 4 – 4 1/4

1742, 08 februari. P. 150

Jan Maris man en momber van Marleen Iven en Anna Quintens releveren na het overlijden van Matthijs Iven, hun halfbroer: een perceel broek op de Geneijckensche Voort gelegen. Palend O. Heer Jans O., Mattijs Wouters erfgenamen W., den Vlootgracht Z. en Servaes Wolffs Z. Dit perceel is gesepareerd met het trekken van een gracht van een stuk broek en vroeger was het één geheel van Aert Swalen. Nu is het na de dood van Jan Swalen in 2 gedeeld. De grondcijns hebben ze gelaten aan het voorste deel dat komt tot aan de Voort “waermede sijne excellentie soude gefrustreert geweest sijn als sijnde dit deel eertijts “incompetenter” in het Brabants gegicht inden anno 1731 den 11. october”.

1 – 17 -; loss. 0 – 1 -; boet 0 – 10 -; samen 4 – 6 - 0

1742, 08 februari. P. 150

Peeter Geerdts releveert in de naam van Catharina Van Durst, begijn in Andtwerpen, het deel in de winning of goederen in Laeren gelegen. Ze zijn op haar verstorven na de dood van Willem Van Durst, haar vader zaliger.

3 – 15 - ; boet 1 – 1 -; loss. 3 – 6 -; conde 0 – 2; totaal 8 - 4

 

1742, 08 maart. P. 152

Leen. Peeter Smets releveert een perceel broek gelegen in Coursel, genaamd “d’Overlandrken”. Leen. Het grenst den Hechtelschen Bempt O., de erfgenamen Marie Smets W., de beek N., Hend Stevens Z. Het is op hem gedevolveerd na de dood van Ardt Smets en Gertruijt Jacobs, zijn ouders beiden zaliger. Hij deed de eed van trouw in handen van meier de Borman “ons met confrere ende leenman”. 6 – 0

 

1742, 08 maart 1742. Los blaadje P. 153

Schelenhoff. Voor Coenens en Wintmolders, schepenen van het land Lummen, verscheen Paulus Exsbeens (Hesbeens) die voor zichzelf en voor zijn broer Nicolaes Exsbeens, zijn zusters Anne Helene, Catharina en Gertruijt Exsbeens releveert een perceel broek gelegen in de Zeelbempden onder Schuelen. Het is op hen verstorven na de dood van hun ouders Nicolaes Exsbeens en Catharina Wintmolders, beiden zaliger. Jura – 3 – 15; loss 1 stuiver; totaal 3 - 16

 

1742, 08 maart. P. 155

Jan Daniels releveert (uit kracht van het hierna geregistreerde testament van ?; maar geen registratie!) een perceel broek omtrent het Hagelsteen, een dachmael groot. Palend Aert Matthei O., Hen. Lemmens W., de erfgenamen Willem Daniels N., de beek Z. 1 – 17 -; boet 1 – 1; loss. 0 – 2 -; reg. 1 – 5; totaal 4 - 5

 

1742, 08 maart. P. 156

Jan Daniels verkoopt het voorschreven perceel broek aan Melchior Lemmens voor 35 pattacons of 140 gulden Brabants Luijx eens. Geen lasten buiten cijns en gemene dorpslasten. Lijcoop 10 stuivers, goidtspenninck 1 stuiver. 1 – 17 ½; pontp. 7 – 0; loss. 0 – 0 -; totaal 8 – 17 ½

 

1742, 01 juni. P. 159

Leen. Voor stadthelder en leenmannen van de souvereijnen leensale van de graaf Vandermarck verscheen Jan Baptist Vandewijer, die voor hem en voor zijn zusters Magriet en Marie Vandewijer en voor zijn broers Philp Van den Wijer en de E.H. Jacobus Vandewijer, pastoor in Vosselaar, releveert na het overlijden van de ouders Jan Vandewijer en Anna Tielens zaliger. Ze releveren een perceel in den Kercken Hoff in Coorsel gelegen, huis en hof, palend Jan Reijnders schepen O., Bartholomeus Geijsens W., Matthius Obbers N. Hij is ertoe “comen met hande ende monde naer onser salen recht” en doet de eed van trouw aan de graaf. 6 - 0

 

1742, 01 juni. P. 159

Loons. Jan Baptist Vandewijer, die voor hem en voor zijn zusters Magriet en Marie Vandewijer en voor zijn broers Philp Van den Wijer en de E.H. Jacobus Vandewijer, pastoor in Vosselaar, releveert na het overlijden van de ouders Jan Vandewijer en Anna Tielens zaliger: 1) een perceel land genaamd “het Wirix velt” onder Coorsel gelegen, palend Thomas Smeedts O., Catharien Bosmans Z., Henric Van Postel N., “seker straetien” W.; 2) een perceel genaamd “het Booblock” in Coorsel, Thomas Smets O., Peeter Convents W., die Savel Straet N., Jan Truijers Z.; 3) een perceel broek genaamd “’t Stuxken” ook daar gelegen, grenzend Catharien Bosmans O., Sint Annen Broeck N., Jan Beckers en Machiel Claes W.; 4) een perceel edtbroeck aan de Breedonck, de straat O., mr. Geert Kenens N., Henric van Postel W., Henric Reijnders N. Gicht 3 – 15; loss. 3 – 16; samen 7 – 11

 

1742, 14 juni. P. 161

Leen. Eerw. Lambertus Roberti releveert een rente van 3 gulden 15 stuivers jaarlijks die hem zijn aangekomen na de dood van zijn vaders zuster Catharien Roberti zaliger. Deze rente staat bepand op een deel van de Borgele schans in Schuelen, toebehorend aan Jan Bobben. Deze rente komt voort van een grotere rente van 15 gulden jaarlijks. Hij doet de gewoonlijke eed van trouw.

 

1742, 28 juni. P. 161

Matthijs Ceyssens zaliger liet uit zijn huwelijk met Catharien Vandevoort een zoon en een dochter achter: Wauter Ceijssens en Marie Ceyssens weduwe van Libertus Joors. Ze releveren de nalatenschap van hun ouders: een perceel land op het Heufkens Velt, Hulshagen W., dezelfde met Laurens Vandermaesen N., Louijs Reijnders Z.; een perceel in “d’Inseren” gelegen in Schalbrouck, genaamd “het Eussel”, Michiel Reijnders W., d’ Inseleren Straet N., Lambert Morren O., Hunric Hulshagen n.u. Christien Spuns Z.; een perceel broek in Vuerten onder Coorsel gelegen, genaamd “den Molenbempt”, die Malebeeck Z., Arnold Van Eubbel O., Peeter Geerdts N., Thomas Mentens erfgenamen W.; 2 percelen land genaamd “het Steenvelt” en “Bommers Landt” in Coorsel, Bernardt Ceijssens Z., Lenaert Scroijen N., Paulus Noops O.; een rente van 3 gulden jaarlijks op panden van Aerdt Steveneers n.u. Catharina Ceijssens onder Coursel gelegen; een perceel land in Schuelen genaamd “de Belemans Heije”, het zusterklooster van Hasselt O., den Schamperen Bosch N.; een rente van 200 gulden kapitaal aan panden van Peeter Reijnders (1737, 30 april).

3 – 15 -; loss. 4 – 3 – 2; totaal 7 – 18 – 2

(Het losse stukje p. 162 hoort bij deze akte).

 

1742, 22 november. P. 168

Medeschepen Jan Reijnders, als executeur testamentair van wijlen de Diestse begijn Dimphna Hommans, verkoopt aan Jan Claes wonend in Veurten onder Coorssel een perceel broek gelegen in Hoxelaer onder Coorsel. Mr. Geert Kenens grenst O. Verder een perceel land in Vuerten palend de straat Z., de Veltstraet W., Peeter Stevens O., de koper N. Voor 650 gulden Brabants Luijx eens. Lasten: 15 schellingen jaarlijks aan de Armen van Hasselt, cijns en dorpslasten.

Loss. 2 – 13 ½; gicht 1 – 17 ½; kersbranden 6 – 0; subtotaal 10 – 14 – 0; pontp. 32 – 10; totaal 43 – 4.

 

1742, 20 december. P. 170

Facteur van Langenaker releveert in de naam van de heer Petrus Gijsens na de dood van de heer N. Gijsens en jofr. Cox, zijn ouders zaliger, een rente van 2 gulden jaarlijks op panden van Francis Luijten onder Schulen gelegen. 3 – 15; boet 1 – 1; loss. 0 – 2; totaal 4 - 18

 

1742, 20 december. P. 173

Sr. Geerardt Maris, chirurgijn in Beringen, heeft opgedragen tot behoef van Jasper Tielens een perceel heijthoeve aan den Esselsboch onder Coorsel gelegen, genaamd “die Schomme”, palend koper Jesper Tielens W., Marie Catherien Marcal N., Marie van Postel en Peeter Zeuws O., de gemeijn straet Z. Voor 100 gulden Brabants Luijcx eens.

1 – 17 ½; 5 – 0 pontp.

 

1743, 10 januari. P. 176

Frans Rubens en Joannes Opre man en momber van Anna Marie Rubens, releveren voor henzelf en voor hun zuster Catharien Rubens alle goederen die hen zijn aangekomen na de dood van hun ouders Henrick Rubens en Marie Derwille zaliger: land en bos genaamd “het Hultercruijs” in Worpt onder Schuelen gelegen, grenzend de stege of straat N., jof. de weduwe van heer scholtis Nicolaij W., Peeter Hoijbancx O., jof. Marie Coenens wed. Ludov. Kips uit “die Pellicaen” van Herck Z. 3 – 15; loss. – 2- ;

Ze releveren eveneens een perceel hofland gelegen in Worpt, in “Schelen hoff” resorterend onder Schulen. Palend de stegen of Cleijn Straetien Z. en W., het Bruijninxvelt van de heer Pet. Roulants van Hasselt O., jof. de weduwe van scholtus Nicolaij N. 3 – 15; loss – 2-; algem. totaal 7 – 12

 

1743, 21 februari. P. 179

Machiel Claes, voor hem en voor het onmondig kind van Peeter Cops en Anna Claes(overleden), met name Peeter Cops, releveert de erfenis van Michiel Claes en Marie Naelden. Het gaat om: een perceel torfbroek onder Coorsel, Henric Bierts O., Joris Geerts N., de beek Z., de gemeen heije Z.; een perceel land in Vuerten, Z. Jan Vandeberge O. en W., de beek N.; een perceel in “den Hoogen Bosch”, Joris Geerts O., Peeter Cops Z., de Heij W., het Hechtels Broeck N.; een perceel land genaamd “het Molenstraetien”, grenzend het Molenstraaten O. en Z., Aert van Eubbel W., Paulus Noops N. 3 – 15; loss. 0 – 7 ½; totaal 4 – 2 ½

 

1743, 07 maart. P. 180

Nieuwe eed. Leen.

Magriet Donsel wed Jan Gobben heeft haar zoon Peeter Gobben als voorganger gesteld van haar lenen: 1) een perceel broek genaamd Willems Brouck, palend die Crieckels Laeck N., “de Nonnemilen” Z., “den Haubamt van Melbeeck” O., “die Cromeijcke ende Eghdeken” W.; 2) een perceel broek genaamd “Spaijebroeck”, “de Rieten” van heer advocaat Briers Z., “den Commoniebempt” van heer Roberti N., “het Spaijebroeck” van Jan Hoens O., “d’Uijtebempden” W.; 3) een perceel genaamd “t’ Rinckpaet” palend Jan Stappers Dries O., de Stappe Straet N. en W., Nijs Cuijx Rinckpadt Z.; 4) een rente van 15 gulden jaarlijks op panden van Joris Vogels in Schuelen. Peeter Gobben doet de gebruikelijke (“gewonelijcken”) eed van trouw aan zijne excellentie.

 

1743, 07 maart. P. 180

Adriaen Van Schillebeeck nomine uxoris Marie Beckers; Joseph Beckers voor zichzelf en voor zijn broers en zusters, kinderen van Jan Beckers en Anna Cuypers; de kinderen van Jesper Beckers en Gertruyt Zeuwkens: releveren na de dood van hun vader of grootvader, Jan Beckers en Elisabeth Van Hamel. Land in Koersel onder Hoxelaar, Huijbrecht Cornelis erfgenamen W., Henrick Beerts Z., de straat N. 3 – 15; Loss. 0 – 5-; totaal 4 – 0. Op 21.3.1743 verschoten 3 – 17 ½.

 

1743, 28 maart. P. 184

Peeter Vander Eijcken verkoopt aan zijn 4 kinderen verwekt uit de schoot van Agatha Weijens zaliger, na voorgaande emancipatie, de tocht van al zijn goederen sorterend in het Loons. Jan Weijens en Geert Weijens accepteren in de naam van de kinderen en als naaste bloedverwanten. Peeter behoudt enkel het administreren van de goederen, de opbrengsten mogen zijn kinderen optrekken maar ze moeten ook de schattingen, cijnsen en renten betalen. 1 – 17 ½

 

Bundel 11

 

1743, 04 april. P. 189

Leen. De heer Joannes Kips, commissaris van de stad Herck, is getrouwd geweest met joufr. Ludovica van Attendorn. Hij releveert eveneens voor joufr. Anna Proviniana van Attendorn en de heer Van Attendorn, zijn zwagerin en zwager, het Laethoff van ter Hulsen onder Gestel, gehucht van Lummen, gelegen Ze releveren eveneens een leen onder Schulen genaamd “den Grooten Voorbempt”, palend de Herck W., de straat O., sr. Peeter Aerts erfgenamen Z. Dit is voor de helft, onverdeeld, eigendom van Francis Lieffsoens en sr. Vandevenne. Releveren nog een leen gelegen aan den Balcx Wijer onder Schulen, een land, grenzend den Balx Wijer O., sr. Joris Hoff van de heer advocaat Briers N., Wilsens van Hasselt W. . Ze releveren naar aanleiding van het overlijden van Herman Van Attendorn en joufr. Aldegonde Vakers, hun ouders en schoonouders zaliger. De comparant deed de eed van trouw en kwam ter gichte.

6 – 0 -; 6 – 0 -; 6 – 0 -; samen 18 – 0

 

1743, 04 april. P. 189

Loons. De voorschreven heer Kips releveert in de naam zoals hiervoor voor de schepenen van Loons recht buiten vrijheid des land van Lummen een perceel broek in Schulen gelegen, genaamd “het Grot Roet”, palend die Groote Herck O., de wed. David Walth. Hermans Z.; een perceel land genaamd “den Bodem”, s’ heerenstraet N. met den “Waserenbempt”, Jan Hanson W. 3 – 15; loss. – 6 -

Hij releveer nog in Schelenhoff een perceel land gelegen aan de Maenestraet, genaamd “die Helle”, s’ heerenstraet O., mijnheer Heusch W. en N. 3 – 15 -; loss. 1 – 0 -; samen 8 - 16

 

1743, 04 april. P. 190

Jan Comans releveert, door sr. Beckers, een perceel bempt genaamd “den Varenbempt”, in Coorssel gelegen. Grenzend O. en N. de erfgenamen van Paulus Beckers, W. Henric Reijnders, s’ heeren straet Z. Hem aangekomen na de dood van Jan Comans en Jacobs, zijn ouders zaliger.

3 – 15 -; loss. 0 – ½; samen 3 – 15 ½

 

1743, 25 april. P. 191

Geertruijt Vandeput heeft verzocht te releveren in de naam van Jacobus Vandeput na de dood van zijn ouders Jan Vandeput en Elisabet Beeten: een rente van 12 gulden staande op het huis van Michiel Van Roeij, gelegen in Schuelen. Ze grenzen het zusterklooster W., s’ heerenstraet N., Wouter Jacobs O., Z. Jan Hermans. Jura relivij 3 – 15 -; loss. 0 – 12 – 0; samen 4 – 7. Volgens de voorschreven (identieke) doorstreepte akte is Geertrui “half moijtie” van Jacobus.

 

1743, 25 april. P. 191

Relief van Arnold Stramparts na het overlijden van zijn halfbroer Erassimus Stramparts: een perceel verdronken broek genaamd “die Plas”, grenzend de Laeck N., Z. zijn eigen erf, den Spaen Dijck W.

1 – 17 ½; loss. – 1 – 2; samen 1 – 19

 

1743, 09 mei. P. 193

Henrick Lakens (Lekens) is getrouwd geweest met Marie Schepers gewezen huisvrouw van Henrick Girits (Gerits). Hij releveert 20 gulden jaarlijks, kapitaal 500 gulden, die hij trekt op panden van Jan Claes in “de Trompette” in Coorssel onder Vuerten. 3 – 15 -; loss. 1 – 0 -; boete 1 – 1 -; samen 5 – 16 – 0

 

1743, 07 november. P. 202

Schelen hoff

Peeter Stessens van Schulen verkoopt aan Willem Vandeputt van Schuelen huis en moeshof gelegen in Schuelen op den abeel, de straat N., Jan Jans den jongen erfgenamen O. en Z., Geert Vrancken erfgenamen W. Voor 55 gulden Brabants Luijcx eens. Het goed is belast met 5 gulden jaarlijks aan Jan Gobben, met 13 ½ herberghs coren; met een keur aan sijne excellentie “sonder meer dan met des heerelijcken cheijns vanden gronde aan sijne excellentie” en met gemeijne dorpslasten. Willem Vandeputt werd erin gegicht met recht.

1 – 17 ½; pontp 2 – 15 -; loss. 0 – 8 ½; samen 5 – 1 – 0

 

1744, 30 januari. P. 206

Leen. Relief na overlijden van de ouders Matteus Van Hout en Magriet Claes door Geerart Van Haudt, Peeter Cops getrouwd met Anna Van Haut, voor henzelf en voor Catharina Van Hout. Ze releveren een leen voor de helft. De andere helft releveert Laurentius Nicolai voor zijn moeder Maria Spirinx, na de dood van Joris Spirinx.

Het leen grenst de straat N., Andries Smets senior erfgenamen W., Aert Pelsers erfgenamen O. Nicolai doet de eed van trouw voor zijn moeder en voor Catharina Van Haudt. Dit leen is onverdeeld.

6 – 0; 6 – 0

 

1744, 13 februari. P. 208

Medeschepen Reijnders bekent de naderschap aan Geert Kenens van een koop die hij gedaan heeft van de E.H. Vandewijer, pastoor van Vlasselaer. Reijnders kreeg zijn geld terug.

1 – 17 1/2

 

1744, 16 april. P. 211

Leen. Voor de leenmammen van de souveraine leenhof van zijne excellentie in het land van Lummen verscheen Christoffel Hoelen, met instemming van zijn echtgenote volgens stipulatie hierover gedaan in handen van medeschepen en secretaris Timmermans. Hij verkoopt na voorgaand verworven octrooi een perceel broek gelegen in Schulen, genaamd “die Doncken”. De andere helft van het broek hoort toe aan de edele heer baron Vanderheijden de Blisia (Loye). Het geheel paalt de Demer N., het gemeijn Ruerbroeck Z. en O., de heer baron voorschreven W. Verkocht aan de voorschreven baron, in wiens naam de E.H. Van Kercken koopt, voor 1860 gulden eens. De heer Van Kerckhoven heeft de koopsom voldaan. Het gaat om los en vrij goed, sorterend onder het leenhof voorschreven waarvoor enkel dorpslasten moeten betaald worden, de helft van 2 gulden jaarlijks aan de armen van Lummen, de helft van 2 gulden jaarlijks aan de armen of de kerk van Herck. Momenteel is het goed nog pand voor een hypotheek van 100 pattacons of 400 gulden Brabants Luijcx kapitaal. E.H. Van Kerckhoven houdt deze kapitale som nog in tot de last door de verkoper is afbetaald. De koopsom werd voldaan in 201 ducaten waaronder 10 dobbel en 6 souverainen, waarvan 1 – 10 overschieten aan de koopsom; deze werden door de koper aan de acceptant terugbetaald. De E.H. Van Kerckhoven heeft de eed als leenman gepresteerd. Lijcoop 1 gulden, goidtsgeld 5 stuivers.

In judicio werd op 30 april de voorschreven 400 gulden betaald door de E.H. aan Hoelen.

 

1744, 30 april. P. 214

Leen. Peeter Jacobs van Linckhout heeft in de naam van en als momber van Joseph Reijnders uit handen van Christoffel Hoelen de som van 400 gulden Brabants Luijcx ontvangen als afbetaling van een kapitale rente die het weeskind op de panden van Hoelen trok. Christoffel Hoelen kwam onder vorm van kwijting ter gichte.

6 – 0

 

1744, 30 april. P. 214

Loons. Simon Billetz, volgens constitutie daarover gedaan in handen van schepen Reijnders, verkoopt aan sr. Henricus Beckers, schepen Brabants Recht Buiten Vrijheid, een perceel broek genaamd “den Bosbempt”, gelegen in Coorssel (Koersel). Het grenst sheerenstraet O. en Z., de weduwe Paulus Beckers N., Jan Beckers van Sint Lambrechts Herck W. Voor 630 gulden waaraan een kapitaal van 600 gulden Brabants Luijcx, jaarlijks 24 gulden, moet korten zoals de cellebroeders van Hasselt op dit goed trekken. De gichte hiervan dateert van 18 februari 1721. De resterende 30 gulden werden betaald. Verder niet belast boven cijns en dorpsschattingen. De lasten moet de koper tot zich nemen. Lijcoop een ton bier, goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorssel. Sr. Henricus Beckers kwam ter gichte.

 

De gichte van 1721 werd bijgevoegd (P. 215) met daarbij de kwijting van de last aan Henricus Beckers.

Op 18 februari 1721 draagt Philips Billets met instemming van zijn echtgenote Anna Marie Schuermans tot behoef van de cellebroeders van Hasselt en stuk land op gelegen onder Coirssel, genaamd “den Panis Driesch”, palend Jan Didden 1), Mr. Jan Beckers 2), de straat gaande naar de kerk 3). Nog “den Bosbempt” daar gelegen, de straat daar de schans 1), die Waterstraet en Elisabeth Beckers aan de andere 2 zijden. Als pand en onderpand voor een rente van 600 gulden kapitaal, 24 gulden jaarlijks, met valdag op deze datum. De afbetaling kan gebeuren in 2 maal, met eenzelfde kapitaal. Broeder Simon Grauls kwam voor het klooster voorschreven ter gichte en hij betaalde de pontpenningen en hofrechten: 34 – 19. Dit uittreksel werd ondertekend door secretaris Guill. Neven van Lummen ten Loons recht.

Volgt hierna de kwijting ondertekend door broeder F. Otten, pater van de Alexianen in Hasselt. Beckers betaalde de som van 638 gulden 19 stuivers. Facteur Van Langenaeker wordt gemachtigd om de rente te kwijten voor de Loonse bank van Lummen. Gedateerd op 28 april 1744, in Hasselt.

 

1744, 22 juni. P. 223

Schatting van goederen op vraag van sr. Petrus de la Coix ter instantie van de schepenen van binnen vrijheid. Het gaat om de goederen die aan de la Croix toebehoren die afgekomen zijn van de heeroom en “matanten” van zijn tegenwoordige huisvrouw en om de goederen die hij via koop of ruiling heeft verkregen.

·        Een perceel genaamd “die Groote Kolffbaen”, palend de straat W., N. en Z., “het Lanckbloock” O. Opbrengst jaarlijks 10 vaten koren boven de houtwas die bij iedere kap ongeveer 2000 “mutsaert hout” oplevert. Via ruil verkregen via akte van notaris Nicolaij op 29.09.1740.

·        Een perceel broek genaamd “den Grooten Molenbempt, palend den Cannaert W. Jaarlijks 16 gulden.

·        Een perceel broek genaamd “den Cannaert”, palend de voorschreven bemt O. Verkregen door ruil via akte van notaris Nicolaij hiervoor vernoemd. Opbrengst 12 gulden jaarlijks.

·        Een perceel land “den Heghbergh”. De helft ervan bekomen via akte van ruil, zelfde akte Nicolaij. Houtwas levert bij iedere kap 1000 “mutsaert haudt”; 6 vaten koren is de jaarlijkse opbrengst.

·        Perceel land “den Keppers Hoff”, de straat aan 2 zijden. Via ruil volgens handschrift gerealiseerd binnen vrijheid op 6 juli 1730. Opbrengst boven de houtwas van 200 mutsaarden per kap nog in pacht 11 vaten koren jaarlijks.

·        Perceel genaamd “die Kercke Schomme” regenoten jof. Neven N., Mart. Schodts Z. 6 vaten koren jaarlijkse pacht boven 800 mutsaarden hout per kap.

·        Een perceel land genaamd “die Twee Schommekens”. Jaarlijkse pacht 8 vaten koren; houtopbrengst 1000 mutsaarden per kap.

·        Een perceel land genaamd “den Dooden Man” levert boven 500 mutsaarden per kap jaarlijks via pacht 5 vaten koren op.

·        Een perceel gemeen broek onder Schuelen gelegen, genaamd “het Luttiens Oor”, jaarlijks 10 gulden.

·        Een perceel broek genaamd “die Roten”, onder Schuelen gelegen, ongeveer 5 daghmael groot. Levert zonder de uitgaande lasten jaarlijks 60 gulden op.

·        Een edtwije gelegen omtrent de grote molen, palend den Molenwegh N. en Z. Jaarlijks 20 gulden.

·        3 “vierdedeelen” in een bos genaamd “den Achtersten Voetpadt Bosch”, die per kap ongeveer 4050 mutsaarden oplevert.

·        Het deel in een bos genaamd “die Thijsschomme”. Per kap 1000 mutsaarden.

·        “den Voorsten Voetpadt Bosch” levert per kap ongeveer “twee duijsent een halff” mutsaarden hout.

·        Het deel in het bos aan den Vreebosch, iedere houtkap omtrent 200 mutsaarden hout.

·        Percelen land “het Lanck Bloeck” en “de Cromblock”, die de la Croix gekocht heeft voor 400 gulden, met “haudt kap ontrent vijfftien houdt mutsaert haut”.

·        Een perceel land “die Thienvat”, palend de weduwe Henric Horions N., Joris Roelants Z. Verhuurd voor 14 vaten koren. Iedere houtkap een opbrengst van 2000 mutsaarden.

·        Huis, schuur, stallingen, moeshof met het aangelegen erf, volgens koop, met de uitgaande lasten. Uitgezonderd de bouw en de reparatie van het huis sedert de koop gedaan door de La Croix.

Deze goederen zijn als volgt belast:

o       Aan de eerw. Paters Augustijnen binnen Hasselt met 300 gulden kapitaal

o       De representanten van de heer Drossarden met 200 gulden kapitaal

o       De erfgenamen van de heer secretaris Cauwenberge met 200 gulden kapitaal

o       Jofr. M. Christ. Joris, begijn, 500 gulden kapitaal

o       De heer Mich. Servat. Janssens 500 gulden kapitaal

o       Geestelijke lasten zoals “kercke, armen, anniversarien ende beneficien” en s’heeren cijnsen.

 

1744, 09 juli. P. 228

Jan Lambrechts man en momber van Petronella Schuermans, Geerdt Maris man en momber van Anna Schuermans, voor hen en voor Mattheus Schuermans, releveren goederen in Koersel na het overlijden van Peeter Schuermans en Peeternella Jacobs. Het gaat om een perceel broek gelegen in Coorssel, Jaspar Tielens O., Jan Comans W., Jacobus Dillen Z., Joris Van Eubbel en Vaes Vaesen N.

3 – 15 -; 1 - 1 -; conde 0 – 2 -; los. – 3; samen 5 - 1

1744, 09 juli. P. 229

Sr. Gilis, in de naam van Philip Pluijmers en voor diens zusters en broers, releveert na de dood van hun ouders zaliger een perceel genaamd “die Fluijtert”, gelegen in Schuelen op die stap, grenzend Abraham de Laet O., Jan Lambreghts Z., Henric Huveneers N., de straat W.

3 – 15 -; boet 1 – 1; loss. 0 – 2; samen 4 – 18.

 

1744, 09 juli. P. 229

Sr. Gilis, in de naam van de heer Croels van Hoessel en de heer scholtris Mattijs, releveert na de dood van de E.H. Ab Hinsdael gewezen pastoor van Hoesselt een perceel gelegen in Schulen, genaamd “den Schamperen Bosch”, grenzend het zusterklooster van Hasselt O., die Moskens Heijde van Geerart Serdonx Z., die Keeskamer van Dirick Wasch W., de straat N.

4 – 18

 

1744, 08 oktober. P. 231

Matthijs Mentens, voor zichzelf en voor Mattijs Gielen man en momber van zijn zuster Elisabeth Mentens, releveert de goederen hen aangekomen na de dood van hun “moije” (tante) Carlijn Mentens, waar onlangs Jan Munters als tochtenaar is uitgestorven: een perceel broek in Coorssel gelegen, palend Peeter Mentens W., d’ Ouwbeeck N., Henric Jans O., Jan Witters Z.

 

1744, 05 november. P. 232

Leen. Omwille van approximatie (vernadering) draagt Joannes Hanson een perceel land op gelegen in Schulen op de Belick, groot vier vaten lants, palend de opdrager 1), Jan Lambrechts 2) en 3), joncker Schroots van St.Truijen 4). Hanson had dit onlangs gekocht van sr. Joannes Vandebiessemen en zijn echtgenote Elisabeth Vreven via gichte van 6 juni van dit jaar. Verkocht aan J. B. Coenens, schepen in Lummen, als bloedverwant van de echtgenote van de opdrager. Medeschepen Wintmolders is present als afgevaardigde van Coenens, die accepteert. De opdrager heeft zijn koopsom van 270 gulden in dezelfde stukken als bij zijn aankoop ontvangen. Voor 4 maanden intrest wordt 4 gulden 10 stuievers gerekend. Verder de helft van de lijcoop 6 gulden 15 stuivers, gichtgeld 6 gulden, 2 gulden voor vacatie en verlet. Sr. Wintmolders kwam in de naam van Coenens ter gichte.

 

1744, 22 oktober. Los blaadje. P. 233

Andries en Jan Munters, Michiel Claes die getrouwd is geweest met Catharina Elisabeth Munters in de naam van zijn kind Marie, releveren na de dood van Jan Munters en Marie Geerts: een perceel bos palend de erfgenamen Mattheus Moons W. en Z., de aldebeek en N. de heijde en O. s’ heeren aert; een perceel broek O. Peeter Ceijssens, W. Hendricus Beckers, Z. de aldebeek, N. de Maelbeeck. Het perceel bos geeft 2 oorden cijns, evenals het perceel broek. Dan is er nog een winning in Laeren waarvan ze niet weten hoeveel cijns ze geldt. Er werd bij genoteerd dat de dobbele chijns in Laren 16 ½ stuivers bedraagt en onder Coorssel 2 stuivers; in het totaal dus 18 ½ stuivers.

3 - 15

 

Bundel 12

 

1745, 14 januari. P. 248

Jan Stappers, als vaderlijke oom van de kinderen van Renier Stappers en Andegrina Vandelden van het 1e huwelijk, en als oom voor de kinderen van Renier Stappers in zijn tweede huwelijk met Geertruijdt Weijens releveert in hun naam een perceel land genaamd “het Bloock” dat omtrent de goederen van Guijlick in Schuelen gelegen is en grenst Matteijs Joors O., joncker Heusch N., de schommen van heer commissaris Vrerix Z., Dirick Wasch W. Nog een rente van 8 gulden jaarlijks op panden van Jaspar Vandereijcken. 3 – 15-; loss. 1 – 10 -; item 0 – 8 -; samen 5 – 13

 

1745, 28 januari. P. 250

Mattheijs Ceijssens van Coorssel verkoopt een edwije gelegen onder Coorssel, geheten “het Begijnenbroeck”. Het grenst de erfgenamen Anna Smeedts O. en W., de heide Z., Henricus Noops N. Aan Henricus Noops voor 200 gulden Brabants Luijcx. Onbelast met uitzondering van grondcijns en van gemene dorpslasten in iedere brief 7 stuivers. Goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorssel, lijcoop 5 gulden. Pontp. 10 – 0; 1 – 17 ½; loss. 0 – 2 ½; samen 11 – 19 - 0

 

1745, 25 februari. P. 251

De experten heer Petrus Tits met Nicolaes Tits releveren voor hen en voor de E.H. Stephanus Tits en voor de E.H. Joannes Tits alle goederen die hen zijn aangekomen na het overlijden van Aert Tits en Elisabeth Vrancken, hun ouders zaliger. Het gaat om een perceel broek gelegen onder Schuelen, hun part, genaamd “den Langen Bempt”, palend den Molenwegh W., den Molenbempt N., de Demer O.

 

1745, 11 maart. P. 254

Joannes Beckers van Coorssel (Koersel) verkoopt aan medeschepen Jan Rijnders een perceel land genaamd “den Berck”, gelegen in Coorsel. Voor 500 gulden Brabants Luijcx eens. Het paalt Michiel Meijen O., Joris Geerts en Jan Vandenvorst Z., Henrick Vanpostel W., Geertruijdt Beckers en Peeter Didden N. Als de verkoper zich binnen het jaar en 6 weken zou bedenken, mag hij het goed opnieuw tot zich nemen op voorwaarde dat hij de koopsom terugbetaalt. Daarna blijft Rijnders de definitieve eigenaar. Lijcoop ½ ton bier, goidtsgeld 10 stuivers. 3 schelllingen schattingen.

 

1745, 16 april. P. 265

Enkel dit: d’ erffgenaemen vande heer pastoor van Herck zaliger relieff.

 

1745, 08 juli. P. 279

Aerdt Knaep, inwoner van Coorssel, heeft ontvangen van het convent van de E. paters Augustijnen van Diest de som van 357 gulden 3 stuivers (2 stuivers ¾?) Brabants Luijckx. Hij zal er jaarlijks 12 gulden en 10 stuivers rente voor betalen (onduidelijk mits doorstreept). Pand: een perceel land van 4 vaten saijen en een perceel genaamd “het Venne”, daaraan gelegen, omtrent een daghmael. Palend s’ heeren straet O. en Z., Peeter Vande Wijer en Jan Knaep N., Peeter Meijbosch W. Onbelaste goederen. Tot onderpand zet hij nog: een perceel broek in Coorssel achter de Stalssche Schanse gelegen, omtrent een daghmael groot, palend Peeter Meijbosch O., Vincent Ceijssens W., die Maelbeeck N., Clara Vaes Z. Pontp. 17 – 17 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 12 ½; totaal 20 – 7 – 0

 

1745, 25 september. P. 285

Marie Beckers weduwe van Jaspar van Herck staat haar tocht af van een perceel land en broek genaamd “de Binnemans Hoeve” gelegen onder Coorsel aan “het Vliegers Ende”, palend de weduwe Huijbrecht van Herck O. en W., s’ heeren aerdt N., Jan Rijnders Z. Tot behoef van haar schoonzoon Nicolaes Hermans en van haar dochter Elisabeth Van Herck, echtpaar.

Vervolgens dragen Nicolaes Hermans en zijn instemmende echtgenote Elisabeth van Herck aan Matthijs Leeckens een perceel land op met de dries en heijthoeve daaraan annex gelegen op het Vliegers Ende onder Coorsel. Regenoten: de weduwe van Huybrecht Van Herck O. en W., dezelfde weduwe en scheeren aerdt N., Z. de verkopers. Belast met 2 halsters koren jaarlijks aan de armentafel van Coorsel en verder in iedere brief aan de gemijnte van Coorsel voor schattingen met 15 stuivers, heeren grondtcijns. Voor 650 gulden Brabants Luijx boven een pistoel drinkgeld. Godsgeld 5 stuivers aan de kerk van Coursel, lijcoop 10 gulden. Alle onkosten zijn voor de koper met uitzondering van de pontpenningen, die de verkoper moet betalen.

 

1745, 07 oktober. P. 280

De heer Nicolai, scholtus van de stad Herck, releveert in de naam van de heer Langenacker nomine uxoris en van Jan van Rijckel als man en momber na de dood van de heer J. B. Coenens, hun schoonvader, een perceel gelegen aan het “seker Cruijs op den Belick”, anderhalf bonder groot onder Schuelen. Palend s’ heerenstraat Z. Ooit gekocht van sr. Waltherus Ruisson. Nog een perceel broek daar gelegen op “den Huijven Bempt”, genaamd “den Bullens Bempt”; een half bonder broek gelegen opt Ruijer Broeck onder Schuelen, groot een half bonder. Op 25 november releveren ze nog anderhalf vat saijens gelegen op den Belick in Schuelen, palend sr. Petrus Hermans W., s’ heerenstraet Z., de wederhelft 3).

3 – 15 -; loss. 0 – 3 -; boet 1 – 1 -; samen 4 – 19

 

1745, 07 oktober. P. 287

De heer Henr. Nicolai voorschreven releveert voor zichzelf en voor zijn broer Nicolai na de dood van de heer Egidius Nicolaij en jofr. N. Simons, hun ouders zaliger, een perceel broek gelegen in Schulen.

 

Vervolgens releveert hij nog voor hen beiden in Schelenhof een stuk land of block te Worpt gelegen, omtrent 3 vat saijens groot. Palend de stege gaande naar Worpt 1), Henric Rubens 2), de erfgenamen Gielis Boelen of het Bruijninxvelt 3).

 

1745, 07 oktober. P. 287

E.H. Robertus Schenckels, modern pastoor van de stad Herck, releveert na de dood van de E.H. Joannes Verboonten, gewezen pastoor van Herck, een perceel genaamd “den Galeas” onder Schulen.

3 – 15 -; loss. 0 – 1 -; boet 1 – 1; samen 4 – 17

 

1745, 18 november. P. 296

Sr. Christoffel Hoelen met instemming van zijn afwezige vrouw Catharina Claeskens, die hij belooft in te brengen, verkoop een bempt genaamd “het Hoogh Donxken”, 2 sillen groot gelegen onder Schuelen op den Molenwegh, palend Hend. Hulshaegen N., de schaveije van Lowies Clex O., de heer Schroots van Sint-Truiden Z., N.N. westen. Verhuurd aan Guilliam Berten. Verkoopt aan Jeroen Grauls getrouwd met Gertruijdt Weijens voor 185 gulden Brabants Luijckx eens. Goed is belast met 11 stuivers 3 oorden aan de H. Geest van Lummen, met grondcijns aan zijne excellentie. Godtspenninck 2 orden, lijcop 2 schellingen. Pontp. 9 – 5 -; gicht 1 – 17 – 2; loss. 0 – 2 – 2. Totaal 11 – 5.

 

1745, 18 november. P. 297

Met de voorschreven beemd als pand en onderpand gaat Jeroen Graulws (Grauls) met instemming van zijn echtgenote Gertruijdt Weijens een lening aan. Ze lenen van de wezen van Reniers Stapparts uit zijn eerste huwelijk met Anderachiene Van Dellen (kinderen Arnold en Martinus Stappers), en uit zijn tweede huwelijk met zijn tweede vrouw Gertruijt Weijens (kind Joannes Stappars). Joannes Stappars, oom, handelt als momber van de kinderen. Het geld is afkomstig van een lening van 233 gulden Brabants eens die werd afgelegd door Willem Vandeput. Dit is een herbelegging van het geld.

 

Bundel 13

 

1745, 16 december. P. 310

Onduidelijke en doorstreepte nota i.v.m. het bekennen van naderschap van schepen Jan Reijnders aan Henrick Bierts van een koop die hij heeft aangegaan tegen Beckers. In handen van Jacobs. Volgende blaadje maakt dit duidelijk.

1745, 25 november. P. 312

Schepen Jan Rijnders 1) en Henric Beerts man en momber van Marie Anne Beckers 2). Schepen Reijnders had op 11 maart 1745 van wijlen Jan Beckers, gewezen zwager van de tweede comparant, via belening een perceel land verkregen, genaamd “den Bergh” in Coorssel gelegen. Voor 580 gulden Brabants Luijcx. Jan Beckers zou dit goed binnen 10 jaar weer in zijn bezit mogen nemen, volgens hun verkoopcondities, mits hij de som terugbetaalde. Nu staat Rijnders toe (16.12.1745) dat Henric Beerts, als zwager van wijlen Jan Beckers, dit goed weer aanvaardt vermits hij de som van 580 gulden terugbetaalde.

Op dit document werd een zegel aangebracht in rode lak. Er werd een brief mee verstuurd geadresseerd aan schepen en secretaris Timmermans van Lummen ten Loonsen recht buiten vrijheid.

 

1746, 27 januari. P. 314

Facteur Gillis, in de naam van de heer Wilhelmus Roelants, releveert de goederen en rente die Roelants zijn aangekomen na de dood van zijn vader de heer Peter Roelants: 25 roeden beempts gelegen in Schuelen, genaamd “die Roten”. Er staat bij dat er op 7 april 1701 genoteerd stond dat het om een bonder ging. Releveert nog een half bonder bempts genaamd “die Coerkens” gelegen in Schuelen; 50 gulden op panden van Guilliam Maris in Schuelen gelegen.

3 – 15 -; loss. 2 – 12 -; boet 1 – 1 -; samen 7 – 8

 

Bundel 14

 

1746, 21 april. P. 322

Matthijs Persoons , schoonzoon van Anna Cox weduwe Henric Horions zaliger, releveert de goederen en renten die op zijn schoonmoeder zijn verstorven na de dood van haar zoon Hubert Horions zaliger: een perceel land gelegen in Geneijcken, genaamd “het Vinneken”, palend Henric Jans O., Valentij Wauters W. en Z., Aert Put erfgenamen N.; een rente van 4 gulden jaarlijks op panden van Dries Wellens gelegen in Groelaeren. Deze panden zijn een perceel land palend Jan Straetmans O., s’heerenstraet Z., Jan Wellens W., Dingen Wellens erfgenamen N.

1 – 17 ½; boet 1 – 1 -; conde 0 – 2 -; loss. 0 – 7 -; samen 3 – 7 ½

 

1746, 21 april. P. 322

Peeter Leuws en Wouter Leuws, voor hen en voor hun zusters Marie en Catharina Leuws, releveren de goederen die op hen verstorven zijn na de dood van hun ouders Peeter Leuws en Marie Bervoets zaliger, gelegen in Schulen. Het gaat om een perceel land genaamd “die Lompe”, om een perceel broek. Deze goederen zijn geëvinceerd voor een kapitaal van 1000 gulden en worden nu gehuurd door Merten Beerten. 3 – 15 -; boet 1 – 1 -; conde 0 – 10 -; loss. 0 – 2 -; samen 5 – 8.

 

1746, 21 juni. P. 326

Lowies Clercx verkoopt aan Jan Jaers een perceel broek gelegen in Schuelen in de Manestraet, genaamd “den Gruijter”, een half bonder groot. Palend “die Conincxwijer” O., de Manestraet W., Jof. Neven erfgenamen Z., jofr. Barbara Cox N. Voor 400 gulden Brabants Luijcx eens en een paar muilen van 2 – 10 voor de huisvrouw van de verkoper. Onbelast, enkel cijns en dorpslasten. Lijcoop naer landtscoop, goidts geldt 5 stuivers. Jan Joors werd gegicht en gegoed met recht.

Pontp. 20 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 3 -; samen 22 – 0 ½.

 

1746, 17 juni. P. 327

Paulus Vandebeeck releveert een rente van 4 gulden jaarlijks staande aan panden van Martinus van Roij onder Schulen tot Zoolre, huis en hof, na de dood van zijn ouders. 3 – 15; boet 1 – 1; loss. 0 – 4; conde 0 – 2; samen 5 - 2

 

1746, 30 juni. P. 333

Jan Maris, inwoner en gewezen burgemeester van Schuelen, verborgt een goed gelegen in Worpt onder Schuelen, palend de erfgenamen van de weduwe joufr. Nicolai en schepen Arn. Wintmolders 1), de baron van Rummen 2), Frans Ruebens en Lamb. Nicolai 3) en Jan Van Rijckel 4). Voor de zaak die Paul Heusch van Bets genoodzaakt is voor onze justitie te voeren tegen Abraham de Laet, inwoner van Schuelen, als opponent. Hieraan kunnen eventuele kosten verhaald worden. 1 – 17 1/2

 

1746, 06 juli. P 335

Latijn. De Loonse schepenen van Lummen verklaren dat op Peeter Jacobs, inwoner van Coorssel, als erfgenaam van Petrus Convents, overleden in Hunstat, goederen zijn verstorven. Jacobs constitueert Josephus Jannis uit Peer om de nalatenschap van Petrus Convents te regelen. Jannis moet zijn rekening bijhouden. Dit is een afschrift van de originele akte, die bezegeld en ondertekend werd door de secretaris van de schepenbank. 1 – 17 ½; segel 1 – 0 -; totaal 2 – 17 1/2

 

1746, 10 september. P. 341

Peeter Dries en zijn zwager Aernoult Reijnders als man en momber van Cristina Dries releveren de goederen van hun ouders Caerel Dries en Anna Smets een perceel broek gelegen in de Langen Eijcken onder Vuerten, Jan Claes O., Z. en N. Jan Seijsen, W. Paulus Nopts; een perceel land op de “Paelemans Hoefe” O. Henderick Vande Weijer, W. en N. de erfgenamen Henderick Geijbels, Z. ’s heren aert; een risch hoef op den Hoogenbos, Henderick Fuegen van Soelder W., Henderick Nopts N., Gerts van Hasselt Z., s’heeren aert. Tekst onder voorbehoud; moeilijk schrift. Koersel.

 

1746, 02 november. P. 349

Latijn. De schepenen van de Loonse justitie van het land van Lummen attesteren dat magister Joannes Michael Wendelen, zoon van wijlen Michael Wendelen eertijds secretaris in Solre en van zijn weduwe Catharina Van Postel, tegenwoordig studeert en voor zijn “theologum et seminarii Leodiensis alumnum ad sacros ordines aspirantem cui de titulo beneficiali” met zijn moeder hier verscheen. Ze staat haar vruchtgebruik af, samen met haar andere zoon Josephus Wendelen, enige broer van de aspirant voorschreven, opdat Joannes Michael deze goederen kan bezitten. Ze zijn gelegen in Coorssel. Het gaat om 1) land “den Grooten Hof” in Vurten O.(orientem) Symon Truijens, W. (occidentem) Matthias Bleucks, Z. (austrum) Maria Van Postel, N. (septentrionem) Maria vande Weijer, geschat op 1040 gulden; 2) “het Hofken” O. Joannes Vanden Berge, seten.. platea publica en Maria Vande Weijer aan de resterende zijden (versus oras restantes), 200 gulden; 3) “het Steenveldt”, Maria Van Postel O., W. Petrus Ceyssens, Z. Maria Hommans, domicella Jan N.; 4) “het Geytelingh Veldt” O. Maria Van Ubbel, Z. Petrus Stevens, N. de Geijtelinge; 5) weide (pratum) in Castel, O. Symon Convents, W. Maria Hommans, Z. zeker beekje (certo rivulo), Petrus Geerts N.; 6) pratum “den Castelschen Dijck” palende O. de Maelbeeck (rivo molari), W. gemene aard (aggeri communi), Z.joufr. Jans, Joannes Vaes N; 7) weide “het Waterbroeck”, O. Valentinus Wauters, aan de andere zijden de rivier (rivulis); 8) weide (pratum) “den Dries” W. Petrus Wouters, O. de straat (Via publica) en Maria Van Postel aan de andere zijden.

 

1747, 25 februari. P. 354

Henric Hermans, inwoner van Schuelen, heeft verklaard dat hij uit handen van Jan Lambreghs van Schuelen de som van 100 gulden Brabants Luijcx ontvangen heeft in stukken van 11 ducaten en de erst in goed gevauleerd zilvergeld. Hij belooft Lambreghts daarvoor een jaarlijkse rente van 5 gulden 10 stuivers Brabants Luijcx te betalen. Valdag op datum van gichte, vanaf 1748. Pand: huis en hof gelegen in Schuelen aan de Ruijerheijde, palend de straat N., Jan Joors Z., Jan Hermans W., Jan Lambreghts O. Jan Lambreghts kwam in de rente van 5 gulden 19 stuivers jaarlijks ter gichte. Solvit Henric Hermans jura.

Pontp. 5 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 5 ½; samen 7 – 3 -

 

1747, 09 maart. P. 355

Paulus Vandebergh, inwoner van de stad Beringen, verkoopt aan medeschepen Jan Rijnders een perceel broek gelegen in Vurten onder Coorssel, palend de pastoor van Coorssel N., Simon Truijens O. Voor 250 gulden eens en “een wulle sargie met eenen catoenen voorschoet ende stoffen voerschoet”. Geen uitgaande lasten behalve cijns en 6 stuivers schattingen in iedere brief. Lijcoop 6 gulden, goidtspenninck 5 stuivers.

Pontpenningen niet betaald.

 

1747, 12 mei. P. 358

Jan Weijens en Geeraerdt Wijens, voor henzelf en voor Jan Peermans man en momber van Marie Wijens, Geroen Grauls man en momber van Geertruijt Grauls(?!), Anna Weijens en Arnold Wijens releveert na het overlijden van hun ouders Jan Weijens en Anna Luijten zaliger. Een perceel land gelegen in Schuelen aen den Abeel, genaamd “den Bijnen Hoff”, regenoten Arnold Stappers O., het Lanck Bleuxken dat van henzelf is Z., het Boschlandts van Joannes Simons erfgenamen W., Gilis Vrancken erfgenamen N.; een perceel land genaamd “het Lanck Bleuxken”, die stege O., Guilliam Maris met de erfgenamen Henric Cleersnijers Z., het Bosch landt van sr. Leblanghe uxoris nomine Marie Coenens W., den Bijnen Hoff voorschreven N.

3 – 15-

 

1747, 09 juni. P. 359

Aldegond Vrancken releveert voor zichzelf en voor haar broer Jan Vrancken de goederen die op hen zijn verstorven na de dood van hun ouders Henricus Vrancken en Anna Catharina Horinghs, beiden zaliger. Het gaat om huis en hof gelegen in Schuelen aan de kerk, grenzend het kerkhof Z., de straat W., Lenaert Van Swartenbroeck N. en O.

3 – 15 -; boet 1 – 1; loss. 0 – 2 -; conde 0 – 2-; samen 5 – 0

 

1747, 09 juni. P. 359

Jan Stappers, als oom van de kinderen van zijn broer zaliger Renier Stappers en Aldegida Van Delle, releveert in de naam van Arnold Stappers na de dood van zijn broer Martinus Stappers: zijn deel in “groot bloeck” in Schulen gelegen, palend Matthijs Joors O., Baltus Lambrechts N., de heer commissaris Vrerix erfgenamen Z., Dierick Wasch W. Nog huis en hof met 2 plekken land daar achter gelegen, genaamd “den Munckhoff”, grenzend s’heeren straat O., Jan Lambreghts W. en Z., den Wijenbergh afkomend van Geert Jans N.; een perceel land daarachter gelegen, palend den Wijenbergh voorschreven, nu eigendom van Peeter Pluggers, O., Jan Lambreghts W. en Z., Jenno Hendrix weduwe Jan Jans N.

1 – 17 ½; boete 1 – 1 -; loss. 0 – 4 ½; conde 0 – 2 -; samen 3 – 5 - 0

 

1747, 09 juni. P. 359

Wilhelmus Vanderlochten releveert na de dood van zijn ouders Jan Vanderlochten en Elisabeth Vandebroeck. Elisabeth is er onlangs als tochtster uitgestorven. Het gaat om zijn aandeel in een perceel land genaad “die Mier”, in Schulen gelegen, grenzend die stege Z., een perceel land genaamd “den Smaut Bampt” N., Jesper Vander Eijcken W., Guilliam Vernijns erfgenamen O.

3 – 15 -; 1 – 1; conde 0 – 2-; samen 4 – 18. Betaald met 4 - 10

 

1747, 17 juni. P. 360

Leen. Willem Ramakers voor zichzelf en voor Jan Briers man en momber van Marie Ramakers, Herman Roelans man en momber van Elisabeth Ramakers en Francis Ramakers, zijn zusters en broer respectievelijk, releveert de goederen die op hen verstorven zijn na de dood van Paschalius Ramakers en Marie Schuermans: een perceel land en bos aan elkaar gelegen, ongeveer 9 sillen groot, in Schuelen aan de Balcx Wijer. Het is genaamd “het Begijnen Velt” en grenst den Balcx Wijer Z., Peeter Hobanx W., jouffr. Neven erfgenamen O., de straat N. De comparant is “toe comen met ban ende vrede naer den saelen recht” en Willem Ramakers is al leenman gesteld, doende de eed van trouw in handen van de stadthelder. 6 – 0 -

 

1747, 19 oktober. P. 360

Joannes Munters releveert de goederen die hem zijn aangekomen na de dood van Andries Munters. Ze zijn hem via diens testament aan hem gelaten: een perceel broek genaamd “den Waterschappen” in Stall onder Coorssel gelegen, palend de erfgenamen Catharien Kairs O., de erfgenamen Hen. Beckers en Jan Ceijssens W., de maelbeeck N., Z. die aldebeeck; een perceel bos in Stal gelegen, palend eigen erf O., Peeter Ceijssens W., s’heeren aert N., die Maelbeeck Z.; een uijtfanck “den Seijckbergh”, s’heeren aert in 2 zijden, eigen erf aan de andere 2 zijden.

1 – 17 ½; - 2 ½; samen 2 – 0 – 0

 

1747, 20 juni. P. 361

De erfgenamen van Huijbrecht Vanhamel, namelijk Jan Van Haemel, Josef Van Haemel en Jan Knap als man en momber van zijn vrouw Anna Maria Van Haemel releveren de goederen die hen aangestorven zijn vanwege de beide overleden ouders Huijbert Van Haemel en Gedrut (Gertrude) Beckers huis en hof gelegen in Coorsel. Palend O. Geraert Vaes en Jan Vaes, W. Coerst Goessens, Z. Jan Reijnders, schepen, en Maagiel Claes, N. s’heeren straet; een perceel broek gelegen in Coorsel genaamd “het Eelsen”, O. Peeter Seijsen en schepen Jan Reijnders, W. Jan Vaes, N. de Berch, Z. Joannes van Ubbel; een perceel op den Hoegen Bos palend O. Joannes Van Ubbel, W. de erfgenamen van Postel, N. den Overslag Brock, Z. heeren aert.

“Voor den suijs heb ick ontfangen 2 gul 1 stij”.

 

1747, 13 juli. P. 362

Peeter Noops en Catharina Aerts wed. Willem Noops voor haar kinderen door hem verwekt, namelijk Catharina en Elisabeth Noops, releveren de goederen die op hen zijn verstorven na de dood van Paulus Noops en Catharien Stalmans, hun ouders zaliger. Catharina is er onlangs als tochtster uitgestorven. Het gaat om een perceel land gelegen in Vuerten onder Coorsel, genaamd “het Bommers Landt”, reg. Jan Claes O., Wauter Swaerts Z., Wauter Ceijssens W., het “selffs erffve” N.; een perceel turfbroek onder Coorssel gelegen, palend Joris Geerts O., Henric Smeets W., de beek N., Jan Lekens Z. 3 – 15 -; 2 – 12 -; totaal 6 – 7

 

1747, 04 augustus. (25.08) P. 363

Jan Put en Toumaes Devue als man en momber van Brigida Put releveren na de dood van hun ouders Jan Put en Christina Stenners (Steens) een perceel land op de Witters Wienninge in regenoten O. het …ken, W. Vaes, N. sheeren aert, Z. eigen erf. “Suijs” 2 oorden.

 

1747, 01 december. P. 366

Catharien Van Postel en Brigida Noops releveren na de dood van Marie Van Postel huis en hof in Coorssel gelegen, palend Jan Witters en de erfgenamen van Peeter Jans, Peeter Wauters erfgenamen W., de straat 4); nog “het Walmerschoor” ook daar gelegen; de helft van “den Rochter”, waarin Henric en heer Ceijssens de wederhelft hebben, (de erfgenamen van Joannes Tielens van Diest voor Aert Bormans erfgenamen) palend de straat W., Catharine Bosmans Z. en N., de wederhelft O.; de helft van “d’ Auwhoeff”, waarvan de vorigen eveneens de wederhelft bezitten.

3 – 15 ½; - 3 ½; totaal 3 – 18 ½

 

1747, 23 oktober. P. 367

Jan Knap, Peter en Susanna en Marie Gerderijt en Cateria Knap releveren na de dood van hun ouders, beiden zaliger, Aernolt Knap en Mari Tues een beemd genaamd “de Waterscappen” onder Stael aan de schans, O. de zoon van Caespar Smits, W. Peter Seijsens, N. de maelbeck, Z. de Roode Beek. Cijns 3 oorden. De naam op het cijnsboek is Aernolt Knap den jongen.

 

1747, 19 oktober. P. 369

Begijntje Ida Maria Cuijx, voor zichzelf en voor haar zuster begijntje Marie Christine Cuijx, releveert de goederen die hen zijn toegevallen na de dood van hun tante Maria Christina Cuijx en die onder Schuelen gelegen zijn.

We vinden een opsomming van de stukken: 1) “den Rinckpat weijde”, de straat naar die Langhdonck W., Gaspar Vandereijcken n.u. Z., Geeraert Hoelen erfgenamen N., Jan Himelen O.; 2) een weide genaamd “halffbonder”; 3) een stuk land genaamd “Marie Percies Bleuxken” (264v); 4) een stuk land genaamd “die Hercke”; 5) een stuk land genaamd “die Berrebosch”; 6) een weide genaamd “die Langedoncken”; 7) 1710, 2 mei; een perceel weide genaamd “die Teppe”, die Laeck 1), Wauter Vrancken 2), t’ Everberen Bosch” 3). Nota dat 1710, 2 mei staat een rente van 10 – 10 – jaarlijks op panden van Wouter Van Swartebroux onder Schuelen d.d. 9 februari 1668.

3 – 15

 

1747, 16 november. P. 370

Christoffel Vanderhoidonck (Vanderhoijdonckx) en Maria Willebors (Willeborts) verklaren, via hun handschrift dat we hierbij los aantreffen (p.371), dat ze een perceel broek verkochten geheten “het Couwaet” (Couwaut), gelegen in den Overslagh onder Coorssel, palend O. Hendricus Beckers, N. de Maelbeek, de heide Z. en W. Dit goed hebben ze verkregen via koop van haar oom Jaspar Smits. Mathijs Sijsens (Ceijssens) kocht het nu voor 31 pattacons of 124 gulden Brabants Luijcx.

Bij het handschrift: 5 – 0 -; 2 – 4 -; totaal 7 – 4.

Bij de registratie: pontp. 7 – 10 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 4 -; samen 9 – 11 1/2

 

1747, 01 december. P. 374

Gilis Boonen, burgemeester van het dorp Schuelen, eveneens voor zijn confreer Joannes Jaers die heel ziek is, handelt in naam van de gemeijntenaren van Schulen, volgens een akte die gepasseerd is voor noitarois Paulus Wintmolders op 11 oktober laatstleden. Hij verklaart dat hij uit handen van de heer Jacobus Minten, oud-burgemeester en schepen van het hoofdgerecht van de stad Hasselt, in naam van Willem Vandeput wonend in Schitdam in Hollandt een som van 2000 gulden Brabants eens ontvangen heeft. Hiervoor zal jaarlijks een rente van 4% betaald worden of 80 gulden Brabants Luijcx jaarlijks. Valdag op 1 december vanaf 1748. Terugbetaalbaar met eenzelfde som in goed gangbaar geld.

Burgemeester Minten q.q. werd in de rente gegicht met recht.

Solvit Willem Van de put in de naam van de rentheffer jura.(!)

Pontpenningen 100 – 0 -; loss. 4 – 10 -; gicht 3 – 15 -; samen 107 – 15

NB. Nog een gichte ten behoef van Willem Vandeput 2000 gulden kapitaal aan 3 – 10 percent extendendum. Vallend 1 mei 1748. (zie verder los)

 

1747, 01 december. P. 374

Joannes Billet, man en momber van zijn vrouw Marie Van Thielt, voor zichzelf en voor zijn zwagerin Maghdalena Van Thielt releveert na de dood van Jan Van Thielt en Anna Catharina Winghs, hun ouders zaliger. Het betreft huis en hof genaamd “het Huelken”, aan de molen van Herck gelegen, grenzend de straat Z., de river de Herck W., de eerw. heer Horion of de Herck O.; een perceel gelegen op den Belick, grenzend s’ heeren straet W., major Attendoren Z., commissaris Vrerick N., Jaspar Vandereijcken O.

3 – 15 -; loss. 0 – 15 -; samen 4 – 10. Schelenhoff huis en hof: 3 – 15 -; loss. 0 – 10 -; samen 4 – 5 –

 

1747, 28 november. P. 375

E.H. Seijssens voor zichzelf en voor zijn consorten Henderick Reijnders nomine uxoris Elisabeth Reckers “daer moeder aff was Elisabeth Ceijssens”, en Helena Hendrickx wed. Jan Ceijssens, releveren de goederen die hen zijn aangekomen na de dood van Baernaerdus Seijsens en Maria Van Postel: de helft van d’Auw Hoeff, waarvan Catharian Van Postel en Brigida Noops weduwe van Henric Van Nobbel de wederhelft hebben. 2 stuivers 3 oorden cijns.

 

1747, 28 november. P. 375

Doorstreept. Michiel Goossens, Anna en Catharina Goossens releveren na de dood van de ouders Corst Goossens en Anna Celen huis en hof in Coorssel, palend Jan van Hamel O., s’ heeren aert N. en W., Joris Vanubbel en Jan Reijnders Z.

 

1747, 01 december. P. 377

Gilis Boonen, moderne dienende burgemeester van het dorp Schuelen, die eveneens handelt voor zijn mede-borgemeester Jan Jaers die wegens onpasselijkheid afwezig is, heeft met constitutie vanwege de hele gemeente Schuelen, via akte van notaris Paulus Wintmolders van 11 oktober laatstleden, ontvangen uit handen van Willem Van de Put, woonachtig in “Schitdam in Hollandt”, een som van 2000 gulden Brabants Luijcx. De schellinck wordt aan 10 stuivers gerekend en de rest van de munten in verhouding. Jaarlijks zullen ze aan Vandeput daarvoor een rente van 70 gulden betalen. De eerste valdag zal op 1 mei 1748 zijn, omdat ze het geld op die datum ontvangen hebben. Ze verbinden voor deze rente het corpus van de gemeente. Burgemeester Minten handelt in naam van Willem Vandeput. Solvit Willem Vandeput neve ende in naeme van den rentheffer.

 

1747, 14 december. P. 380

Schelenhoff. Marie Van Munster, “moijte” van de kinderen van Peeter Stappers en Geertruijt Van Munster, releveert een perceel broek genaamd het “Duijffhuijs”, palend de Cleijnherck O., de Groote Herck W., jofr. Cogen van Hasselt N., het klooster van Everbode Z. Deze goederen zijn aan deze kinderen gemaakt door Renier Stappers zaliger, de oom van de kinderen. De kinderen zijn Aert, Christien, Marie Geertruijt en Marie Stappers.

3 – 15 -; 3 – 15 -; loss. 0 – 15; totaal 8 – 5

 

1747, 14 december. P. 380

Margareta Dontcel weduwe van Jan Gobben en haar (zoon?) Hubert Gobben dragen “bij manier van deguerputie” (afstand doen van) de volgende goederen op: een stuk broek gelegen onder Schuelen van een bonder groot, genaamd “het Grieten Brouck”, palend de Laeck N., “den Communie Bempt” O., de E.H. Roberti Z. en Jaspar Vander Eijcken met zijn consorten W. Tot behoef van alle crediteuren die daarop trekken: de E.P. Beggarden van Diest trekken jaarlijks 7 gulden 4 stuivers Brabants; de grondcijns en de gemeijne dorpslasten. Present de E.P. Arn. Bormans procurator van de voorschreven beggarden, die hiervoor bedaagd werd door gerechtsdienaar Jan Van Quaethoven.

3 – 15 -

 

1747, 14 december. P. 380

Mattheus Schurmans als vader en momber van Marie Catherine en Petrus Joannes Schurmans, zijn kinderen verwekt bij zijn vrouw Anna Verneijns, als testamentaire erfgenamen van het nuncupatief testament van wijlen Catharina Wijens dat gedeclareerd werd via akte van notaris Wintmolders op 2 december 1747, releveert het tiende deel van “huis hoof” in Schuelen in het dorp gelegen, genaamd “het Hooghuijs”(?), palend de straat O., de stege of Thijs Scheppers Z., Mattijs Schepers W.; het tiende deel in het “Mierken” palend “den Smautbampt” van heer Colen N., Baltus Lambreghts, Mattijs Schepers Z., Peeter …mans W.; het vierde deel van het Haesen Stuck”, palend Clara Hoelen W., Wauter Geboors Z., Henricus Janssens N., Christien Luijten (?) O.

3 – 15; loss. 0 – 3; registratie test. 1 – 10 -; totaal 5 – 5 ¾

 

Het testament werd hier bijgevoegd. P. 381

02.12.1747, notaris P. Wintmolders. E.H. Joannes Heckens, pastoor van het dorp Schuelen, koster Petrus Pluegers en Catharina Stockmans echtgenote van Dirick Wasch, inwoners van Schulen, leggen een verklaring af op vraag van Matthivis Schurmans en zijn echtgenote Anna Verneijns, eveneens inwoners van Schulen. 4 à 5 weken geleden lag de jonge dochter Catharina Weijens, dochter van wijlen Willem Weijens en van wijlen Marie Margareta Verneijns, ziek in bed. Ze waren alle drie aanwezig toen de pastoor in het huis van Matteus Schurmans kwam om de zieke “met de heijlighe kerckelijcke rechten te administreren”. Ze was nog helder van geest en verklaarde dat ze haar testament wilde maken voor het geval dat ze zou sterven. Matteus en zijn vrouw bedankt ze voor de goede zorgen tijdens haar ziekte en ze vraagt dat haar lichaam na haar dood “eerlijck naer haeren staet ter geweijder aerden door hen sal bestelt worden”. Tot “laeffenisse” van haar ziel moeten ze 20 missen van requiem laten lezen en 4 vaten koren laten bakken voor de armen. Voor de verzorging en begrafenisonkosten laat ze al haar erfgoederen en renten aan Marie Catharine en Peeter Joannes Schurmans, de wettige kinderen van het echtpaar. Ze maakt ze tot haar universele erfgenamen. Aan haar zuster Agnes Weijens laat ze “in recognitie” 5 stuivers Brabants eens waarmee ze haar van de rest van de goederen uitsluit (secluderende). Deze akte werd opgemaakt in het dorp van Schuelen in het huis van Jeroen Grauls, genaamd “het Hooghhuijs”. Getuigen: Lenardt van Swartenbrouck en Jan Hoens. Behalve Catharina Stockmans kunnen de declaranten en de getuigen allemaal hun naam schrijven.

 

1748, 11 januari. P. 385

Jeroen Graulus gehuwd met Geertruijt Weijens wed. Renier Stappers, releveert in de naam van zijn stiefzoon Joannes Stappers na het overlijden van diens halfbroer Arnold Stappers, zoon van Renier Stappers en Aldegida Van Dellen: 2 delen van een bonder land genaamd “den Hooghen Berbosch”, gelegen omtrent Guijlickerveldt onder Schuelen. De andere delen horen toe aan Joannes Stappers voorschreven. Grenzend O. Mattijs Joors, jo. Heusch N., Jan Stappers W., die Schommen Z.; een perceel land met een huisje betimmerd, genaamd “den Munckhoff”(?) in Schuelen, Jan Lambreghts W. en Z. de straat O., de Wijenbegh” van Geert Jans afgekomen N.; een perceel land daar achter gelegen, Peeter Pluggers nomine uworis O. en W., Jan Lambreghts Z., Jenno Henrix weduwe Jan Jans N.; een rente van 7 – 10 – op panden van Jan Lambreghts; een rente van 4 – 13 – jaarlijks op panden van de comparant; een rente van 8 – 0 – op panden van Jesper Vander Eijcken.

1 – 17 ½; loss.0 – 16 -; 0 – 15 ½; totaal 3 – 9

 

1748, 11 januari. P. 386

Schepen Beckers, in de naam van de kerk van Coorssel (Koersel), draagt op tot behoef van mr. Adr. Vaes een perceel land gelegen in Geneijcken int Groot Bloock, palend de koper aan 3 zijden, de straat Z. Voor 300 gulden Brabants Luijckx, die de pastoor van Koersel ontvangen heeft. Onbelast op cijns en schattingen na.

Pontp. 15 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 -; totaal 16 – 16 1/2

 

Bundel 15

 

1748, 22 januari. P. 391

Christiaen Weijens en Margo Weijens releveren 2 vesrchillende renten die op hen na de dood van Jan Weijens en Maria Catharien Clercx, hun ouders zaliger, verstorven zijn. Het gaat om een rente van 4 gulden jaarlijks en om een rente van 18 gulden jaarlijks op panden van Jan Hansons en Willem Vandeput gelegen in Helle onder Schuelen. De gichtes hiervan dateren van 12 november 1637 en van 7 mei 1669. 3 – 15 -; 1 – 2; samen 4 – 17.

 

1748, 25 januari. P. 391

Peeter Stessens van Schuelen verkoopt aan Guilliam Beerten een perceel land gelegen op de Stap onder Schulen, genaamd “die Lomp”. Het grenst Gielis Vrancken met de straat O., dezelfde straat Z., Peeter Leeffs met de wederhelft W., Jan Joors N. Voor een “veersse” (vaars = vrouwelijke jonge koe) van 2 jaar en 27 gulden van 2,5 jaren verlopen die op het goed uitgaan. De vaars wordt gerekend op 5 pattacons en een kar bonen. Het goed is belast met 11 gulden 2 stuivers jaarlijks aan jof. Cox van Hasselt. Voor de rest enkel met 1,5 stuivers heerlijke cijns van de grond en gemene dorpslasten. Godspenninck 2 stuivers, lijcoop 10 stuivers. 1 – 17 ½; pontp. 2 – 7 ½; loss. 0 – 3 -; totaal 4 – 8.

 

1748, 08 februari. P. 392

Peeter Jemani (Jameni volgens kerkelijk register) releveert na de dood van zijn ouders zaliger Christiaen Jemani en Elisabeth Vandebroeck: een perceel land genaamd Mierken, omtrent 1 1/2 vat saijens achter de kerk van Schulen gelegen, palend Jesper(?) Vanderijcken W., Cools N., Matthijs Schepers Z., Guilliam Vernijns erfgenamen O. 3 – 15; boet 1 – 1; conde 0 – 2; samen 4 – 18.

 

1748, 08 februari. P. 392

Jof. Theresia Thielens releveert voor zichzelf en voor haar twee broers na het overlijden van hun ouders sr. Hend. Thielens en jouf. Sara Maria Taelmans alle goederen die hier mochten sorteren en die onder Corssel gelegen zijn.

3 – 15 -; loss. 6 – 0; samen 11 – 12 ½ (hierbij is eveneens de bovenstaande som inbegrepen).

 

1748, 08 februari. P. 395

Renuntiatie Marie Vliegen weduwe Mattijs Jaers tot behoef van de crediteuren

Marie Vlieghen weduwe van Matthijs Jaers draagt onder vorm van “deguerpitie” op 3 sillen bemps, wisselbampt van eveneens 3 sillen van N. Coninx van Hasselt, beide gelegen int Schuelens Brouck. Palende de voorschreven 3 sillen van Coninx N., den Haubampt O., de Laeck Z. en de Grasbempt W. Tot behoef van alle crediteuren: de H. Geest van Berbroek trekt 1 gulden 7 stuivers; de kerk van Berbrouck 12 stuivers 2 oorden, de pastorij van Herck 5 gulden (die momenteel met 1 gulden betaald worden) en verder “gemeijne wagens schattighe” met de grondcijns. De opdraagster verklaart dat ze alle crediteurs en de wagens van Schuelen tot deze deguerpitie heeft laten bedagen door Jan Van Quaethoven, die dit relateert. Er verscheen niemand om het goed op te eisen en de andere crediteurs te voldoen. Het goed werd daarom in handen van de wet achtergelaten want ze wil vermijden dat het met het “groot gebot” geëvinceerd wordt met alle kosten daaraan verbonden en ze verwerpt alle verdere loop van de renten. (onder voorbehoud van correcte inhoud) 3 - 15

 

1748, 08 februari. P. 396

Leen. Marie van Munster, zwagerin van weduwnaar Peeter Stappers die momenteel niet capabel is om hier te verschijnen (“foible d’esprit” is doorstreept), handelt in zijn naam; Francis Vrancken man en momber van Helena Wijns; Marie en Anna Marie Wijns, zowel voor henzelf als voor hun afwezige zuster Catharina Wijns, zijn kinderen van wijlen Peeter Wijns en Johanna Stappers, echtpaar zaliger, verschijnen voor stadhelder en leenmannen. Ze releveren het leen dat op hen verstorven is vanwege Renier Stappers, hun respectievelijke broer en oom zaliger: huis en hof op die Stap onder Schuelen, palend die Conincx Z., die Roomsche Heije van Jan Lambrechts N., de straat O., de erfgenamen van de heer advocaat Neven W. Francis Vrancken heeft als leenman de eed van trouw aan zijne excellentie “naer den saelen recht” gedaan. 5 – 0; 2 – 10; en nog 5 maal 6 – 0 of 30 – 0 in totaal.

 

1748, 07 maart. P. 405

Leen. Hendric en Martinus Berten, voor henzelf en voor hun mede-erfgenamen Jan en Guilliam Berten, en Aldegonde en Anna Catharina Berten, hebben verzocht te releveren een perceel blook genaamd “den Sterle”, gelegen in de Herle Straet onder Schuelen, palend des Heere Straet Z., Jan Cox voor de erfgenamen van joufr. Creten O. en W., sr. Joannes Stellingewerfs N. Goed is hen aangekomen na de dood van hun ouders, beiden zaliger, Hendrick Berten en Marie Vandelaer. Dit goed is belast aan de heer Ab Hilst met 12 gulden Brabants jaarlijks, aan Lenard Felici nomine uxoris met 3 gulden Brabants jaarlijks, aan Louijs Clerx met 3 gulden Brabants jaarlijks. Hend. Berten blijft op zijn vorige gepresteerde eed voor leenman. 6 – 0

 

1748, 07 maart. P. 405

Hendric en Martinus Berten, voor henzelf en voor hun mede-erfgenamen Guilliam Berten, Claes Spex nomine uxoris en Henric Vannes nomine uxoris, hebben verzocht te releveren een vat land uit 3 vaten, gelegen onder Schuelen, geheten “de Geskens Hoven”, palend s’heere straet N., de Paddepoelstraet O., de erfgenamen of representanten N. Creten W. en Z. Op hen gedevolveerd na de dood van hun beide ouders Hend. Berten en Marie Vandelaer. 3 – 15; totaal 9 - 15

 

1748, 21 maart. P. 406

Leen. Aert Mattheij als momber van de kinderen van Aert Ghielen en Johanna Catharina Cuenen, namelijk Antonius en Geertruijt Gielen, releveert de goederen die hen zijn aangestorven: een perceel hofland gelegen omtrent “den Peckpot” onder Coorssel, palend Henricus Vanderaa N., Valenteijn Wauters O. en Z., de straat W. Hij deed de eed van trouw aan zijne excellentie. 6 – 0.

 

1748, 09 mei. P. 407

Jan Luijten en Herman de Meir man en momber van Marie Luijten releveren voor henzelf en voor hun broer en zwager Arnold Luijten na het overlijden van ouders Aert Leuijten en Anna Augustijns. Goederen in Schulen: een perceel land omtrent het Kerckeveldt gelegen, genaamd “die Quaije Eijcken”, Mattijs Schepers O., Louijs Clercx Duffelant Z., het Kerckeveldt W., die Kerckestege N.; een weide gelegen omtrent die Beckersvoort, genaamd “die Langeweij”, de Laeck N., jo. Loijens O., mijn heer Heusch Z., Herman Vrancken erfgenamen W. (door Aert Luijten via naderschap verkregen op 26 maart 1745 van Jan Joors); huis en hof in Schuelen palend de straat O., Francis Vander Eijcken Z., die Berboschstege W., Guilliam Maris en de straat N.; een perceel land “den Bodem” gelegen aan het Steene Cruijs in Schuelen, palend “den Bodembosch” van Joannes Hanson Z., Dimphna Burghs W., Jan Spex N., Herman Vrancken erfgenamen O. “NB: put.. den Bodem Leen”.

3 – 15 -; loss. 0 – 7; totaal 4 – 0

 

1748, 24 mei. P. 410

Jan Stappers, als moederlijke oom, en Jan Wasch, als vaderlijke oom, naaste vrienden van de kinderen van Dirick Wasch en Marie Stappers releveren goederen in Schulen na het overlijden van de ouders. Als kinderen worden Arnold, Marie Catharien, Margo, Ida en Marie Geertruijt Wasch genoemd. Het gaat om huis en hof met de weide en heide in Reu onder Schulen gelegen, palend de Laeck N., de stege O., Peeter Vander Eijcken Z., de Libotton W.; de helft van ’t Groot Bloeck in Schuelen omtrent Gulick gelegen, palend Jan Stappers W., jo. Hugo Z., Mattijs Joors O., jo. Heusch N.; een perceel weide van een half bonder groot, palend de straat O., Stoffel Luijten Z., Hubert Gobben W., Guill. Maris N.; een perceel land genaamd “Clickermanneken”, palend de straat N.

3 – 15 -; loss. 1 – 12- ; totaal 5 - 7

 

1748, 21 juni. P. 412

Guilliam Vernijns verklaart de som van 100 gulden Brabants Luijx ontvangen te hebben uit handen van Margriet Doncel weduwe Jan Gobben, nu gehuwd met Jan Opree. Jaarlijks zal hij 5 gulden Brabants Luijcx rente betalen. Valdag Sint Jan Baptisten dagh, vanaf 1648. Pand: een perceel beempts genaamd “t’ Weijcken”, gelegen in Schulen. Palend de stege W., de straat N., Guilliam Maris O., Hubert Gobben Z.

1 – 17 ½; pont 5 – 0 -; loss. 0 – 5 -; totaal 7 – 2 ½. Solvit Jan Opdre nu getrouwd met Magriet Doncell.

 

1748, 04 juli. P. 417

Peeter Stevens man en momber van Elisabet Vandevorst heeft getransporteerd tot behoef van Willem Witters een perceel land gelegen op Schrickheijvelt onder Coorssel, grenzend de straat O., Peeter Wauters erfgenamen W., Thomas Tielens N., Brigida Didden Z. Deze verkoop gebeurde voor 500 gulden Brabants Luijckx en 7 – 10 voor de huisvrouw. Als lasten zijn er enkel heerlijke cijns en gemene dorpslasten. Goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorssel, lijcoop een half ton bier. Willem Witters kwam ter gichte. Pontp. 25 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 2 -; totaal 26 – 19 1/2

Op 18 juli 1748 bekent Willem Witters de naderschap van deze koop aan Christien Vandevorst. Het uitgegeven geld krijgt hij terug.

 

1748, 26 september. P. 419

Dominicus Hermans man en momber van Anna Marie Luijten, voor zichzelf en voor Jan Luijten, Francis Luijten, Catharien Luijten releveert de goederen die hen zijn aangekomen na het overlijden van hun ouders Frans Luijten en Catharien Gaethoffs: huis en hof in Schuelen in het dorp gelegen, palend de straat W., de pastorij van Schuelen N., Jan Vander Eijcken Z.; huis en hof in Reu onder Schuelen, genaamd “den Lochtentongh”(?), palend de straat W., het zusterklooster N., de stege naar “die Rodtheij” Z.; een perceel land gelegen in Reu, een bonder groot, palend het zusterklooster van Hasselt O., Jan Jans W., Gilis Vrancken weduwe Z., s’heerenstraet N.; 2 gulden jaarlijks op panden Jan Vestras in Reu onder Schuelen gelegen (“nota verkocht aen Loijens”); 3 gulden jaarlijks op panden van Jan Vestras in Rue onder Schulen gelegen. 3 – 15 -; boet 1 – 1; loss. 0 – 4 -; conde 0 – 2; totaal 5 – 2

 

1748, 25 september. P. 423

Maghiel Coemvans(Convents) die met instemming van zijn vrouw Elisabet Laembergts (?) een perceel broek opdraagt in Oversel gelegen, O. de erfgenamen van Henderick Smets, W. Hardeberch, N. de B.., Z. Hersmons Weijers(?). Nog een perceel land geheten “het Nutsen Huefken”(?), O. de erfgenamen van Merten Leijssen, W. Brigida Noopts, N. Paulus S., Z. heren aard. Tot behoef van Peeter Hermans, die koopt voor 39 pattacons (156 – 0) en 1 – 5 voor een drinkpenning. Lijcoop naer landtcoop, goidtspenninck 5 stuivers. Belast met cijns en schattingen.

Op 10 oktober 1748 bekent Peeter Hermans de naderschap van deze koop aan Henric Peeters. Koopsom werd terugbetaald. (deze akte onder voorbehoud wegens moeilijk geschrift)

 

1748, 24 oktober. P. 425

Peeter Vandelaer, zoon van Ida Vandebroeck zaliger, legt een notariële akte voor van 24 juli 1727 gepasseerd voor notaris H. Vrancken, verzoekend registratie en realisatie.

Akte. Frans Luijten als man en momber van Catharina Gathis draagt in notarishanden op 24.07.1727 een plaats op gelegen op Sint Joris schans tot behoef van Ida Vandebroeck, die accepteert voor 3 gulden eens. Getuigen: Martinus Schevernels en Jan Beken.

Pontp. 0 – 3 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 ½; registratie en copije 0 – 15 -; conde 0 – 2 -; samen 2 – 19

 

P. 425

In Schelenhoff op die Seelbempden ende vanden Sannenbempt tot Reu in cijnshoff(?) samen 7 – 17 –

Ren. Jud. Janssens

Petrus Anth. Nedonsel uxorio nomine

Petrus Henri. Cononx uxorio nomine

Marie Agnes en Anna Margo Janssens naer doot hunder auders Arnold. Janssens ende Anna Catharina van Heijendael

Huermans Francis Geerts

Regenoeten in Schelenhoff den H. Gheest van Herck ter 1re, Peeter Minten ter 2der, Peeter Tielens ter derdre, d’erfgenamen Michiel Palmarts ter 4re. Groot 7 roijen gelegen in de Zeelbempden onder Schulen.

In verband hiermee is waarschijnlijk het losse blaadje p. 427.

P. 427

Memorie om wegens notaris R. J. Janssens en consorten te releveren na de dood van hun ouders: “den Sannen Bampt, een bonder groot, gelegen onder Schuelen in Reu, palend het zusterklooster van Hasselt, de goederen van Lauw en de Laeck. Deze beemd geldt jaarlijks 3 denier(?) cijns op de burg in Lummen omtrent Remigij. Nog 7 ½ roeden(?) bampdt in het Verdroncken Brouck de Seelbempden onder Schuelen gelegen, palend de H. Geest van Wustherck. Geldt jaarlijks 1 of 2 denieren cijns in Schuelen op de eerste maandag in de vasten. N.B. Te informeren of deze relieven of voor de justitie van Lummen of voor de laethoven moeten gepresteerd worden.

 

1748, 21 november. P. 431

Gilis Vrancken, zowel voor zichzelf als voor Lambert, Christien en Marie Vrancken, releveert na de dood van Gilis Vrancken en Marie Hoens, hun ouders zaliger, een perceel broek genaamd “het Roost”, palend die Crieckels Laeck N., die Beckers Voort O., Jan Lambreghts W., den Hauwbampt” Z.; een perceel land opt Lanckvelt palend Geert Vrancken erfgenamen N., Marten Cox O., Jan Weijens Z., Mattijs Joors W.; een perceel genaamd “den Muggen Dries”, s’heeren straet O., die Lomp Z. en W., Jan Joors N.; een boske palend Abraham de Laet Z., jof. Cox W., s’ heerenstraet O.

3 – 15; loss. 0 – 3 ½; samen 3 – 18 - ½

 

1748, 07 oktober. P. 433

Libertus Liefsoens, zowel voor zichzelf als voor Aldegond, Marie, Emerentiana Lieffsoens, zijn zusters, releveert na de dood van hun ouders Libertus Lieffsoens en Emerentiana Van de Vinne. Het gaat om een perceel “maijbroek” in Schulen, omtrent een half bonder groot, palend het gemeijn broek W., Peeter Schepers O.; een rente van 16 gulden in 2 verschillende renten jaarlijks op panden van Mattijs Schepers, namelijk op huis en hof in Schuelen gelegen, palend de straat O., de stege N. 3 – 15; ban – 16; samen 4 – 11

 

1748, 19 oktober. P. 433

Francis Govaerts, voor hem en voor Catharien, Dimphna, Peeter Joannes en Ferdinand Govaerts, releveert na de dood van Cornelis Govaerts en Catharina Iven een perceel land gelegen in Schuelen, palend de straat O.; een perceel van een half bonder groot gelegen aan de Ruer Heijde. 3 – 15; b: 1 – 1 -; l. 0 – 1 – ½; c: 0 – 2 -; samen 4 – 19 ½

 

1748, 21 november. P. 433

Gilis en Arnold Mommen releveren na de dood van Joanna Wolffs, waar Herman Vrancken als tochter is uitgestorven: een perceel gelegen in Schuelen, genaamd “den Bodem”, palend de straat N., de heer de Fassin n.u. Z. of de loop van de Balcx vijver. Gedeeltelijk land, gedeeltelijk bos. Nota: Copis Laethoff gereleveerd anno 1744.

(Hoort dit hierbij? 9 – 0; 2 – 10; samen 11 – 10)

 

1748, 07 november. P. 437

Elisabeth Coerniales van Soelder releveert alle Loonse goederen die hier sorteren na de dood van Gerardus Jachopts.

Is het goed dat op de achterzijde (p. 438) omschreven werd voor haar?

“Fol. 322. Mr. Jan Neven voor mr. Willem Neven voor heer Peeter Neven voor Frans Loijens voor Henric Windelen van den Dijck Hoff, regenoeten die Hoffackerstege oosten, mr. Jacop Clercx norden en zuijden, sijn selffs erve westen”. IIII capuijnen

 

1748, 29 oktober. P. 441

De kinderen van Poulus Lemmens en Catrien Mentens, beiden zaliger, releveren huis en hof tot Stael gelegen. O. herenstraat Z. (!), W. de erfgenamen van Marten Slegers, N. de Heijt Hoof die Henderick Gampels in vruchtgebruik heeft. Nog een perceel land grenzend O. Loijs Coemvans in 3 zijden, Z. heren aert. “Mattijs Peters, Jan Jaemas Poulus Henderick Lemmens, Briegeda Cartrian Helena Anna Ida Lemmens”. Dobbelen suijs 3 stuivers

3 – 15-; 3 – (Kruis over deze akte)

 

1748, 05 december 1748. P. 441      (Er stond 28 november)

Voor de leenmannen van de graaf Van der Marck verscheen Valentinus Wouters die octrooi verzoekt om te mogen verkopen of belasten, volgens zijn beste profijt. Het octrooi werd hem verleend. Doorstreept.

 

1748, 05 december. P. 442

(er stond 27 november)

Vaelentinus Wouters draagt onder vorm van mangeling een perceel land op gelegen “voorbergen”(?) aan Hendrrick Van de Raeij, palend O. Valentinus Wouters, W. s’heeren straet, N. Lambertus Van de Raeij, Z. Hendrick Van de Raeij. Ruilt met een goed gelegen onder de gemeente Pael en 300 gulden extra. De verkoper mag nog de helft van de hof gebruiken in 1749. In 1750 zal Van den Raeij meester worden van het hele goed. Lijcoop 15 gulden, goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Onbelast met uitzondering van dorpsschattingen. Gicht 6 – 0 -; octroije 6 – 0 -

Deze akte werd doorstreept.

 

Bundel 16

 

1749, 30 januari. P. 451

Jan Stappers van Schuelen en Jan Wasch, vaderlijke en moederlijke omen van de kinderen van Dirick Wasch en Marie Stappers hebben de eed gepresteerd als mombers van de wezen.

 

1749, 26 januari. P. 453

De kinderen van Lenaert Scraeen en Liesabet Seijsen (Scraeien – Ceijssens), beiden overleden, zijn: Jan Scraeen, Jan Aerts als man en momber van zijn huisvrouw Catrien Scraeijen, Barbra Scraeijen. Ze releveren een perceel land oft huijs hoef, regenoten O. Nieclaes Hermans, W. en N. heeren aert, Z. het huis of de ophelding voor het land. Nog een perceel geheten “de Huelshaeg”, gelegen onder Coersel, O. Nieclaes Hermans, W. Van Poestel erfgenamen en Beckers van Lambrecht Herck, N. Peter Kopts, Z. Martin Van Ubbel. Cijns 5 oorden. (doorstreepte akte)

3 – 15; 3 – 15; samen 7 – 10

 

1749, 26 januari. P. 453

Jan Boesmans met zijn huisvrouw Helena Zues schenken, enkel omwille van vriendschap, met de aanstaande last, aan Henderick Leckens en hun nicht Catrien Van Ubbel een perceel land gelegen in Vuerten, O. heeren straet, W. Jan Vande Berg, N. Aert Witters, Z. de erfgenamen van Peter Gerts. (doortreepte akte)

 

1749, 11 februari. P. 453

Jan Boesmans met instemming van zijn echtgenote Helena Zues verklaren een perceel broek te verkopen gelegen in Vuerten “opde Dun” voor 267 gulden boven de lasten. Last: 200 gulden staande tot profijt van H. Pueskens van Ha            sselt; met 50 gulden aan de H. Geest van Coersel. Het perceel grenst O. J. Jans, W. Mattijs Bluckts met de wederhelft, N. de beek, Z. de erfgenamen van Peter Gerts. Dirick Lekens kwam ter gichte met recht.

 

1749, 13 februari. P. 455

Jaesper Coenvens heeft opgedragen tot behoef van Vincent Joossef Seijssens (“Fintsent”!) een perceel broek gelegen in Caestel, O. eigen erf, W. Jan Reijnders, Z. en N. Jan Van den Berg. Voor 252 gulden boven de last van 200 gulden aan de heer advocaat Vaeskens(?) in Hasselt. Lijcoop 12 gulden, goedtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Cijns 2 oorden.

 

1749, 13 februari. P. 455

Jan Bosmans en zijn echtgenote Helena Zeuws verkopen een perceel broek gelegen in Vuerten onder Coorssel, Jan van Beringen O., Mattijs Bleux met de wederhelft van het verkochte broek W., de beek Z., Peeter Geerts erfgenamen N. Verkocht aan Henrick Lekens voor 267 gulden Brabants Luijcx eens. Het is belast met 200 gulden kapitaal aan de heer Pueskens van Hasselt en met 50 gulden kapitaal aan de H. Geest van Coorssel.

 

1749, 17 april. P. 458

Leen. Voor stadhelder en leenmannen van de leenzaal van zijne excellentie in het land van Lummen verscheen Francis Vrancken man en momber van Helene Wijns, met Anna Weijns, Marie en Catharina Wijns. Ze releveren na de dood van hun zwagerin en zuster Marie Wijns zaliger. Het gaat om het vierde (er staat zowel 3 als 4) part onverdeeld van de helft in huis en hof gelegen in Schulen op die Stap, de straat O., de loop van de Coninx Wijers Z., die Roomsche Hije W., Gilis Vrancken en Jan Lambreghts N. “alhier ten leen moverende” en Francis Vrancken is op zijn vorige eed ter gichten komen. 6 – 0; 6 – 0; 6 – 0; samen 18 – 0-; 16 – 15; 1 – 5

 

1749, 04 maart. P. 459

Peter Jackopts (Jacobs) draagt met instemming van zijn echtgenote Helena Coemvens een perceel broek op gelegen in Stael, genaamd “den Diepenbempt”, aan Jaesper Coemvens voor 335 gulden. Lijcoop naar lantcop, goetspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Palend O. …, W. eigen erf, N. Peter Van de Weijer erfgenamen, Z. den bock.

15 – 0-; 1 – 15 -; samen 16 – 15; 4 – 0; 12 – 15 pontpen. mits onder den prelaet van Everbode.

 

1749, 27 februari. P. 461

Geleijt genomen door de officier nomine officij op panden van Jan Maris.

Nader de officier geklaagd had op panden afgekomen van Jan Maris, in Schuelen gelegen omtrent den Stap genaamd “den Stap hoff”, wegens “faut bekentenisse van hoff ende heer”, was de zaak zover geprocedeerd dat ze gewezen werd “aldt genoegh van genaghten” en de partijen te bedagen tot het saisijn. En “naer continuatie op hope van voldoeninge comende den dagh van geleijt oft saisijn” en de partijen ad valvas in opdracht van de officier bedaagd geweest wegens de uitlandigheid van de bezitter door Van Quoithoven, verscheen er niemand om te voldoen. Op 27 februari werd het saisijn verleend aan de partijen.

 

1749, 18 maart. P. 463

Peeter, Gerardus en Matheus Eelen hebben, na het afgaan van de tocht door hun vader Goris Eelen, een bampt gelegen “in den Overslaegh onder Coorsel” te koop gesteld. Reengenoten Tonis Geerts W., Tonis Larense O. Belast met de herencijns, anders los en vrij. Verder stellen ze nog een bampt te koop geheten “den Meulenslaegh”, Marten Leun O., “den meulen slaegh deijck” W., in de Overslaegh onder Coorsel gelegen. Los en vrij op cijns na. Dadelijk te aanvaarden. Lijcoop 5 vamen bier. Andries Nickmans, gerechtsbode, heeft de behoorlijke kerkproclamatie gedaan.

De beemden zullen afzonderlijk verkocht worden. Hogen met hogen van twee gulden, half voor verkoper en half voor de koper of kopers. Op de eerste genachte na pasen zullen de kopers de helft van de koopsom moeten neertellen en de andere helft op de dag van bejaren. De kopers moeten alle onkosten betalen. Lijcoop op de eerste beemd een half ton Diesters bier. De palmslag werd gegeven aan Magriet Tielen weduwe van Arnoldus Schuijlens voor 810 gulden. Ze zet 70 hogen, Lambert Witters zet nog 5 hogen. Vervolgens zette Magriet nog 3 hogen en daarmee verbleef het aan haar.

De palmslag van de tweede beemd werd gegeven aan Jacobus Luijx voor 340 gulden. Hij zette 10 hogen. Matheus Voskens zette nog 1 hoge, Jacobus Luijcx nog 4 hogen. Hiervoor bleef de koop aan hem. Attestor H. Gijbels, secretaris van de justitie van Exel en Hechtel.

Magriet Tielen rechten 13 – 16; pontp., loss.

Jacobus Luijcx rechten 13 – 16 –

 

1749, 24 april. P. 465

Gichten van de bovenstaande percelen aan de kopers. Godsgeld is telkens 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. De lijcoop wordt in gulden geschreven: 10 gulden voor Jacobus Luijcx en 16 gulden voor Margriet Tielen.

 

1749, 24 april. P. 469

Joannes Nulens, molder van “die Vuertenschen molen oft Catelsche molen” (Castel) voor en in de naam van sr. Hessel de Dinter nomine uxoris de Manni, de joufr. N. Louvrex weduwe Sch.. en joufr. N. Louvrex, jongedochter, heeft gereleveerd de goederen die hen zijn aangekomen na de dood van het echtpaar Lud. de Louvrex en N. Courselius zaliger. Het gaat om de molen van Castel onder Coorsel gelegen. Relieven 5 – 12 ½; loss. 4 – 12; boet 3 – 3; samen 13 – 7 ½

Deze goederen worden op het volgende los blad (P. 472) wellicht opgesomd:

“Folio 457: D’erfgenaemen Lambreght Gierts voor Wauter Rogeri voor Jan Meulensteen, voor Jan Wijnen van een bloock achter die molen sluijse groot omtrent twee bunder reg. die maelbeeck suijden, d’erfgenaemen Jesper Smeets N., d’erfgenamen Renier van Erpecom (Peeter Geerts) W. en de Castelschen Deijck O. Genaempt het Slagh Veldt”. 1,5 vat evie; 3 vierdel rogge

278 “D’erfgenaemen Lambreght Geerts alias Coerselius voor Willem Geerts van een stuck erffs gelegen in den Hoogenbosch, reg. die beeck N., d’erfgenaemen mr. Jan Vaes O.? Henric Meijen ende Kijn Hoex Z. en Merten Elen W. 11 denier”

319 esso Sr. Hessel. “D’erffgenaemen Lambreght Geerts alias Coerselius voor Peeter Stevens van een stuck broucx geheten die “Twee Dijcken”, tusschen die moelens van Coorssel gelegen, reg. den H. Geest Bempt N., Geert Rijmen (Peeter Geerts) O., d’erfgenamen Peeter Zeuws (Mattijs Bleux) Z., hen selffs erve westen. 5 denier”.

321 sr. Hessel ende cons. “D’erffgen. Lambreght Geerts alias Coorsselius voor Lambreght Geerts voor Jan Van Meulstee ende Wauter Rogiers van den slaghmolen tot Castel gelegen regt. den deijck O., Jesper Smeets N., Rogier van Erpecom W. en die maelbeeck Z.” 6 denier.

Hier vinden we een hele berekening, die niet werd overgenomen. Totaalsom: 22 – 0 - 1

 

1749, 13 juni. P. 470

Frans Rubens, naast zijn huisvrouw Catharien Lambreghts, en Renier Lambrechts - de laatste na voorgaand relief na het overlijden van zijn zuster Marie Lambrechts – transporteren tot behoef van Balthus Lambrechts een perceel broek genaamd “die Spoije” onder Schulen gelegen, palend die Voort O., “den Nauwenbempt” W., “die Nauw Linde” van de kinderen Frans Luijten N., Jan Gobben “Croolshoff” Z. Dit perceel broek is een wisselbeemd met de kinderen van Frans Luijten. Verkocht voor 106 gulden Brabants Luijcx eens. Er moet cijns betaald worden in Copis laethoff en aan Zijne Excellentie. Copis Hoff relief 3 – 0 ½ solvit Renier Lambrechts, gicht 6 – 10- solvit Baltus Lambrechts.

 

Los blaadje. P. 473

Opsomming van kosten van het officie tegen pand van Bartholomeus Meeuis, van 10 oktober 1748 tot 30 januari 1749. De achterstallige ceijns wordt opgesomd:

Ceijns 1742    1 vat    0 - 16 –

            1743    1 vat    1 – 0 –

            1744    1 vat    1 – 0 –

1745    1 vat    0 – 16 –

1746    1 vat    0 – 15 –

1747    1 vat    1 – 5 –

1748    1 vat    1 – 5

1749    1 vat    0 – 18 –

boete                           1 – 1 –

                                   8 – 16

 

1749, 13 juni. P. 475

Lenaerdt Van Swartenbroeck legt een notariële akte voor beschreven door notaris Joannes de La Court op 2 maart 1749. Hij verzoekt de realisatie en registratie.

Akte. De notaris, residerend in Hasselt, noteert in opdracht van begijn Ida Maria Cuyx dat zij voor de justitie van Lummen verschenen is om de panden van Lenaert van Swartenbrouck te beklagen wegens achterstal in de betaling van een rente van 10 gulden 10 stuivers, volgens gichte van 9 februari 1668 voor deze justitie gepasseerd. De rente staat tot last van huis en hof in Schuelen gelegen. Ze is genoodzaakt geweest om te institueeren (zaak instellen) tegen Louis Clercx en zijn echtgenote Marie Fereijns, als laatste betalers van deze rente, om betaling van de verlopen te bekomen. Ze vreest dat ze geen geld meer gaat zien en dat Van Swartenbroeck haar een langdurig proces zal aandoen. Daarom heeft ze besloten van deze rente over te dragen en te kwijten aan Lenaert Van Swartenbrouckx, present diens huisvrouw Marie Gertruijt Luyten, voor de som van 62 pattacons. Ze heeft dit geld ontvangen in stukken van 3 souveraijnen en 3 verdugadinghs en verder ander gangbaar geld. Ze heeft dit geld ontvangen boven de onkosten die ze gemaakt heeft. Deze kosten zal Swartenbrouck “tot indemniteyts” van de begijn aan haar terugbetalen. Hij komt nu in haar plaats voor het optrekken van de rente. Opgemaakt in Hasselt in het huis van de begijn in de Demerstraet. Getuigen: schepen van de justitie Kermpt Walterus Ghysens en Peeter van Russels gewezen burgemeester van Stevoordt.

Gicht 1 – 17 ½; registratie 1 – 10 -; pontp. 12 – 8 -; loss. 0 – 10 ½; samen 16 – 6 –

Wellicht hangt dit samen met het volgende losse blaadje:

P. 481

Het testament van begijn Catharina Paesmans bepaalde op 3 april 1615 dat ze aan Lenaert Van Swartenbrouck, haar neef, omdat hij haar zuster zaliger en haar grote dienst heeft gedaan als momber en daarvoor nooit vergoed werd, een legaat liet van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks staande aan Marie Smeets alias In de Borre in Schulen. Dit testament werd beschreven door Ren. Moers, gezworen commissaris van de stad Hasselt. Op 16 juni 1616 heeft Vincent Spralants voor de justitie van Lummen gereleveerd namens het begijnhof van Hasselt het legaat dat aan hen gemaakt is door Catharina Paesmans zaliger: diverse renten en onder andere 3 rinsgulden 10 stuivers jaarlijks op panden van Maria Smeets in Schuelen. Dit testament werd gerealiseerd voor de justitie van Lummen op 1 oktober 1612. Deze rente werd betaald door Louwies Clercx tot 1746 incluis. “naer te sien op wat panden dese rente staet”.

 

1749, 19 juni. P. 490

Christiaen Gueffens, voor zichzelf en voor Johanna Gueffens en voor Jan Roulants achtergelaten weeskind van Marie Gueffens, heeft gereleveerd na de dood van Jeronimus Gueffens en Anna Catharien Ghijsens, zijn ouders zaliger. De nalatenschap bevat huis en hof gelegen in Herlle onder Schuelen, palend de heerbaen Z., de Herllestraet N., de Stappestraet W., de heer de Rivardy O.

3 – 15; loss. 0 – 4 ½; boet 1 – 1; samen 5 – 0 ½

 

1749, 10 juli. P. 495

Siemon Van Hout, Peter Klaijnders (?) van Beferloo (Beverlo) als mombers van de erfgenamen van Arnout Aerts dragen op huis en hof in Stael gelegen, aan Mechiel Geerts voor 600 gulden “tot aen kerstmis 25 gulden”. De koopsom werd voldaan. Onbelast met uitzondering van cijns en dorpslasten. Lijcoop 16 gulden, goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorsel. Het goed grenst Bartel Vandewijer O., s’heeren aert W., Z. en N. Geerts kwam ter gichte.

3 – 15; 4 ¼ chijns.

Pontpenningen ad 22 – 10 – mits een 4e part Brabants is.

Nota t’ relieff 10 juni 1749 relieff regenoten te veranderen.

 

1749, 10 juli. P. 497

Franciscus Aerts en Caeroeles Dewe als man en momber van zijn huisvrouw Francisca Aerts(?) releveren na de dood van hun ouders een perceel land gelegen in Stael, palend Bartel Vandewijer O., s’ heeren aert W., Z. en N. Nog een perceel broek in den Overslag gelegen, grenzend O. de heer prelaat van Floref(?), W. de erfgenamen van Jan Tielemans, Z. en N. de beek.

 

1749, 18 september. P. 507

Jan Maes releveert na de dood van zijn vader Jan Maes en zijn moeder Lisabet Baems een perceel land gelegen in Caestel, O. heer Seijsens, Z. Wielhelmus Witters, Gedereijt N. Mattijs Witters (zo!); nog een perceel daar O. Daenel Slangen, Z. heer Seijsens, W. Liesabet Seijsens, N. Wilhelmus Witters. Jan Maes kwam ter gichte.

 

1749, 18 september. P. 507

De mombers Maggiel Mijen en Mattijs Stevens van de nagelaten kinderen van Peeter Eijgen en Catrina Vande Wijer, namelijk Jan, Ida, Peter, Liesabet, Marie Ana Eijgen, releveren hof in Stal gelegen, O. den Crom Hoef (?), W. Jan van de Weijer, Z. de erfgenamen van Aert Huijbrigts, N. de Poest Ban (postbaan?); een perceel land daar gelegen, O. de erfgenamen van Siemon Beckers, W. Jan Vande Berg, Z. Jan Seijsens, N. Jan Munters; een perceel land in Coorsel op het Fliegers Ende gelegen, O. eigen erf, W. Jan Wouters, N. s’ heeren aert, Z. Henderick Beits; een perceel daar gelegen, Peeter Hermans W., eigen erf N. here aert; een perceel broek in Oversel gelegen, O. Van Poestel erfgenamen, W. Jan Henderickx, Z. heren aert, N. de beek; een perceel broek genaamd “den Gieles Bimt”, O. Jan Coumans, N. Joerus Van Ubbel, W. Aert Witters, Z. Jaecoubus Diellen; een perceel land in Coorsel genaamd “het Caeliel”(?), regenoten N. Maegiel Goossens, O. Jan Jackopts, Z. ?, W. heeren straet. Voor dobbelen suijs 17 ½ stuivers. 2 vaten evie.

Ze releveren nog als leen een perceel broek “den Baertman”, de erfgenamen van meester Jan Beckers N., de beek W., Jan Reijnders Z., Peeter Dries, Lem man, Jan Eeijen (? Heel de tekst onder voorbehoud wegens zeer moeilijk geschrift).

 

1749, 09 oktober. P. 511

Akte overgegeven ter realisatie door Christoffel Luijten. Kosten:

Pontpenningen = 24 = 0 ; gicht = 1 = 17 = 2; loss. – 1 = 4 =; registratie 1 = 10; totaal 28 = 11 = 2

Voor notaris H. Van Muijsen, residerend binnen de stad Hasselt, verschenen op 5 september 1747 joufr. Anna Maria Ambrosij weduwe van burgemeester Fredricus Cox 1) en Christoffel Luyten wonend in Schuelen vergezeld van zijn instemmende vrouw Christina Vernijns 2). De eerste verkoopt aan de tweede partij een stuk akkerland gelegen in Schuelen, ongeveer 3 vaten sayens groot. Het is gelegen op de Berre Boschstraet, palend de straat aan 2 zijden, Hubert Gobben en Dirics Was. Onbelast op grondcijns na. Verkocht voor 24 gulden jaarlijkse onkwijtbare rente die op het voorschreven stuk geaffecteerd wordt en op een perceel land dat aan de tweede comparant toebehoort uit hoofde van zijn vrouw. Het gaat om 3 vaten saaiens uit een stuk van 6 vaten groot genaamd “het Haesen Stuck”, waarin de kinderen van Willem Weijns de wederhelft bezitten. Het is gelegen in Schuelen omtrent de Waterschans en grenst Wauter Boes, Ida Joors, de representanten van Peeter Vander Eijcken en het wedergedeelte. Dit tweede stuk is reeds belast met 310 gulden kapitaal: 200 aan de weduwe van advocaat Joannes Baptista Loijens, 100 gulden aan de weduwe Van Hees en aan Hubert Gobben 10 gulden. Deze rente van 24 gulden zal jaarlijks vallen op Sint Andries vanaf 1748. Bij achterstallige betaling mag dadelijk geprocedeerd worden en kan ze de goederen bekomen met een geprivileerde conde van 15 dagen tot het saijsijn. “Des is conditie dat den tweeden comparant sal moeten den moet werven van Guiliam Vernijns tegenwordigen huerder des lants, indien desen eenige vetgie oft verbetering int landt te pretenderen heeft”.

Opgemaakt in Hasselt in het huis van de eerste comparante in aanwezigheid van de getuigen Agnes Hermans en Aldegond van Ghenck.

 

1749, 23 oktober. P. 516

Jof. Elisabeth Stijnen, jonge dochter wiens moeder getrouwd is geweest met Matthias Vanuijtrecht, 6 gulden jaarlijks
Jacobus Van Swijgenhoven man van Maria van Uijtrecht 3 gulden

Margrita Van Uijtrecht, jongedochter, 3 gulden jaarlijks

Deze 12 gulden jaarlijks, uit een grotere rente van 24 gulden, staat geaffecteerd op panden van Jeroen Gueffens, nu zijn erfgenamen, gelegen in Schuelen in Herlle. Deze 12 gulden maken deel uit van de nalatenschap van Mattheus van Uijttrecht en Marie Van Cuelen, hun ouders zaliger.

3 – 15; 1 – 1; conde 4 -; loss. 0 – 12 -; prop. 0 – 18; totaal 6 – 10

 

1749, 27 oktober. P. 517

De mombers van het achtergelaten kind van wijlen Aernoelt Huijbrights en Barbara Coemvens, met naam Marie Huijbrights, namelijk Henderick Huijbrights en Leijs Coemvens releveren huis en hof in Gene Stael gelegen. Palend O. Jaecoebus Berten Z., hun eigen erf W., de erfgenamen van Peter Eijgen N., de Poest Baen oft heren aert. De mombers kwamen ter gichte met ban en vrede. Cijns 0 – 6 –

 

1749, 27 oktober. P. 517

Toemaes, Joris Gerts, Marie Helen Aellegonda Aploonia Gerts releveren na de dood van hun ouders Jooris Gerts en Elisabeth Tielens een perceel land gelegen in Coersel. Palend O. Caespar Reijnders, W. de erfgenamen van Jan Van Voorst, N. de erfgenamen van Jan Beckers, Z. de Paelemans Hoef. Nog een perceel int Oversel gelegen, O. Peeter Kopts, W. Jan Lekens en de erfgenamen Poulus Nopts, N. de Bosch, Z. heeren aert. Nog een perceel broek daar gelegen, palend O. Jan Vaes, W. Peter Dieden(?), N. de beek, Z. de gemeijn heide. Nog een perceel op den Hoogen Boes gelegen, O. d erfgenamen van Gielis Wouters, W. Maegiel Claes, de beek N, Z. de heren aert. Nog een perceel aan de Foegels Berg gelegen, is een “ries oeft heijthoef” waarvan Jaespar Tielens de wederhelft heeft. Palend rondom heren aart, voorders Art Goudart (?). Ze kwamen ter gichte.

Ontvangen voor de dobbelen “suijs” 14 S ½

 

08 januari 1750. P. 520

Helena Vos weduwe van Francis Stappers, met haar enige dochter Marie Anna Stappers (25jr) hebben ontvangen 100 gulden Brabants Luijcx uit handen van Jan Van Opre van Schuelen. Ze zullen daarvoor jaarlijks een rente van 5 gulden gelden, met valdag op 29 oktober en voor het eerst in 1750. Steeds kwijtbaar met zelfde kapitaal. Ze hypothekeren deze rente op 3 sillen bempts gelegen in Schulen achter Guijlick, waarvan de wederhelft toebehoort aan N. Van Quoithoven van Herck, palend de Groote Herck W. de edele heer de Libotton met consorten O., Jan Lambrechts N., de heer van Meldert Z. Jan Van Opre kwam ter gichte. Solvit de renteheffer jura.

1 – 17 1/2:; pontp. 5 – 0; loss. 0 – 5; totaal 2 – 2 1/2

 

1749, 24 november. P. 527

Jan Beckers en Joan Maes als mombers van de achtergelaten kinderen van Jan Maes en Barbara Berten namelijk Barbara Maes, Lisabeth Maes, releveren na de dood van hun ouders. Een perceel broek in de Perse Biemde gelegen, O. Jan Put, N. de erfgenamen van Mattijs Maes, W. Dries Belen van Heusen, W. Jan Brouwers. Nog een perceel land in Coorsel gelegen, O. de erfgenamen van Henderick Smets, Z. Jan Reijnders, N. en W. heren aert. Nog een perceel land aan de Poestelmans Hock, W. Peter Surmans, N. Brigida Vanden Heijden, hun eigen erf …(?), O. heren aert.

Ze kwamen ter gichte.

 

1749, 25 september. P. 529

Op 25 september 1749 compareerden voor ons, schepenen van Lummen naar Loons recht, Jan Frederix en Geerdt Gijsens als man en momber van zijn vrouw Marie Frederix, in eigen naam en voor hun consorten namelijk (Cathari)ne Frederix en de achtergelaten kinderen (van hun zuster) Elisabeth Frederix. Ze hebben verzocht te releveren de helft van twee ‘daghmael broux’ genaamd ‘den Graubaert’ gelegen te Gestel waarvan de wederhelft toebehoort aan Jan Geerts van Genebos. Palend in zijn geheel aan Rombaut Vaes ten zuiden, aan Jacobus Van Den Ardewegh ten westen, aan Jan Frederix voorschreven ten oosten en aan Jan Anthoon Put ten noorden. Verder de helft van een stuk ‘broux’ genaamd ‘den Kummerlier’, samen twee ‘daghmael’ groot, waarvan Jan Anthoon Put de helft bezit, het geheel palend aan Jan Persoons ten oosten, de ‘Maelbeeck’ ten noorden, en aan Hend. Put ten westen en henzelf ten zuiden. Dit alles is hen toegekomen na de dood van Jan Frederix en Catharina Corthouts, hun ouders.

Kosten 3 – 15; 2 – 16 – 1; samen 6 – 11 – 1.

 

Op dezelfde dag verzoeken de voorschreven Jan Frederix en Geert Gijsens q.q. te releveren na de dood van hun voorschreven ouders in “Schelen Hooff”. Het gaat om een “huijs hooff gelegen te Schuelen, palend aan de straat ten westen, hun eigen erf ten zuiden en ten oosten, en de ‘Winterbeeck’ ten noorden.

3 – 15; 0 – 7 – 0: samen 4 – 2. De beide samen: 10 – 13 – 1.

 

1749, 06 november. P. 531

Medeschepen Joannes Reijnders verklaart dat Barbara Schroijen, “bejaerde” jongedochter in zijn handen wettelijk “stipulerende” huis en hof verkocht gelegen in Coorsel op den Aerdwegh, omtrent 3 vaten saijens groot, grenzend O. Claes Hermans, het huis en de opheldinghe Z., s’ heeren ardt W. en N. Aan Peeter Tilemans, die koopt voor 780 gulden Brabants eens. Onbelast met uitzondering van cijns en dorpsschattingen. Godispenninck 5 stuivers aan de kerk van Coursel, lijcop 15 gulden.

Pontpenningen, omdat een groot deel Brabants is volgens verklaring van schepen Reijnders, 15 – 0; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 4 ½; totaal 17 - 2

 

1749, 20 november. P. 531

Peter Tielmans bekent de naderschap van de voorschreven koop aan Jan Schuermans. Hij kreeg zijn geld terug.

 

1749, 06 november. P. 532

Schepen Reijnders verklaart dat Niclaes Hermans en zijn vrouw Elisabeth Van Herck in zijn handen hebben opgedragen tot behoef van Jan Reijnders een perceel broek gelegen in Coursel aan de “Binnensmans Hoven”, grenzend O. de erfgenamen Haub. Van Herck, W. Hend. Briers, N. Matthijs Lekens, Z. onze “confrer” Reijnders. Verkocht voor 332 gulden Brabants eens. Enkel belast met heerencijns en dorpsschattingen. Godtspenninck 5 stuivers, lijcop 10 gulden.

Pontp. 16 – 12; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 1; samen 18 – 10 – 2

 

1749, 20 november. P. 533

Peter Alen releveert na de dood van zijn ouders Jan Alen en Anna Weijens een perceel broek gelegen in Schuelen aan den Molenwegh, grenzend den Molenwegh O., Jan Lambrechts Z., Henric Huveneers erfgenamen N.

3 – 15 -; loss. 0 – 1 ½; samen 3 – 16 1/2

 

1749, 04 december. P. 534

Jan Reijnders Jans zoon van Coursel verkoopt 2 halsters land gelegen in Coursel op die Schrickheije, genaamd “die Hoeve”, palend Hend. Reijnders O., Marie Vandeweijer W., Hend. Van Postel N., s’heerenstraet oft Schrickheije Z. Aan Anthoen Van Herck voor 155 gulden Brabants Luijx eens boven 10 hogen. Onbelast met uitzondering van cijns en dorpslasten. Godtspenninck 1 stuiver, lijcop een half ton bier. De opdrager verklaart dat de “wegh oft vaerte” gaat tot het erf van de opdrager door een “steghe lanstx den Alffsbergh”.

Pontp. 8 – 10 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 – 2; samen 10 – 9 – 0

Relieff 4 – 17 – 2; dicit relevesse over 3 a 4 jaer 15 – 6 - 2

 

07 november 1749. P. 535

Jan Fredrix den Jongen van Ghestel, voor zichzelf en voor zijn zwagers Geert Gijsens en Willem Hauben en voor de kinderen van zijn zuster Elisabeth Fredrix verwekt in huwelijk met Herman Peeters, heeft de “keure gekoelt” zoals geaffecteerd staat op huis en hof gelegen in Schulen op die Stap, palend de straat W., de Winterbeeck N. en O., hun eigen erf Z., na het overlijden van zijn vader Jan Fredrix. Deze keur was door de heer drossaard Colard geconvenieerd in de naam van Zijne Excellentie voor 32 gulden eens. Tot keurdrager werd de comparant Jan Fredrix gesteld. En is in hoede gekeerd.

 

1749, 18 december. P. 541

Broeder Peeter Moernaut, residerend en woonachtig in Herck, legt omtrent 9u in de morgen een akte voor beschreven door notaris J. Mommen op 12 juli 1749, verzoekend realisatie. In deze akte geeft de heer Thomas Reverdi, priester, rentconstitutie tot behoef van frater Petrus Moernaut voorschreven. De rente wordt gevestigd op een perceel bos gelegen onder Schuelen, palend de heer Stellingewerff van Hasselt O., Jan Gobben N. en op een perceel land genaamd het “Herle Veldt”, Jan Serdons erfgenamen O., Jeroen Gueffens erfgenamen W. en s’ heeren straet. Nog op een perceel genaamd “den Paddenpoel”, afkomend van Jaspar Conincx, palend die Roose Straet 1), s’ heeren straet 2) en verder op alle panden die toebehoren aan de E.H. Thomas Reverdij en die hier sorteren. De schepenen realiseren de akte.

 

1749, 23 december. P. 543

Sr. Lambertus Nicolai legt een handschrift voor ondertekend door T. de Reverdi op 10 augustus 1749. Hierin vinden we de rentconstitutie door de heer Reverdi tot behoef van sr. Lambertus Nicolai. Nicolai verzoekt realisatie hiervan.

Met zijn handschrift verklaart de heer Thomas de Reverdi dat hij tot behoef van de heer Lambert Nicolai een jaarlijkse rente van 5 gulden opdraagt. Hij heeft hiervoor uit handen van Nicolai de som van 100 gulden Luijcx geld ontvangen. Rente kwijtbaar voor zelfde som, bovenop de verlopen en onkosten. Deze rente wordt geaffecteerd op de helft van zijn winning en dependerende goederen gelegen zowel onder Schulen als onder Berbrouck, tegenwoordig bewoond door Louis van Tielt. Als afbetaling van het kapitaal kan de heer Nicolai het bos kappen dat onder Schuelen gelegen is en waarvan de waarde door bekwame mannen zal vastgesteld worden. De valdag zal voor het eerst op deze datum in het jaar 1750 zijn. Opgemaakt binnen Herck in het huis van Joannes Gilis, genaamd “den Haen”.

Kopie van de hand van Eustachius Timmermans in 1750.

 

P. 548

“Jacobus Vandeput nu

vernadert Jan Antheunis 12 gulden Herck

Mattijs Meijckens

Geneijcken

Paulus Vandebeeck 4 gulden Herck

Arnold Bremps 4 gulden Schackebrouck

De armen van Herck

op die weijde Marie Koninck

in huringe Frans Rubens

6 gulden”

 

Bundel 17

 

1750, 05 januari. P. 553

Jan Lambriges, met instemming van zijn echtgenote Petrenel Scuermans, en in het bijzijn en met instemming van Mattues Scuermans en Jan Coumans. Ze hebben een akkoord gemaakt over een goed dat hen na de dood van Liesabet Brulfsfels(?). Het geldt geen cijns en is gelegen onder Coorsel in den Derijck(?), sheeren aert W., de pastoor van Coursel N., Z. Machiel Mijen. De 3 opdragers hebben zich verbonden en het goed tot pand gesteld voor 90 gulden aan Maggiel Mijen, die ter gichte kwam met ban en vrede. Onder voorbehoud wegens schrift!

 

1750, 29 januari. P. 561

Henric Hermans verklaart opgedragen te hebben tot behoef van Peeter Hermans, broer van de opdrager, een perceel land in Coorssel opt Vliegen Eijnde gelegen, palend Jan Maes erfgenamen O., Peeter Eijgen erfgenamen W., de koper Z. en N. Voor 200 gulden Brabants Luijcx eens boven de uitgaande lasten. Het is belast met 100 gulden kapitaal aan de celzusters van Zaut Leuw (Zoutleeuw), met heerlijke cijns en gemene dorpslasten. Peeter Hermans werd in het perceel land gegicht met recht.

Pontp. 10 – 0; 1 – 17 ½; loss. 0 – 4 -; totaal 12 – 1 ½

 

1750, 26 februari. P. 563

Jan Hermans releveert na de dood van Joris Hermans en Cecilia Maris, zijn ouders zaliger, een sille broek opt Ruijer Broeck gelegen, wisselend met Henric Hermans, “het doncken” van de heer van Lauw N. (Loye), de heer advocaat Briers O., Jaspar Vandereijcken W., het zusterklooster van Hasselt Z.; 2 percelen land opt Billen Eijnde, “het Dondervelt” Z., joufr. Coex bij evictie W., Mattijs Hoelen N., Wauter Jacobs O.

3 – 15-; 1 – 1 -; loss. 0 – 1 -; samen 4 – 17

 

1750, 06 maart. P. 573

Om 10u voormiddag compareerde voor stadhelder en leenmannen van het land van Lummen de heer Gilis Boolen man en momber van jof. Elisabeth de Pretre, voor zichzelf en voor de heer Henri Francis de Pretre majoor ten dienste van Zijne Koninklijke Majesteit van Spanje, die releveert na de dood van jof. Cecilia de Pretre weduwe van Libertus Lieffsoens de lenen die hen zijn aangestorven. Aan de ommezijde van het documentje p. 574 vinden we een opsomming van de percelen. “de Pretre” staat boven de volgende opsomming:

Fol. 93, 223, 357v: een stuk broek genaamd “die Palmerdonck”, palend de Halbeecker Dijck in 2 zijden, mr. Willem Neven 3) en de “Drij Beck” 4). Nog “het Gesuer”, palend Lamb. Neven, Aert Cuepers, den Halbeecker Dijck. Samen een leen.

NB. Een perceel omtrent de winninge gelegen, genaamd “het Busselken”.

Schelenhoff: van “den Heijliger Dries” achter hun winning gelegen, palend de heer Guilliam Quoitbach O., heer Fabricius W., hun eigen erf N. (1 ½ vat(?) rogge); van een bempdeke ernaast gelegen, nu samen een erf. Palend heer Fabricius W., sr. Egidius Russon (Russou ?) Z., hun eigen erf aan de andere twee zijden 1 vat evie.

Folio 233v. Huis en hof in Schulen, de straat O., sr. Joan Fabritius W., Servaes Vandereijcken N., Wauter Taelmans met hun bos Z.: XIII ½ 1 cop.

Nog van “den Custers Guije”, nu een hofje, palend Mattijs Joors O., s’heerenstraet N., hun eigen erf W., Daniel de Gleser Z.

Folio 246. Van de Loens goije, 3 percelen. 21 (denier?)

Folio 258. Arnold Roulants van een stuk broek genaamd “den Papelier”, palend de Herck N., Lenaert Germijs met “den Doutssart” O., sr. Joris van Schulen Z., Jan Vande Bueckenbergh W.

 

1750, 09 april. P. 587

Er wordt een akte voorgelegd om te realiseren. Notaris A. Kemps, residerend binnen Hasselt, beschrijft een verkoop. E.H. Thomas de Reverdij, priester, joufr. Isabella de Reverdij meerderjarige jonge dochter, kinderen van wijlen de edele heer Joannes Felix Eustachius de Reverdij en van Maria Christina Rosa Corselius; broeder Peeter Moernaut eremijt wonend in Wuestherck; sr. Henricus van Muijsen secretaris van Stevoort en Berbrouck en zijn echtgenote Maria Agnes Pelenders; Lowies van Tielt en zijn huisvrouw Magdalena van Niel dragen samen hun titels, gerechtigheden en bezittingen op van een winning en annex goederen, bossen, weiden en landen gelegen voor een deel onder Berbrouck en voor een deel onder Schuelen. Deze goederen zijn afgekomen van de ouders van de heer en joufr. de Reverdij. Het huis en de goederen gelegen onder Berbroek zijn onlangs uitgewonnen door de burgemeesters van Berbroek wegens niet-betaling van de schattingen. Broeder Peeter voorschreven had deze goederen uit hun handen gepurgeerd voor de conservatie van een rente van 20 gulden jaarlijks die tot zijn behoef was gecreëerd door E.H. de Reverdij voorschreven “welcken broeder Peeter sedert rakende sijnen titel in bespreeck was met den voorschreven secretaris Van Muijsen” en voor andere goederen waaronder een rente van 14 gulden jaarlijks waarvoor de heer de Reverdij tot behoef van Jan Cox een perceel land genaamd “het Herleveldt”, behorend tot de gemelde winning, begeven heeft dat gelegen is onder Schuelen. Dit land behoorde voor een gedeelte aan de heer en joufr. de Reverdij en voor een gedeelte aan Lowies van Tielt. Al deze goederen dragen ze op aan de edele welgeboren heer Adrianus de Heusch, raadsheer van “sijne doorluchtighste eminentie van Luijck, heere van Herten, Lantwijck, Hommelen etc.”, die koopt voor de som van 1130 gulden. Hiervan heeft broeder Peter 580 gulden ontvangen en hieruit heeft hij aan sr. Van Muijsen het geld terugbetaald dat hij van hem via afspraak bekomen had. De heer en jouffrouw de Reverdij hebben 520 gulden ontvangen. De rente van broeder Peeter Moernaut wordt betreffende de goederen van de winning gemortificeerd niettegenstaande zijn rechten 150 gulden hoger belopen dan het geld dat hij hier ontvangen heeft. Voor de resterende som van 150 gulden uit de 400 gulden kapitaal reserveert hij zich nog 150 gulden tot last van de andere goederen van de heer de Reverdij, namelijk op het goed gelegen in Wesemael in Brabant, om daaruit zijn intrest te trekken. De E.H. en joufr. de Reverdij verklaren dat de winning in kwestie voor de rest nog slechts bezwaard is met een rente van 20 gulden jaarlijks aan de heer pastoor van Sint Gangultus in Sint Truijden, 10 of 11 gulden rente aan Croels en Hanson, 10 gulden rente aan joufr. Coghen, 100 gulden kapitaal aan sr. Nicolai, 4 vaten koren rente aan de armen van Wuestherck, 4 vaten koren aan “eenen persoon in ’t Haspegauw”, capuijnen en kleine cijns in verscheidene hoven en bondergeld. De heer Van Muijsen doet afstand van zijn rechten, broeder Moernaut staat garant voor een goede kwijting en Louwies van Tielt met zijn echtgenote staan garant voor eventuele fouten uit zijn hoofde voortkomend. Lowies van Tielt zal dit jaar nog het koren mogen oogsten dat hij gezaaid heeft op de landen genaamd “den Paddenpoel” en “het Boschkens”. Alle openstaande bondergelden blijven tot last van de heer acceptant, met alle verlopen van de voorschreven renten en cijnsen. Opgemaakt in het huis van de heer Van Muijsen binnen Hasselt in aanwezigheid van de getuigen Catharina Selmaeckers en Maria Floren.

 

1750, 08 mei. P. 596

Jan Van Opree van Schuelen heeft als vaderlijke oom de eed van trouw gedaan als momber van Mattheuwis Opre, zoon van Mattheuwis Opre en van Catharina Schuermans. 3 – 15 -; off. 1 – 1 -.

 

1750, 05 juni. P. 597

Guilliam Vanderlochten, in aanwezigheid van zijn instemmende echtgenote Marie Spex, heeft een half vat land verkocht gelegen onder Schuelen in de achterste hof van Jan Joors en Jan Joors aan de Sint Joris schans. Het land grenst de Schans Straet O. en Z., Jan Joors W., Willem Maris N. Baltus Lambreghts koopt voor 72 gulden Brabants Luijcx eens, die voldaan werd in stukken van Spaensche pistolen en goed gevalueerd geld. Het goed is belast met 6 stuivers ¼ jaarlijks aan de erfgenamen van Jaspar Vander Eijcken. Lijcoop 1 gulden, roepgeld 1 gulden. Enkel gemene dorpslasten te betalen. Pontpenningen 2 – 12 -; 1 – 17 ½; totaal 5 – 9 ½

 

1750, 05 juni. P. 599

Wauter Daems, voor zichzelf en voor zijn broers Geert Daems, Zacharias Daems, Jan Daems, Bertus Daems, Andries Daems, releveert de nalatenschap na de dood van Aldegond Vandevoort, hun grootmoeder, weduwe van Henric Gruijters: een perceel land gelegen in Schuelen, genaamd “die Biellemansheije”, palend het zusterklooster van Hasselt O., Wauter Jacobs Z. en N. Willem Vandeput W. Nog een perceel broek gelegen in Schuelen en een rente van 8 gulden aan Lamb. Meijckens Jans zoon. (dit laatste is doorstreept). 3 – 15 -; loss. 0 – 12; totaal 4 – 7.

 

1750, 03 juli. P. 600

Sr. Guill. Pelsers als man en momber van Maria Catharina Leijssens releveert na dood van Peeter Leijssens en Catharina Bosmans (de ouders van de vrouw): huis en hof in Courssel gelegen, palend de Savelstraet Z., Henrick Reijnders W., Henricus Van Postel erfgenamen met N. Tielens van Diest N., de Hoemmelaeck van de weduwe Henric Gijbels met Jacobus Van Eubbel O.; een perceel dries daar gelegen, palend de straat N. en W., Gielis Wouters weduwe O., Henricus Van Postel met N. Tielens met sr. Val. Wauters N. 3 – 15 -; loss. 1 – 0 -; totaal 4 – 15

 

1750, 03 juli. P. 601

G. Claes, licentiaat medicijnen in de naam van zijn moeder weduwe doctoor Claes releveert een rente van 20 gulden jaarlijks. Deze is afgekomen van Willem Schupkens, zijn moederlijke voorvader. De goederen die in pand staan, zijn huis en hof en erve onder Schulen in de Herlle Straet gelegen, 2 bonderen groot, palend die Herlle Straet N., burgemeester Adam Stellingewerff W., Jan Sardons erfgenamen ter 3e en Jan Schepers ter 4e. Deze goederen kwamen van Mattheuwis Cottreels, daarna Marten Clemens, en worden momenteel bezeten door de weduwe Arnold Grieten, nu getrouwd met Willem Van Hove. Deze rente werd hier gerealiseerd “ad cantelam” op 6 juni 1680. De comparant is genoodzaakt om te ageren tegen deze panden en heeft nu de pontpenningen van deze rente voldaan.

Pontpenningen 20 – 0 -; rel. 3 – 12; loss. 1; ban 0 – 3; boete 1 – 1; totaal 25 – 16.

 

1750, 03 juli. P. 601

Joannes Lambrichts, die zich eveneens sterk maakt voor zijn “confrere” Joannes Hanson, als gewezen burgemeesters van Schuelen voor het jaar 1748, dragen “bij maniere van purgement” op en “surrogeren” het recht van saisijn dat ze in naam van de gemeente van Schuelen verkregen hebben tegen de panden van Willem Van Hove die getrouwd is met de weduwe van Arnold Grieten, wegens wanbetaling van de schattingen, tot behoef van de experten heer dokter G. Claes in de naam van zijn moeder. Deze accepteert ‘tot conservatie” van een rente van 20 gulden jaarlijks die hij op dezelfde panden trekt. Claes betaalde de achterstallige schattingen en neemt de kosten op zich en kwam vervolgens ter gichte.

3 – 15; loss. – 4; samen 3 – 19; daarbij 25 – 16 komt op 29 – 15.

 

1750, 06 juli. P. 605

Carel Adriaens heeft gereleveerd na de dood van Catlijn Willems, zijn moederlijke “moije” zaliger, waar haar man Jan Henrick onlangs als tochtenaar uitgestorven is. Het gaat om de helft van een stuk land gelegen onder Corssel omtrent die Witters winninge, genaamd “die Kaelratt”, palend Willem Jagers (Jakers) met de wederhelft W., de gemeen heijde N. en Z., het Nieuwgoet van Jan Henricx O. Nog de helft van de helft van de voorschreven “Kaelrat”, Willem Jakers O. en Z., de heije N., die Hommelheijde W. Verder nog de helft van een perceel genaamd “den Peerssenbempt” gelegen onder het Oversel in Coorssel, Jan Beckers in den Postelmans Hoeck met de wederhelft O., dezelfde westen en noorden, s’heeren aert Z. Nog de helft van een perceel broek in Eversel gelegen, genaamd “het Hemelrijck”, waarvan Anna Jans weduwe van Jan Henricx de wederhelft heeft. Het geheel grenst Jacob Stockmans O., Jan Wouters N., Henric Smeets van Stal W., s’heeren aert die vroeger aan Jan Metten erfenamen toebehoorde Z. Nog een perceel broek int Eversel gelegen, ook genaamd “het Hemelrijck”, palend de heer Beckers van Beringen W., Jan Jacobs N., Jan Henricx O., s’heeren aert Z.

Met Eversel wordt hier waarschijnlijk “Oversel” bedoeld.

1 – 17 ½; loss. 12 ¾; samen 2 – 10 1/4

 

1750, 16 juli. P. 607

Leen. Bernard Ceijssens zoon van Peter heeft verklaard dat hij aan Willem Witters een perceel broek verkocht gelegen in Coorssel, genaamd “den Bartman”, grenzend Jan Rijnders O. en Z., Jan Knapen W., de oude beek N. Voor 525 gulden. Belast met 11 stuivers aan jof. Janssens van Hasselt, leenroerig aan zijne excellentie “onsen gen. Heere”. Willem Witters kwam ter gichte. Octroije 6 – 10 -; gicht 6 – 0 -; 12 – 10 –

 

1750, 03 juli. P. 609

Leen. Voor de stadthelder en leenmannen van de hoogedele heer graaf Vander Marck “des h. Roomschen rijcke ende van Sleijden als vrijheer des lants Lummen” verscheen sr. Guilliam Pelsers man en momber van Marie Catharina (van) Leijssens, dochter van Peeter Leijssens en Catharina Bosmans, die het leen releveert waar zijn schoonmoeder onlangs uitgestorven is. Het gaat om een perceel land gelegen bij het dorp van Coorssel, palend Barth. Gijsens vroeger Antoen Zeuws O., de weduwe van Henric Gijbels met de Hommelaeck W., Henricus Van Postel N., s’ heeren straet Z. Pelsers deed de eed van trouw. 6 - 0

 

1750, 16 juli. P. 609

Facteur van Langenacker releveert in de naam van de hoogedele heer Marie Philip Theodore Goswine baron de Malborgh, Rummen, Cartiels(?), Soimal etc. als huisheer van de hoogedele vrouw Marie Henriette gravin van Hoon de sille land gelegen in Worpt onder Schulen. Hierop heeft vroeger een huis gestaan en er lag een weide tegenover. Verder nog een sille land opt Hulten Cruijs onder Schulen gelegen. Deze goederen zijn op de gravin voorschreven verstorven na de dood van de heer graaf Caude de Hoen en Rummen.

Kosten 3 – 19 ½; Schelenhoff 3 – 19 ½; relief 1 – 17 ½; sch. loss. 0 – 3; relief Schelenhoff 1 – 17 ½; los. 1 – 10 ½; totaal 13 – 7 ½.

 

1750, 16 juli. P. 609

Facteur van Langenacker, in naam van het convent van de Alexianen binnen Hasselt, releveert alle goederen die ze hier bezitten. Deze zijn: een rente van 11 gulden jaarlijks op panden van Matteus Cortriels, daarna Merten Clemens en nu bezeten door de weduwe Arnold Grieten nu gehuwd met Willem Van Hove, en tegenwoordig bij titel van purgement toebehorend aan de weduwe van doctoor Claes; 3 – 10 jaarlijks op panden van Peeter Eijgen onder Coorssel; op panden van Peeter Zeeuws onder Coorssel 1 – 15 jaarlijks; op panden van de kinderen van Mattijs Ceijssens onder Coorssel gelegen 12 – 17 en 1 – 15 jaarlijks. Uit deze goederen zijn respectievelijk broeder Hubertus Jacobs en broeder Simon Grauls, paters van de Alexianen voorschreven, en broeder Jan Kannarts als laatste gichtdrager uitgestorven. Broeder Dominicus van Cosen, pater van de Alexianen, werd als nieuwe gichtdrager gesteld.

Boet 1 – 1; 3 – 15; 1 – 1° ¾ loss.; 0 – 6 kosten; - 2 conde; samen 6 – 14 ¾

Hierbij zit een los briefje p. 611 met volgende inhoud: Cellebroeders tot Hasselt

1702, 16 juni: broeder Hubertus Jacobs pater op panden Mattues Cortreels 11 – 0; op panden broeder Simon Grauls onder Coorssel 12 – 0; gekweten

1740, 14 januari: op panden Peeter Eijgen onder Coorssel 3 – 10; op panden Peeter Zeuws 1 – 15

1744, 30 april: op panden der kinderen Mattijs Ceijsens 12 – 17; item op dezelfden 1 – 15.

 

1750, 16 juli. P. 610

Wouter Daems heeft opgedragen tot behoef van Gilis Boenen, present zijn echtgenote Marie Ceijssens, die in koop accepteert een perceel land gelegen onder Schulen, genaamd “den Bellemans Hijde”. Het land erfde hij na de dood van zijn grootmoeder Aldegond Vandevoort weduwe van Henric Gruijters. Het grenst het zusterklooster van Hasselt O., Wauter Jacobs Z. en N., Willem Vandeput W. Verkocht voor 140 gulden Brabants Luijcx eens. Onbelast tenzij met heerlijke grondcijns en gemene dorpslasten. Lijcoop 1 gulden, goidtspenninck 2 oord. Marie Ceijssens kwam ter gichte.

1 – 17 ½; 0 – 2 ban; 1 – 19 ½; 7 – 0 pontp.

 

1750, 24 september. P. 614

Jan Munters van Coorssel verklaart dat hij de som van 100 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen heeft uit handen van Lenaert Smedts als afbetaling van een kapitale rente van hetzelfde bedrag die gevestigd was op een perceel land gelegen in Meldelaer. Het land “de Reu” in kwestie heeft Lenaert Smedts onlangs gekocht van Aerdt Smedts. Pand en persoon worden van de rente ontlast. Alle verlopen werden eveneens voldaan.

1 – 17 ½; - 5; samen 2 – 2 ½

Lenaert Smets kwam ter gichte.

 

1750, 18 september. P. 615

Notaris Andreas Vallée, Antwerpen. Gerardus Engelen wettige zoon van wijlen Jan en met moeder Maria Pauls, woont binnen Antwerpen. Hij machtigt zijn zoon Joannes Gerardus Engelen om in de stad Beringen in zijn naam goederen publiek te verkopen: een bemdt gelegen in Coursel(Koersel), 2 daghmael groot, die via zijn broer Laurens afgekomen is van hun ouders. Broer Laurens is overleden, evenals diens zoon Laurens en Maria Keunen, de moeder van het kind. Gerardus is nu de enige erfgenaam van zijn broer Laurens. Akte opgemaakt in aanwezigheid van Petrus Gijsels en van Didacus Joannes Lefebvre, getuigen.

 

1750, 08 oktober. P. 619

Afschrift uit het gichtboek van de schepenen van Wuest Herck. 05.10.1750.

Voor Guill. Anth. De Fraiture, Egidius Boelen, Theodor Van Quaethoven, schepenen van Wuest Herck, verscheen de heer L. Nicolai, oud-burgemeester van de stad. Deze legde een akte voor van 20 september laatstleden van notaris W. Lieffsoens waarvan hij de realisatie en approbatie verzocht.

Akte. De heer Lambert Nicolai, rentmeester van “S.S.E. ende de staeten deses landts” ter eender en de heer Henricus Ludovicus Kips aan de andere zijde hebben geruild. Nicolai geeft een stuk land gelegen onder Schuelen opt Bruijnincx Velt, afgekomen van jufr. Maria Anna Hermans. Het grenst de heer advocaat Briers, de heer doctoor Wilsens, de heer Henricus Ludovicus Kips voorschreven en de weduwe van David Walterus Hermans. Het is 11 of 12 vaten saijens groot. Hiervan zijn 18 roeden leenroerig in de leenzaal van de heer graaf de la Marck in Lummen. Onbelast met uitzondering van schattingen of bondergeld.

Kips van zijn kant draagt de helft op van huis, hof, schuur, stallingen en boomgaard zoals hij het onverdeeld bezit met jufr. Emerentiana van Attendoren, gelegen in de stad Wuestherck, genaamd “de Kroon”. Het is belast met de helft van 3 gulden jaarlijks aan de abdij van Averbode.

Opgemaakt in Hasselt in het huis van de notaris in aanwezigheid van de getuigen Catharina Theunis en Anna Theunis.

 

1750, 08 oktober. P. 629

Voor zichzelf en voor zijn zusters en zwagers Marten Pulincx als man en momber van Anne Burghs, Peeter Burghs, Henrick Burghs, Geeraert Maris man en momber van Dimphna Burghs, Jan Roulants man en momber van Catharien Burghs en voor Elisabeth Burghs releveert Jan Burghs de goederen die aan hen toevielen na de dood van Henrick Burghs en Dimphna Serdons, hun ouders zaliger. Het gaat om 1) een perceel land genaamd “het Backhuijs Velt” aan “den Pleijn” in Schulen gelegen, palend Jan Opre O. de stege N., capiteyn de Pretre Z., Henrick Vandevinne erfgenamen W.; 2) een perceel land gelegen in Schulen aan de Sint Jorisschans, genaamd “die Binnenheije”, grenzend de stege O., de Witten Deijck N., de heer Schroots “Hane Heije” W., de straat Z.; 3) een perceel land genaamd “den Bodem” gelegen aan het Steene Cruijs in Schulen, Jan Spex O., commissaris Kips W. en Z., de straat N.; 4) een perceel weide in Zoulre onder Schulen gelegen, de Laeck O., de heer advocaat Vossius N., de armen van Berbrouck Z., de stege W.; 5) een perceel land genaamd “het Roose Velt” aan den Balxwijer in Schulen gelegen, palend de straat O., Peeter Vanderstraeten Z., den Balxwijer W.; 6) een perceel broek genaamd “den Auwenbempt” in Schulen, palend “die Spoije” van Baltus Lambrechts O., den Hauwenbempt van Mattijs Schepers N., den Hauwenbempt van Jan Henricx van St Truijen Z., de Voort W. En wat hem verder nog mocht toebehoren. Relieff 3 – 15 -; loss. 0 – 0 ½; boet 1 – 1 -; samen 4 – 16 ½

 

1750, 19 november. P. 642

Schelenhof

Marie Van Munsteren releveert in de naam van Aert Stappers en Marie Stappers na overlijden van hun zuster Christien Stappers. Goed in Schulen, palend de Herck O. en W., de abdij van Everbode (Averbode) Z., jof. Cogen N.

3 – 15 ½; loss. 1 – 15 -; boet 2 – 2; samen 7 – 12 ½.

 

1750, 28 november. P. 646

Baernaert Seijsens heeft ontvangen en daarna opgedragen tot behoef van Caetria du Siccas(?) een perceel land in Caestel onder Stael gelegen, palend de erfgenamen van Jan Vande Weijer W., N. en Z. de straat. Belast met 30 stuivers in Beringen aan de Armen. Verkocht voor 320 gulden boven de last. Lijcoop een half ton bier, godsgeld 5 stuivers aan de kerk van Coorsel.

 

1750, 12 december 1750 (los blaadje). P. 650

Palingen in Koersel.

Geert Obbers een palinge op de Schrickhije onder Coorssel aan de Paelmans Hoeve, genaamd “die Kaecx”(?). Van “den westen oostwaerts 141 passen van daer nortwarts naer die Poelmans hoeff 48 passen van daer westwarts 18 passen ende vandaer zuijtwarts 57(?) passen. IIII denier

 

Aert Convents tot Stal onder Coorssel van den westen oostwarts 160 passen van daer nortwarts 125 passen van daer westwarts 187 passen van daer zuijt warts 194 passen, regenoten die straet Z., den gemeijnen aert ter andere. III denier

 

Jan Huveneers van den oosten westwarts 116 passen, van daer zuijtwarts 132 passen, van daer oostwaarts 112 passen ende van daer nortwarts 140 passen. Regenoten den … Z., s’heerenaert ter andere 3, die sauw naer den prelaets wijer Z. III denier

 

Denselven van den westen oostwarts 40 passen, van daer nortwarts 50 passen van daer westwarts 16 passen ende van daer zuijt warts 40 passen. Regenoten die sauw naar de prelaets wijer N., s’heeren aert ter andere 3 zijden. II denier.

 

Zonder datum. (los blaadje). P. 652

Palingen in Koersel. (gaat het om dezelfde als hierboven?)

1 de hoeve tot Coorsel

Geert Obbers op de Scrick Heijde op den westen kant 48 passen, suijden 181 passen, oosten 57 passen

In regenoten N. de Paelemans hoeve en de 3 andere zijden gemeijnten aert. 1 stuiver cijns.

2 Aert Convents in Stal

de Heijdt hove Z., den wegh achter Korstens hoeve. Lanck 160 passen, oosten den gemeijnten aert, breedt 125 passen, noorden den gemeijnten aerdt 187 passen westen den gemeijnten aerdt 194 passen. 1 stuiver cijns.

3 Tot Stal.

Den euverlenner

Jan Kuijvenaers

Cheijns 3 oorden.

Regenoten den Paelmans Hoeff N., den gemeijnten aerdt W., Z. en O. 118(?) passen oostwaerts van daer noort warts 132 passen, vandaar westwaarts 112 passen en vandaar zuidwaarts 140 passen.

4 Jan Huvenaer tot Stal

een ophellinge genaempt wel bedaght oosten warts 40 passen, zuijden warts 50 passen, westen warts 16 passen, noorden langhs den souw van den weijer den vloren cost 70(?) passen. ½ stuiver cheijns.

 

1750, 17 december. P. 654

Jan Luijten verklaart dat hij een rente van 5 schellingen jaarlijks (2 – 10-) heeft opgedragen en getransporteerd die tot last staan van de panden van Merck Geerts in Schulen gelegen. Tot behoef van Willem Vandeput die koopt voor 50 gulden Brabants Luijx eens. Willem kwam ter gichte. 1 – 17 ½; pontp. 2 – 10 -; loss. 0 – 2 ½; samen 4 – 10.

 

1751, 14 januari. P. 665

Jan Witters van Coorssel (Koersel) verkoopt aan Henric Huijbrechts een perceel broek gelegen in Coorssel tegenover het Vliegers Eijnde, palend Geert Kenens N., Arnold Truijens W., Jan Schepers O., s’heeren aert Z. Voor 130 gulden Brabants Luijcx eens. Los en vrij goed met uitzondering van heerlijke cijns en gemene dorpslasten. Lijcoop een half ton bier, goidtspenninck 5 stuivers.

4 – 15-

1 – 17 ½; pontp. 6 – 10 -; loss. 0 – 1 ½; samen 8 – 9 –

6 – 10 -; 3 -; samen 6 – 13

2 – 2 ½

 

1751, 14 januari. P. 665

Jan Hermans, als oom van de kinderen van Henric Hermans en Christien Vrancken, namelijk Marie Christien Hermans en Johanna Hermans, releveert (dit staat er niet maar het blijkt bvb uit de kosten) 1) een perceel broek gelegen onder Schulen op den Molenwegh, palend den Molenwegh O., de deijck N., J. Timmermans erfgenamen W., Barth. Vaes weduwe W.; 2) een sille opt Ruijerbroeck wisselend tegen Jan Hermans, palend Anna Hermans W., den Hijebergh van de heer van Louije W.; 3) “die Wolfskele”, palend Arnold Schampers W., Jan Jansens N., Jaspar Vandereijcken erfgenamen W., de doncken (?) Z., Peeter Luijten O., de straat Z. (zo!); 4) “het Hamelheijcken”, grenzend Libotton O., Jan Fredrix Z., Peeter Luijten W., Marie Palmers N.; 5) huis en hof in Reu, Jan Lambrechts O., Jan Joors Z., Jan Hermans W., de straat N.; 6) ¼ land in de hof in Reu, Marie Stappers O., Geert Vanstraelen Z., Gerart Vandereijcken W., de heer meier N.

3 – 15 -; loss. 3 – 0 -; 3 ¾; - 1 -; samen 6 – 19 ¾.

 

1751, 14 januari. P. 667

Hoff Copis.

Mattijs Aerts heeft opgedragen tot behoef van de E.H. Lambertus Huberti huis en hof gelegen in Rue onder Schulen, Willem Vandeput O., Jan Fredrix Z., s’heeren straet N., Peeter Swinnen W. Voor 40 pattacons Brabants Luijcx of 160 gulden. Boven de uitgaande lasten, die zijn: 7 – 10 jaarlijks, kapitaal 150 gulden, aan de kinderen van Gielis Vanderhoeven, cijns en schattingen. E.H. Lamb. Roberti kwam ter gichte. Lijcoop 2 schellingen, goidtspenninck 5 stuivers. 1 – 17 ½; pont 8 – 0 -; loss. 0 – 3 -; samen 10 – 0 ½

 

1751, 28 januari. P. 668

Petrus Wauters en zijn broer Henricus Wauters releveren na de dood van hun ouders Gilis Wauters en Catharien Smolders.

In “Corseel”:

·        “den Breedonck”, O. Joseph Van Hamel, W. Peeter Leysens, N. de H. Geest, Z. de vroente.

·        “den Oeijevaer”, N. Peeter Convents, Z. de heer pastoor, O. de H. Geest, W. Wouter Bleux.

·        “den Knops Bempt”, O. Tijs Seijsens, W. de weduwe Jan Knaep, Z. Jan Beckers, N. Catharien Van Postel.

·        “den Heckpae”, O. begijn Hommans, W. Aert Beckers, N. sheere straete, Z. de heer pastoor.

Laeren:

- “den Heck Bempt”, O. Vockenswegh, W. Jan Put, Z. Matthijs Persoons, N. Peeter Schots

- een sille land gelegen op den “Linnenmortel, O. Matthijs Persoons, W. zijn eigen erf, Z. Matthijs Persoons, N. zijn eigen erf

- een bempt in Laeren achter de schans gelegen, O. Joris Maes, W. de Brockstraet, Z. de celzusters van Diest, N. Frederici

- een hof gelegen in Laren, palend s’heeren straet Z. en O., hun eigen erf N.

Nota: nog de bempden op d’Aelst genaamd “die Drij Vonderen”.

(Aan de acherzijde p. 669 een tekst in Latijn, waarin “Everbo” te lezen valt)

 

1751, 13 februari. P. 686

Simon Van Houdt en Peeter Reijnders als mombers van de achtergelaten kinderen van Aert Aerts en zijn vrouw, namelijk Franciscus Aerts en Francisca Aerts, hebben ontvangen en daarna opgedragen aan Jan Seijsens een perceel broek in Oversel gelegen. Het grenst O. het klooster van Floref, W. de erfgenamen Jan Tilemans, Z. en N. de beek. Verkocht voor 360 gulden Brabants Luijcx. Het perceel is belast met 11 stuivers schatting in iedere schatbrief en met cijns. Lijcoop 5 gulden Brabants, godtsgelt 5 stuivers.

 

1751, 25 februari. P. 687

Caerel Oerepiens (Oriaens)heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Jan Lemmens huis en hof gelegen in Coersel, in regenoten O, N. en Z. heeren aert, W. de erfgenamen van Jan Hendrickx. Nog een perceel in de Caeler Vaet, O. Wielhelmus Jackas en de erfgenamen van Jan Hendrickx, N. heeren aert, W. de Hoemmel Heij, Z. de erfgenamen van Jan Hendrickx. Nog een perceel broek in het Oversel gelegen, Jan Reijnders W., Jan Sceppers N., Z. heren aert. Nog een perceel land geheten den Heneman(?), O. Peter Put, W. de erfgenamen van Jan Hendrickx, N. en Z. heeren aert. Een perceel onder Huesen (Heusden) gelegen, O. Aert Dierickx, W. de erfgenamen van Jan Hendrickx, N. en Z. de Beck (beek?). Verkocht voor 1125 gulden boven de lasten. Belast met 500 gulden aan Henderick Geijskens, 400 en 100 gulden aan Henderick Nefen, leijcoop 20 gulden, goetspenninck van ieder perceel 5 stuivers, schatting en heeren grondcijns. Voor het Loons gedeelte gerekend op 350 gulden.

 

1751, 25 februari. P. 688

Registratie van een akte van notaris Gaspar Rapers van 4 februari 1751. Sr. Henricus Deodatus Thielens en zijn zuster joufr. Theresia Thilens verklaren dat ze vroeger aan hun instemmende oom Jaspar Thilens een bemd verkochten gelegen in Coorssel, via akte van notaris Convents uit het jaar 1750. Uit deze akte bleek de koopsom niet duidelijk; daarom verklaren ze mits deze akte dat het gaat om 650 gulden Brabants Luijcx. Opgemaakt in het huis van de koper Jaspar Thielens in Coorsel “aldernaest het kerckhof” in aanwezigheid van Paulus Zeuws en Nicolaes Geerts. Deze akte werd neergelegd door Jaspar Thielens van Coorssel. Uit deze registratie blijkt dat het om een bempt gaat genaamd “den Nieuwen Bempt”, ongeveer 2 dagmael groot, gelegen in Coorssel, palend de weduwe van Henricus Van Postel Z., de prelaat van Averbode W., Thomas Mentens erfgenamen O., de Winterbeeck N.

3 – 15 -; registratie 1 – 0; loss. 0 – 3; samen 4 – 18 (p. 690)

Aan de achterzijde van het document (p. 693) verklaart Gaspar Tielens in een zelf geschreven document dat hij aan Tresia Tielens 204 gulden betaalde, aan Henricus Tielens 300 gulden, nog 17 gulden en 20 gulden intrest. Hij heeft op de som van 600 gulden en een half kosten zoals schattingen, cijns, lijcoop en onkosten betaald en het pontgelt gegeven aan meier Bormans. Als het niet mogelijk is van hem op deze manier te gichten, dan moet daarvoor gewacht worden tot de apotheker thuis komt van Meggelen (Mechelen).

 

1751, 25 februari. P. 696

Marcus (Merck) Geerts verkoopt aan Lenaert Van Swartenbrouck een perceel land gelegen in Schuelen op t’ Schuermans Eijnde, genaamd “Schuermansvelt”. Het grenst Lenaert Van Swartenbrouck met de wederhelft Z., de straat N. en W., Peeter Plugghers nomine uxoris Z. Voor 112 gulden boven de uitgaande lasten: de helft van 3 gulden aan Jan Lambrechts; met 2 – 10 jaarlijks aan Willem Vandeput, met cijns en schattingen.

1 – 17 ½; pont 5 – 12-; loss. 0 – 1 ½

Vervolgens bekent Lenaert Van Swartenbrouck de naderschap van deze koop aan Jan Luijten. Hij heeft zijn koopsom met de uitgegeven ontkosten ontvangen. 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 ½; totaal 9 - 10

 

1751, 25 februari. P. 696

Bertus Palmers man en momber van Elisabeth Stappers, Arnold Stappers als man en momber van Elisabeth Weyens, releveren na overlijden van Agatha Stappers, de moije van de huisvrouwen. De tochtenaar was Arnold Vrancken, onlangs overleden. Het gaat om een perceel land gelegen in Schulen, genaamd “die Heije”, grenzend de straat Z., Joannes Loijens W., Jan Vandevin O., de Wijerdeijcken N.; een perceel land aan de waterkant gelegen, Jan Hoens O., het Papenbosken van de pastoor van Herck Z., Peeter Vandereijcken W., Wauter Geboors N.; een perceel land op die Stap, de helft waarvan Arnold Vrancken de andere helft heeft. Dit geheel grenst de straat O. en W., Quinten Huveneers erfgenamen Z., Jan Lambrechts N.

5 – 12; - 3 -; 1 ½; 4 -; samen 6 – 0 ½

3 – 15; loss. 0 – 1 -; 3 – 16; 3 - 14

 

1751, 13 maart. P. 698

Palingen onder Coorsel.

Aan het goed van Henric Gijbels oostwaarts een steen “extenderende ontrent 80 passen ende van den steen zuijtwaerts extenderende ontrent 147 passen ende van daer westwaerts sigh extenderende ontrent 120 passen ende van daer noortwaerts opden eersten steen sigh extenderende ontrent 203 passen. Regenoten die straet oft wegh tusschen dese palinge en d’erve Hen. Gijbels westen, die straet tusschen die palinge Quirijn Schepers voor Geert Obbers norden, schrickhije O., die deijck vanden Crommen Wijer zuijden”. Jaarlijks 2 deniers.

Aan Henric Goris een palinge gedaan in de heide in Stal aan de Beverloo zijde, aan het erf van Melchior Geerts “oostwarts gestelt eenen steen vandaer op eenen steen oostwaerts sigh extenderende 87 passen ende van daer nortwaerts sigh extenderende ontrent 103 passen ende van daer westwaerts op eenen steen sigh extenderende ontrent 100 passen ende van daer zuijtwaerts langhs d’erffve Melchior Geerts op den eersten steen sigh extenderende 124 passen”. Jaarlijks 2 deniers aan zijne excellentie. Palend “die postbaen” N., Melchior Geerts W., de heide aan de andere zijden.

In Coorssel in de Postelmanshoieck een paling gedaan aan het erf van Quirijn Schepers “zuidwaerts aldaer op den hoeck eenen pael steen gestelt ende van daer zuijtwaerts sigh extenderende ontrent 118 passen ende van daer oostwaerts sigh extenderende 146 passen”. Palend Quirijn Schepers N., Francis Lekens O., de straat Z. en W. 2 denier.

 

1751, 26 maart. P. 700

Heer Joannes Arnoldus Beckers releveert voor hem en voor zijn zusters en broers na de dood van Jacobus Franciscus Beckers en Marie Catharina Neven, zijn ouders. Op dit blaadje vinden we een opsomming van deze goederen: “den Tuycken Broeck”, palend Gerardus Van Hout O., Van Postel Z., Thomas Geerts W., N. de Winterbeeck; “het Reucken”, O. de weduwe Jan Van de Weijer, s’heeren straet W. en N., Z. Heer Smits; een hofstad regenoten s’heeren straet W. en Z., Blasius Leeckens O., N. eigen erf; “de Mattheijs Hoeve”, de erfgenamen Peeter Smits N., de erfgenamen Jan Beckers W., Z. en O. de heide; de torfbempt in Oversel gelegen, palend Jan Jacobs Jans zoon en de weduwe van Jan Hendricks O., sr. Guilielmus Pelsers en Valentinus Wouters W., de beek N., s’heeren straet Z.

Bij dit laatste staat bij dat het op 26 maart 1751 verkocht werd aan Jan Rijnders.

3 – 15 -; 3 – 8 loss.; samen 7 – 3

 

1751, 26 maart. P. 704

Verkoopcondities voor de verkoop door sr. J. A. Beckers van een turfbeemd, hierboven p. 701 vermeld, gelegen in Coorsel, genaamd “het Hemelrijck”. Hij paalt O. Jan Jacobs Jans zoon en de weduwe van Jan Hendrix, W. sr. Pelsers en de erfgenamen van Matthijs Wouters, N. de aldebeeck, , Z. sheeren aert of straet. Verkoop met hogen en uitgang van de brandende kaars. Deze beemd is belast met 5 schellingen jaarlijks aan de kerk van Beringen in een grotere rente van 10 schellingen jaarlijks, met schattingen en heren grondcijns betaalbaar op het kasteel in Lummen. Dadelijk na de goedenisse mag de koper het goed aanslaan. De originele koper heeft zijn voorhogen en daarna mag iedereen naar believen hogen. Iedere hoge is 2 gulden, die zal verdeeld worden naar oude gewoonte half en half tussen verkoper en hoger. Na de kerkenroepen zal op de eerste zondag van de vasten de kaarsbranding geproclameerd worden en de eerste genachtedag erna zal de kaars daarover ontstoken worden. De gichte zal onmiddellijk daarna gebeuren. De onkosten vallen ten laste van de koper: kaarsbranding, gichtgeld, pontgeld, godsgeld 5 stuivers aan de kerk van Coorssel, schrijfgeld voor deze conditie 2 gulden, lijcoop een ton bier. Deze condities werden voorgelezen aan het gezelschap ten huize Van Postel op 29 … 1751 in aanwezigheid van H. Van der Aa en Peeter Cops als geloofbare getuigen. Getekend J. H. Beckers, schepen.

Op 29 januari bood Joan Reijnders, schepen, 915 gulden Brabants Luijx eens. Hiervoor kreeg hij van sr. Joannes Arnoldus Beckers de palmslag. Getuigen: Paulus Van Postel, Joannes Truyens. De originele koper Reijnders verbeterde zijn koop met 35 hogen.

Op 26 maart werd de kaars over deze verkoop ontstoken en gebannen en Jan Reijnders bleef de koper.

 

1751, 26 maart. P. 718

Jan Luijten verklaart uit handen van Willem Van de Putt, inwoner van Schuelen, de som van 150 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen te hebben in specie van quadrupel aan 61 gulden, een souverain aan 25 gulden 10 stuivers, een halve souverain aan 12 – 15 – en de rest in gangbaar zilvergeld. Jaarlijks zal hij hiervoor een rente van 7 gulden 10 stuivers betalen. Tot hypotheek stelt hij een perceel land genaamd “het Schuermans Velt” in Schulen op het Schuermans Eijnde, grenzend s’heeren straet N. en W., Lenaert Van Swartenbroeck O., Peeter Pluggers Z. Als onderpand stelt hij een perceel land genaamd “die Tichelerie” onder Schulen gelegen, palend Peeter Pluggers N. en Z., Gera Holen O., s’heeren straet W. Willem Vandeput komt ter gichte.

Pontp. 7 – 10; loss. 0 – 7 ½; gicht 1 – 17 ½; samen 9 – 15.

 

1751, 02 april. P. 720

Henrick Huybrigts (Huybrechts) verklaart dat hij uit handen van Cornielis Coubergts (Cauberghs) de koopsom en de intrest van 1 gulden 5 stuivers heeft ontvangen wegens vernadering van een perceel broek in Coorssel dat hij van Jan Witters kocht. Cornelis Cauberghs kwam ter gichte.

 

1751, 17 april. P. 722

Lambert Vrancken, voor zichzelf en voor zijn zuster Marie Vrancken en voor de kinderen van zijn zuster Christien Vrancken zaliger die gehuwd is geweest met Henric Hermans, releveert het versterf dat hen is aangekomen na de dood van Gielis Vrancken, hun broer en oom respectievelijk. Het gaat om een perceel bos gelegen achter “die Manestraet” onder Schulen, palend de straat O., Francis Swartenbroeck N., het Lanckblock Z., jof. Barbara Cox W. Dit goed is aan de comparanten toegekomen dankzij het testament aan hen gemaakt door hun broer Gielis Vrancken. Hiervan releveren ze een achtste deel. Releveren nog een perceel land genaamd “het Lanckveldt” onder Schulen achter den Abeel gelegen. Palend de stege O., Arnold Stappers en Jan Weijens Z., Matthijs Joors weduwe W., Machiel Cox die getrouwd is met de weduwe van Geert Vrancken N., waarin Merten Cox de helft heeft en de weduwe van Arnold Vrancken een 4e part en de kinderen van Geert Vrancken, nu de weduwe, een 8e part.

1 – 17 ½; loss. 0 – 0 ½; samen 1 – 18

 

Bundel 18

 

1751, 06 mei. P. 732

Neerlegging van een akte beschreven door notaris G. Vaesen d.d. 15 november 1743, residerend binnen Hasselt. Begijn Anna Catharina Lekens, begijn in Hasselt, als geconstitueerde van de weduwe van wijlen de heer Lambert Bertus van Maestricht, kwijt een rente van 6 gulden uit 12 gulden jaarlijks. De overige 6 gulden werden reeds eerder afgelegd. Deze rente stond geaffecteerd op een stuk land gelegen in Schuelen, genaamd “die Heijde”. Het grenst Jan Alen O. en N., des heeren straet aan de andere zijden. Peeter Gobben betaalde af in de naam van zijn moeder Magriet Doncel weduwe van Jan Gobben en krijgt een kwijting van 100 gulden Brabants kapitaal en 7 gulden 10 stuivers voor een jaar verloop en “raedt van tijdt”. Opgemaakt in het huis van de begijn Lekens op het begijnhof van Hasselt in aanwezigheid van de begijntjes Marie Christien Joris en Aldegondis de la Court.

Deze akte werd neergelegd door Jan Opree in huwelijk met Magriet Doncel weduwe van Jan Gobben.

1 – 17 ½; loss. 0 – 6 -; reg. 0 – 15 -; samen 2 – 18 ½.

 

1751, 06 mei. P. 738

Voorlegging van een akte van notaris P. Wintmolders van 13 januari 1751, residerend binnen Herck. Jan Meynen en Willem Maris zijn inwoners van Schuelen. Willem Maris trekt jaarlijks een rente van 2 gulden 10 stuivers die gehypothekeerd staat op een huis gelegen op de Sint Jorisschans in Schuelen, op een kemphoff van een half vat sayens land gelegen in Schuelen dat grenst O. de schansgrave, W. de schanssteghe, N. en Z. de tweede comparant Maris. Meijnen heeft dit schanshuis ongeveer 2 jaren gelegen verkocht aan de E.H. Joannes Timmermans zonder vermelding van de rente. Ze komen overeen dat de rente voortaan enkel aan de kemphof zal staan. Mocht de betaling niet voldaan worden, dan kan Maris dit goed binnen 3 jaren aanslaan en met een conde van 15 dagen komen tot het saisijn. Opgemaakt in het huis van de notaris in Herck, staande op “den breeden steenwegh” in aanwezigheid van joufr. Anna Catharina Van Loeffvelt en Jan Pluijmers. Maris, Meijnen en Van Loeffvelt tekenen de akte.

 

1751, 21 mei. P. 744

Jan Maris betaalt op 21 mei 1751 de som van 18 – 15 ½ voor de registratie van een handschrift van P. Windmolders, secretaris van Herck. De meier ontving 13 – 13 ½ en moet 16 – 12 hebben, zodat hem nog 2 – 18 ½ resteert.

Het kostenlijstje: pontp. 13 – 0-; loss. 2 – 16 -; idem loss. 0 – 13; gicht 3 – 15 -; registratie 1 – 10 -; samen 21 – 14.

Het handschrift. In speciale vergadering van de “Heeren regeerders der Geestelijcke Leden der stadt Herck”, gehouden in hun gewone plaats, de sacristie, op 4 oktober 1745 zijn aanwezig: E.H. Schenckels, pastoor van Herck, de heren Defraiture, scholtus, borgemeester Joannes Swennen, kerkmeester Lamb. Nicolai, Theod. Van Quaethoven H. Geestmeester in graan, Egidius Boelen hospitaelmeester in “gelde”, Christiaen Salleije H. Geestmeester in geld. Ze hebben een goed uitgegeven gelegen in Worpt onder Schuelen, een bonder groot. Het grenst de straat 1), de hoogedele heer baron van Rummen 2), de erfgenamen van burgemeester Arnold Windmolders met hun bempt 3) en het kapittel van Sint Sulpitius van Diest 4). Vroeger stond een huis op dit goed, dat aan de H. Geest toebehoort. Ze verkopen aan Jan Maris die ervoor jaarlijks de som van 13 gulden onkwijtbare rente zal betalen boven de uitgaande lasten. Deze uitgaande lasten zijn: 1) 3 gulden Brabants jaarlijks aan het kapittel van Sint Sulpitius van Diest, 3 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de E.H. pastoor van deze stad (Herck of Diest?) voor dienst en distributie, volgens het testament van wijlen de heer kanunnik Quoitback, en in mout in Schuelen op de eerste maandag in de vasten, jaarlijks 2 vaten “weijnigher eenen halven cop”. In plaats van onderpand moet de koper er tussen dit en half maart eerstkomend, als de rente haar koers neemt, een behoorlijk huis op bouwen. De koper neemt alle lasten op zich en ontlast zo de H. Geest.

 

1751, 21 mei. P. 752

Aert Cauberghs van Coorssels, na voorgaande afstand van tocht door hemzelf ten behoeve van zijn 2 zonen Cornelis en Michiel Cauberghs gedaan, legt een akte neer gepasseerd voor notaris Dion. de Winghe op 11 mei 1751. De akte wordt gerealiseerd en ten register gesteld. Aert Cauberghs wordt weer in zijn tocht hersteld.

Akte, 11.05.1751. Voor de notaris, residerend binnen Hasselt, verschenen Cornelis en Michiel Couberghs die, na afstand van vruchtgebruik door hun vader Aert Couberghs gedaan op 6 mei 1751 gepasseerd voor notaris J. H. Convents, een rente van 8 gulden jaarlijks opdragen tot behoef van het convent van de eerwaarde paters Augustijnen binnen Hasselt, present de eerw. Paters Egidius Vlecken, Gerardus Eben en Alijsius Laurens, respectievelijk prior, subprior en deputati van het klooster. De broers stellen de rente op een torffbempt, genaamd “den Loosenbempt”, omtrent 2 daghmael groot onder Koersel, palend O. jouffr. Jans, W. Bartolomeus Ghysens, N. Matthijs Gielen en Z. de E.H. Smeets. Verder op een stuk land van ongeveer twee halsters groot, genaamd “die Hoeve”, O. Jan Put, W. Jan Daniels, N. Matthijs Ceyssens en Z. Willem Vyffeycken. Kapitaal 200 gulden Brabants eens. Valdag op 11 mei. Afbetalen binnen Hasselt. De broers staan garant voor een goede betaling, “ende allen calangien ende bedrogh gelyck oock Jan Meijnen van Heusden alhier present eens gelycx is caverende”. Getuigen: dokter Joannes Petrus Le Bon en Matthias Vaesen. De broers, hun vader en Jan Meijnen hebben naast de notaris eigenhandig ondertekend.

Cessie tocht: 1 – 17 ½; realisatie 3 – 15; pontp. 10 – 0; registratie 2 – 0 -; ban - 8; samen 10 – 0 – ½

 

1751, 24 mei. P. 760

Elisabeth Van Herck weduwe van Henric Roelants, geassisteerd door haar zoon Herman Roelants, heeft verzocht “die cuer colinge te coelen” na de dood van haar man. Deze keur staat aan huis en hof gelegen in Schuelen, genaamd “die Lazarije”, palend “die heirbaen naer Herck” Z., de straat naar den Stap O, Abraham Delaet N., hun eigen erf afgekomen van Philip Rubens W. Ze heeft ervoor 5 pattacons of 20 gulden betaald. Herman Roelants, de 5-jarige zoon van Herman Roelants en Elisabeth Ramakers, wordt als keurman gesteld. (“cuerman”)

3 – 15

 

1751, 03 juni. P. 761

Lambertus Lambrechts heeft opgedragen tot behoef van Gielis Boonen, koper, een perceel land gelegen in Rue onder Schuelen, palend de straat O., Hubert Vande Beeck Z., Frederici van Hasselt W., Gerard Vander Eijcken N. Voor 300 gulden Brabants Luijcx eens. Enkel belast met cijns en gemene dorpslasten. Goidtspenninck 5 stuivers, lijcoop 3 gulden. Gielis Boonen kwam ter gichten.

Pontp. 15 – 0-; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 2 -; samen 16 – 19 ½

 

Bundel 19

 

1753, 19 juli. P. 776

Lenaert Stessens, voor de tocht, en zijn zoon Francis Stessens voor de eigendom hebben opgedragen tot behoef van Peeter Plughers een perceel land van een half bonder groot, genaamd “den Hagendoren”, in Schulen gelegen. Palend de heer Roelants door evictie O. en N., Jaspar Vandereijcken erfgenamen met “den Wet Saert” Z., s’heeren straet W. Voor 200 gulden Brabants Luijcx eens. Het verkochte goed is belast met 12 gulden jaarlijks aan de weduwe van Jan Gobben, met 2 gulden jaarlijks aan de kerk van Schuelen, die aan de koopsom niet zullen korten. Verder met 3 capuijnen aan zijne excellentie en met gemene dorpslasten. Lijcoop 2 gulden, goidtsgeldt 1 stuiver. Peter Plugers kwam ter gichte.

Pontp. 10 – 0 -; 3 – 15 -; loss. 4 – 10 -; samen 18 – 5

 

1753, 20 augustus. P. 779

Scheiding en deling tussen de kinderen van het echtpaar Christoffel Hoelen en Catharina Claeskens zaliger.

Joannes Hoelen, Aert Helven man en momber van Catharina Hoelen, Lenaert Hoelen en Marie Christien Hoelen, met assistentie van medeschepen Petrus Jacobs als momber wegens haar minderjarigheid, zijn kinderen en erfgenamen van het echtpaar voorschreven, beiden overleden.

De goederen werden in 4 delen verdeeld, getekend met letters A, B, C en D.

Onder de letter A, toegevallen aan Joannes Hoelen, vinden we 1) huis, hof, moeshof en aangelegen erf met een bempt of weide gelegen onder Schuelen, genaamd “het Vossekot”, de rivier de Herck Z., de heer advocaat Briers O.; 2) een half bonder broek onder Berbroeck gelegen, Joannes M. Brouckhoven O., de Herck Z.; 3) een zesde deel in een perceel bos “den Gasthuijs Bosch”, waarvan advocaat Briers de resterende delen heeft, onder Schuelen gelegen, palende de Gasthuijswinninge in 2 zijden; 4) “die erffstraet” onder Herck in Oppum gelegen; een sille of vierde deel in een perceel broek onder Schulen, genaamd “die Twee Hercken”, onverdeeld met P. Jacobs en Joseph Reijnders. Palend die Herck Z. en W., Petrus Jacobs, Joseph Reijnders en Jan Germeijs N., “den Galeas” toebehorend aan de heer pastoor van Herck en “die Langhdoncken” van Jaspar Vander Eijcken erfgenamen O.

De lasten op dit deel. Op de winning “het Vossekot” staat 300 gulden kapitaal bepand aan de heer advocaat Briers van Hasselt; met 200 gulden kapitaal aan burgemeester Cuijpers van Sint-Truiden en consorten; met 3 gulden jaarlijks aan de heer advocaat Briers van Hasselt; met 4 vaten koren en ongeveer 3 stuivers (halsters?) jaarlijks aan de Armen of het Gasthuijs van Herck. 5) Bij dit deel hoort nog een perceel land “die Clercx Goor” in Linckhout gelegen, de straat Z. en W., Jan Germeijs erfgenamen, Petrus Jacobs en Henric Drugen N., Jan Jenico O. 6) Nog een vierde part in een perceel bos, met Petrus Jacobs en Joseph Reijnders, op den Willekensbergh onder Lummen gelegen, Mr. Peeter Aerts erfgenamen Z., Michiel Helven en Aert Van Nuffel W., Christien Opheije N., de H. Geest van Lummen O. Enkel belast met cijns en dorpslasten.

Als kavel B, toegevallen aan Aert Helven, werd voorzien: 1) huis, moeshof, met het aangelegen erf of boomgaard, palend de straat Z., Henric Smeets W., de kapelanij van Linckhout N., Petrus Jacobs en Simon Wauters erfgenamen O.; een perceel land in Linckhaut, genaamd “die Kairbaen”, de straat of “kairbaen” N., Jan Van Reppel O., Adriaen Van Hese erfgenamen met Petrus Jacobs Z.; Jan Van Uijttrecht W. “Die Kairbaen” is belast met 4 gulden jaarlijks aan de gemeijnte van Linkhout; 3) een perceel land genaamd “die Thiende Baen”, Joseph Reijnders O., de straat Z., Gielis Vander Hoeven erfgenamen W., Jan Germeijs en Gielis Vanderhoeven N.; 4) een perceel land onder Linckhaut genaamd “den Donderbosch”, de straat W., Gielis Vanderhoeven erfgenamen N., die Gooren O., de kapelanij van Linkhout Z.; 5) een sille bempt genaamd “die Twee Hercken” onder Schulen; 6) een perceel broek “die Seps”, 3 sillen groot, onder Linckhout gelegen. 7) een perceel land “het Campblock” in Linckhout gelegen, Joseph Reijnders N., Jan Germeijs erfgenamen Z., Simon Wouters erfgenamen W. Voor dit perceel moet Aert betalen: een rente van 100 pattacons kapitaal en 200 gulden Brabants courant, kapitaal, aan de Carthuijsers van Zeelhem. Deze laatste 200 gulden staan aan een perceel genaamd “die Clercx Goor”, toegevallen aan Joannes Hoelen. Mocht Hoelen hieromtrent problemen krijgen, dan moet deze kavel ervoor garant staan en hem ontlasten.

Voor de derde kavel C, aan Marie Christien Hoelen toegevallen, wordt gesteld: 1) een perceel land “den Boomgaert” in Linckhout aan de kerk gelegen, Jan Van Reppel O., Adriaen Van Hese erfgenamen N. en W., Marie Buckeberghs Z.; 2) een perceel bempts “het Tepken” aan die Vinnebrugge in Linckhout gelegen, de Demer O., de straat N. en W., de erfgenamen van Henric Michiels Z.; 3) een perceel land genaamd “den Bergh” in Linckhout, sr. Petrus Jacobs O., die Heij N., Cornelis Jacobs W., Jan Timmermans erfgenamen Z. Dit perceel is belast met 80 gulden kapitaal, jaarlijks 4 gulden, aan Geert Van Uijttrecht. 4) een sille broek gelegen in “die Twee Hercken” onder Schulen; 5) een vierde part in een perceel gemeijn broeck in Linckhout gelegen in “die Voorbruggen”, palend Marie Gielis N., de straat O.

Aan Lenaert Hoelen viel de vierde kavel, getekend met de letter D: 1) een perceel land genaamd “het Groot Bremblock” en 2) een perceel genaamd “het Cleijn Bremblock”, naast elkaar gelegen, palend de Veltstraet O., de gemene heide Z., Jan Germijs en Quirijn Vandebeck N., Cornelis Jacobs W. Het is mogelijk dat er aan het Cleijn Bremblock een rente van 1 gulden jaarlijks geaffecteerd staat. Hierover loopt een onderzoek. De lasten hiervan tot deze datum zullen ze samen dragen, evenals de mogelijke opbrengsten. 3) een perceel land en bempt in Goorsselaer gelegen, “die Torffgoor” genaamd, de straat N., Corn. Jacobs O., den vlootgracht Z., Michiel Helven W.; 4) een perceel broek in Linckhout, genaamd “den Boomgaert”, de straat N., Adriaen Kenens en Cornelis Jacobs O., Cornelis Jacobs Z., de Broeckstraet W. Belast met 100 haringen jaarlijks uit te delen aan de armen van Linckhout op “Palmen Sondagh”. 5) een sille bempt onder Schuelen, genaamd “die Twee Hercken”; 6) een perceel hof op de oude schans in Linckhout.

Ze zullen samen de pacht van de goederen delen, vallend op Sint Andries aanstaande, en de huishuren half maart 1754 te vallen. De opstaande lasten en andere schulden op de goederen zullen ze tot die tijd ook samen dragen.

 

1753, 19 september. P. 787

Domincus Hermans, present zijn huisvrouw Anna Maria Luijten die instemt, heeft opgedragen tot behoef van Petrus Plugers, koster van Schuelen, een huis, hof, boomgaard aan elkaar gelegen in Schulen. Palend de straat W., de pastorij N., Helena Vanswartenbroeck weduwe Jan Filici, nu getrouwd met Jan Drueghmans, O., Jan Put en de heer Roelants van Hasselt, bij evictie, Z. Verkocht voor 625 gulden Brabants Luijcx eens. De koopsom werd ontvangen in specie van 12 souvereijen en 4 “ll: pistoletten”, de rest in ducaten en stukken van 1 gulden 5 ½ stuivers. Het verkochte goed is belast aan de kerk van Schulen met 2 – 15 jaarlijks; aan de kerk van Curingen met 3 gulden jaarlijks; aan de armen van Spalbeeck 8 vaten koren jaarlijks, aan de heer Lambertus Cox nomine uxoris Joanna Palmarts met 2 gulden jaarlijks, aan Anna Catharien Luijten uit kracht van deling 7 gulden jaarlijks voor kapitaal van 150 gulden; met 4 gulden 10 stuivers jaarlijks aan Barbara Cox van Hasselt op kapitaal van 100 gulden, met cijns en gemene dorpslasten. Aanslaan half maart aanstaande en het land half oost. 3 koren panden zal de koper half maart mogen in gebruik nemen. Lijcoop 4 gulden, goidtspenninck 5 stuivers, aan de dienaar voor roepen en plakken 2 schellingen. Plugers kwam ter gichte.

Pontpenningen, omdat dit nog in andere laethoven sorteert, en omwille van de 150 gulden die bij de deling aangedeeld werden, komen erop voor de helft: 19 – 7 ½; uijtcomen 4 – 4 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 3 -; samen 25 – 12

 

1753, 27 september. P. 788

Francis Luijten heeft aan Dominicus Hermans een huis en hof met aangelegen erf verkocht, gelegen in Reu onder Schulen. Grenzend Jan Lambrechts Z., de straat aan de andere 3 zijden. En nog een perceel land genaamd “die Braeck”, Jan Wintmolders en de straat N., ’t susteren clooster O., Hendrick Hermans erfgenamen Z., Peeter Luijten W. Voor 291 gulden Brabants Luijcx eens. De goederen zijn belast met 9 gulden 10 stuivers jaarlijks aan jofr. Cox van Hasselt, aan de edele heer de Libotton met 5 gulden jaarlijks, met cijns en gemene dorpslasten. Lijcoop 2 gulden, godtspenninck 5 stuivers, aan de dienaar 1 gulden.

Pontp. 14 – 11 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 0 1/2; samen 16 – 9

 

1753, 22 oktober. P. 791

Schelen hoff.

Jan Burghs, volgens stipulatie daarover gedaan in handen van schepen Van Langendonck, heeft verkocht aan Peeter Schuermans een perceel land genaamd “den Wijngaert”, in Herle onder Schulen gelegen. Het grenst het Herlevelt van de heer Huesch W., de heer Pluijmers O., de H.Geest van Hasselt Z., den Swanenbosch van Catharien Serdons N. Het is belast met een vierdel koren cijns in Schelen Hoff en is een bonder groot. Koopsom: 30 pattacons of 120 gulden Brabants Luijx eens, goidtspenninck 3 ½ stuiver. Op de cijns en gemene dorpslasten na geen uitgaande lasten. Peeter Schuermans kwam ter gichte.

Pontp. 6 – 0 - ; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 15 -; samen 2 – 12 1/2

 

1753, 08 november. P. 791

Wauter Vande Voort kwijt aan Jan Lambrechts de som van 180 gulden kapitaal van een rente van 9 gulden jaarlijks. Vandevoort trok deze rente op een deel van een hof in Schulen in de Neerstraet gelegen, afgekomen van Geerard Paesmans, nu eigendom van Jan Lambrechts. Het goed van Jan Lambrechts en zijn echtgenote Petronella Schuermans wordt van deze last gekweten en Lambrechts kwam ter gichte.

1 – 17 ½; 9; samen 2 – 6 1/2

 

1753, 22 november. P. 793

De heer Livinus Vandendweije, oud-burgemeester van de stad Hasselt, in de naam van joufr. Margo Ambrosij legt een notariële akte voor van notaris Ger. Melbeeck d.d. 9 augustus 1691 en de realisatie ervan voor de laatschepenen van de E.H. abt van Averbode onder Tessenderloo op 5 november 1693, ondertekend door Joannes Van Sweevelt, secretaris. Het gaat om 2 renten: de ene van 7 gulden 10 stuivers, de andere van 5 gulden jaarlijks, tot last van Joannes de Scesne (Duchaine) als man van Willemijnken Corselius. De rentgelder is joufr. Margo Ambrosij. Vandendwije verzoekt de realisatie van deze renten op de molen met bijbehorende goederen in Castel onder Coorssel, toebehorend aan de representanten van sr. Joannes de Scene nomine uxoris voorschreven.

Pontpenningen mits kapitaal is 200 gulden: 10 – 0 -; loss. 0 – 12 ½; gicht en ban 1 – 17 ½; registratie en copije 2 – 5 -; samen 14 – 15.

Registratie van de akten. Extract uit het schepenregister van de laatschepenen van de abt van Averbode. De burgemeester van Hasselt, Gaspar Ambrosij, brengt een akte in ter realisatie op 5 november 1693. In de notariële akte van 9 augustus 1691 verkoopt burgemeester Leonardus Reijnders aan burgemeester Gaspar Ambrosij, in de naam van zijn dochter Margo Ambrosij, 2 renten. De ene beloopt 7 gulden 10 stuivers met valdag op 22 juli en staat geaffecteerd op goederen van de heer Corselius gelegen in Tessenderloo aan de Rijdt naast Michiel Verheijden. De andere rente, van 5 gulden jaarlijks, heeft de valdag op 17 juli. Ze staat op dezelfde panden geaffecteerd. De transportant Reijnders heeft deze renten gekocht van Simon Andries op 19 januari 1683. Deze renten worden betaald door Joannes Descene als van Willemijncken Corselius. Reijnders transporteert nog aan de burgemeester Ambrosij een rente van 13 gulden 10 stuivers Brabants jaarlijks, op 18 april 1676 geregistreerd voor de schepenen van het Laethoff Vande Goor onder Tessenderloo, geaffecteerd op panden van Arnoldus Kievits. De laatste rente behoudt burgemeester Ambrosij aan zichzelf voor. Ambrosij heeft de twee renten kunnen kopen doordat Willem Meijs 200 gulden kapitaal terugbetaalde. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van de notaris in aanwezigheid van de getuigen E.H. Egidius Drossarten en joufr. Catharina Drossarten. Schepenen realiseren deze akte. Ondertekend door Joannes Vansweevelt, secretaris.

 

1753, 06 december. P. 799

Jan Vandelaer verkoopt aan zijn broer Peeter Vandelaer zijn deel in huis en hof op de Sint Jorisschans in Schulen voor 8 pattacons of 32 gulden Brabants Luijcx eens. Het is onbelast. Indien hun broer Geert Vandelaer, die momenteel in dienst is bij de koning van Pruijsen, terug zou komen dan moet Jan aan Geert een deel afdragen.

1 – 17 ½; 1 – 12 -; samen 3 – 9 ½

 

1754, 10 januari. P. 800

Herman Roelants, voor zichzelf en voor Jan Roelants, Catharien en Henric Roelants, releveert huis en hof in Schulen in de Herle Straet gelegen, de Herle straet O. s’heerenstraet Z., Jan Baptista Coenens W., Abraham de Laet N. Nog een perceel land in Schulen palend Jan Lambrechts W., den Paddenpoel Z., Jan Cox O., s’heeren straet N. Na de dood van hun ouders Henric Roelants en Elisabeth Van Herck.

3 – 15; loss. 0 – 10 ½; samen 4 – 5 ½

 

1754, 21 januari. P. 805

Coerstiaen Huefeners (Corstiaen Huveneers), met instemming van zijn echtgenote Liesabet Claes, hebben ontvangen en daarna opgedragen tot behoef van Hendrick Petters een perceel broek in Coersel gelegen. Het grenst O. Joesef Van Hamel en Jan Coemans, Matevis Buemen Z., Valentinus Wouters W. en N. de H. Geest van Coersel. Verkocht voor 237 (gulden?) boven lasten. Het is belast met 300 gulden kapitaal aan Goefer Goessens in Hegtel. Lijcoop naer lantreght, gotspenninck 5 stuivers. Henric Peters kwam ter gichte.

 

1754, 21 februari. P. 809

Henric Peeters van Coorssel heeft aan Jan Pijpers een perceel land verkocht gelegen in Gestel, genaamd “die Kempensche Schomme”, palend de straat N., Elisabet Maes O., jof. Jans W., Matthijs Smolders Z. Voor 220 gulden Brabants Luijcx. Het goed is belast met 25 stuivers jaarlijks aan begijn Vandermaesen van Diest, niet kortend aan de koopsom, en met cijns en schattingen. Lijcoop een half ton bier, goidtspenninck 5 stuivers. Jan Pijpers kwam ter gichte.

Pontp. 11 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 ½; samen 12 – 19.

 

1754, 15 juni. P. 831

Jan Lambrechts, inwoner van Schuelen, heeft verklaard dat hij aan zijn zoon Lambert Lambrechts, verwekt met zijn gewezen huisvrouw Marie Jans zaliger, heeft opgedragen huis, hof en aanhang en het erf erbij in Schuelen in de Neerstraet gelegen. Het grenst de straat Z., Francis Vandereijckens weduwe W., Jan Opre N., Arnold Strampers O. Lambert krijgt deze goederen voor zijn kindsdeel en zijn vader behoudt er geen rechten meer op. Het goed is belast met een cuer aan Zijne excellentie en 3 stuivers 2 oort herberghs coren, met 4 of 5 denieren grondcijns. Verder nog met 7 – 10 jaarlijks aan jofr. Schupkens in Hasselt afkomend van Lambert Roelants; met 6 vaten koren, jaarlijks te betalen met 2 gulden aan de transportant, en met gemene dorpslasten. De zoon verklaart dat hij van zijn vader niets meer zal verlangen. 1 – 17 ½; loss. 0 – 8 – ½; totaal 2 – 6 –

 

1754, 21 juni. P. 833

Facteur Van Cauwenberghe legt in de naam van de H. Geest van Herck een akte neer beschreven door P. Wintmolders, secretaris van Herck, op 18 juni laatstleden.

In hun speciale vergadering, gehouden op 18 juni, namen de regeerders van de geestelijke leden van de stad Herck deel: de heer G. A. Defraiture, scholtus, schepen en hospitaalmeester in geld, de heer Joannes Kips, schepen, Egidius Boelen, schepen, Arnold Wintmolders, schepen en H. Geestmeester in geld, Theodorus Van Quaethoven, schepen, Joannes Vandekerckhooff, kerkmeester, Hermanus Vandekerckhooff, H. Geestmeester in koren. Ze werden bijeengeroepen door koster Arnold Mommen, afwezig.

Joannes Gilis, de onlangs afgaande H. Geestmeester in geld, is genoodzaakt geweest om actie te ondernemen voor de schepenen van het land Lummen ten Loons recht buiten tegen een half bonder grond gelegen onder Schuelen in de Geskens Hoven. Het is afgekomen van de representanten van Margareta Creten, voor Melchior Creten, daarna de E. paters Augustijnen van Hasselt, nu toebehorend aan Jan Cox. Er was achterstand in de betaling van een rente van 30 stuivers “Errardus gelt” jaarlijks. Cox heeft geweigerd om deze rente te betalen en verzocht dat de klager, als “affgesetene” (geen inwoner van het land), borg zou stellen. De klager is in dit geval geen persoon, maar de H. Geest, vandaar dat ze goederen van de H. Geest als borg stellen: 2 bonders land gelegen op de Belick onder Schuelen, dat momenteel verhuurd is aan Francis Raedemaeckers, voor 18 vaten koren jaarlijks en alle renten die ze aan goederen gelegen in Schuelen trekken. Hieraan kunnen alle kosten verhaald worden.

3 – 15 -; loss. 0 – 4 ½ - registratie 1 – 10 -; copije 1 – 10 -; samen 6 – 19 ½ solutum.

 

1754, 21 juni. P. 837

Scheiding en deling van goederen tussen Petrus Matthias de la Croix en sr. Henricus Deodatus Thielens, telkens met instemming van de echtgenote. Het gaat om de goederen die P. M. de la Croix verkregen heeft van de heer Petrus Neven, apotheker wonend in Alcken, sr. Valentinus Wauters man en momber van Aleijdis Hedwigis Neven, en jof. Joanna Neven; van de heer Joannes Beckers, de heer Paulus Beckers en jof. Anna Francisca Beckers kinderen van wijlen de heer Jacobus Franciscus Beckers en zijn vrouw Maria Catharina Neven, beiden zaliger, volgens akte van notaris Joannes Anth. Putt van 17 april 1752. Deze akte werd hier op 20 juli 1752 gerealiseerd. En het gaat om de goederen die Henricus Deodatus Thielens verkregen heeft tegen zijn zuster Theresia Thielens volgens transactie binnen Brussele voor de notaris van Beveren op 7 februari 1754 betreffende de nalatenschap van advocaat Petrus Neven, afgekomen van diens vaderlijke kant.

“Petrus Matthias de La Croix sal hebben die twee ceijns boecken oft laethoven, den eenen genaempt den laethoff Vandersmissen ende den tweeden genaempt Vander Heijlicheijt”. Verder nog: het deel in de Conincx vijvers en de Roomsche Heijde met de savoeren, gelegen in Schuelen, en met de Belcx vijver die daar ook ligt. Dit deel moet uit de hand aan het tweede deel 50 gulden eens geven binnen de 6 maanden.

Het tweede gedeelte, voor Thielens, zal al de vaderlijke renten omvatten, samen bedragend 24 gulden jaarlijks. Nog een perceel akkerland genaamd “den Cannaert”, palend de straat gaande naar het Lindekens Velt N., de Veltstraet of Langenwegh Z.; een perceel maaibeemd gelegen in Schulen, genaamd “den Achtersten Caetsen Bempt”, palend de Laeck Z., Peeter Vaes erfgenamen O.; een perceel land genaamd “die Thienvat”, met het schaarhout, gelegen onder Lummen, palend Toussain van Munster erfgenamen O.; 3 delen in het bos boven den Vrebosch in Lummen, grenzend den Vrebosch N.; een bempdeke achter de Groote Molen in Lummen.

Tot gemeen profijt blijven: een sille broek aan de Hoijedoncxbergh in Schalbrouck; het vierde part van de “visscherije” onder Schuelen aan weerszijden van de Molenwegh gelegen tot aan de abeel; het vierde part van een vijvertje in Schalbrouck; het vierde deel van een vijvertje in Reckhoven; het vierde part in een visserij onder Linckhoudt aan het Schildeken.

Het tweede deel zal van het eerste 50 gulden Brabants Luijcx eens hebben binnen de 6 maanden. De beemd genaamd “Vrauw Heijlkens Bempt” in de Zeelbempden onder Schulen gelegen, zullen ze samen genieten.

De tweede comparant zal aan de eerste alle registers, papieren en documenten overdragen betreffende de goederen van wijlen de heer advocaat Petrus Neven afgekomen van diens vaderlijke zijde, maar Thielens mag een kopie maken van alles betreffende zijn goederen of renten.
5 – 17 -; 1 – 0 registratie; samen 6 – 17.

 

1754, 21 juni. P. 843

Jan Opree, gehuwd met Magriet Doncel weduwe van Jan Gobben, en Petrus Plughers die gehuwd is met Dimphna Gobben, de eerste voor het vruchtgebruik en de tweede voor de eigendom, hebben aan Herman de Meer een perceel land verkocht gelegen in Schuelen in de Neerstraet. “Den Croelshoff” paalt de stege O., de Neerstraet Z., Balthus Lambrechts W., die Spoije van Jan Luijten en Balthus Lambreghts N. De Meer zal er jaarlijks een erfelijke rente van 18 gulden Brabants Luijcx voor betalen, die haar loop zal nemen op Sint Andries aanstaande als Herman het goed in gebruik mag nemen. Tot verzekering van deze rente stelt Herman een ^perceel land gelegen in Schuelen, genaamd “den Bodem achter het Steenen Cruijs”, grenzend Jan Hansons Z., Matthijs Joers weduwe O., Arnold Luijten N., Geert Maris nomine uxoris Dimphna Burghs W. Het afgestaan goed is belast met 19 stuivers jaarlijks aan het beneficie van het Lievevrouwenaltaar in Lummen (beneficie Beate Marie Virginis) en met 2 oord s’ heeren grondt chijns en gemene dorpslasten. Herman de Meer wordt gegicht in het goed, de opdragers Jan Opre en Petrus Plughers in de rente van 18 gulden jaarlijks.

 

1754, 21 juni. P. 844

Volgens de stipulatie die Jan Cornelis in handen van Van Langendonck heeft gedaan, verkocht hij een perceel broek aan het Vliegers Eijnde onder Coorssel gelegen, genaamd “den Uijtterman”, palend Jan Zeeuws O., Jan Jacobs Z., Jan Knapen W., heer Smeets van Mieuwen N. Aan medeschepen Jan Reijnders voor 136 gulden Brabants Luijcx eens. Het is vrij en allodiael goed, waarvoor men enkel 4 stuivers dorpslasten moet betalen in iedere brief. Lijcoop 3 gulden, goidtspenninck 5 stuivers.

 

1754, 18 juli. P. 848

Henric Oijen, als vaderlijke oom van de kinderen van Herman Oijen en Agnes Lieffsoens (erboven staat “Vandelaer”), beiden overleden, releveert: A) een perceel vrebroex gelegen op de Coelherck, genaamd “den Schoonen Bempt”, 3 sillen groot. Palend de Coelherck N., mr. Peeter Neven erfgenamen 2), capiteijn de Pretre met sr. Egidius Boelen nomine uxoris 3). (Marge: 1720, 11 januari belast 15 gulden jaarlijks aan jof. Dierna). B) een perceel gemeijn broek in de Seelbempden gelegen, genaamd “Voorsten Halff Bonder”, omtrent 2 sillen groot, palend Pet. Matt. De La Croix wedergedeelte 1), den Halbeecker Deijck 2), de heer Quoitback 3). C) een perceel gemeijn broek van 3 sillen groot, gelegen “op den swarten gracht in die Seelbempden”, in de gemeijn Seelbempden gelegen en palend de oude Herck in 2 zijden. D) 6 roijen gemeijn aan het gat van die Seelbempden, palend Zijne Excellentie. De kinderen zijn: Joannes, Aldegond, Liesabet, Gerard en Agnes Oijen.

 

1754, 11 juli. P. 850

Peeter Alen verkoopt aan Jan Lambrechts een perceel broek gelegen in Schuelen, omtrent een half bonder groot. Het paalt den Molenwegh O., de koper nomine uxoris Marie Jans Z., de erfgenamen van Jaspar Poelmans/Joannes Simons W., de erfgenamen van Henric Huveneers N. Voor 190 gulden Brabants Luijcx eens, die de opdrager ontvangen heeft in specie van 22 ducaten en de rest in gangbaar zilveren geld. Los en vrij zonder uitgaande lasten boven cijns en dorpslasten. Lijcoop 2 schellingen, goidtspenninck 1 oort. Jan Lambrechts kwam ter gichte.

Pontp. 9 – 10 - ; gicht 1 – 17 ½; uijtc. 2 – 2 -; loss. 0 – 1 ½; totaal 13 – 11.

 

1754, 18 juli. P. 851

Lenaert Van Swartenbroeck en Jan Weijens doen de eed als mombers van de wees van Renier Stappers en Geertrijt Stappers, met name Joannes Stappers. 5 – 17 -

 

1754, 18 juli. P. 851

De mombers voorschreven hebben in naam van het kind, na voorgaand relief, de som van 116 gulden kapitaal ontvangen uit handen van Geroen Graulus (Grauwls). Hiervoor kwijten ze de panden van Grauls, die gekocht heeft van Christoffel Hoelen. De intrest hebben ze gebruikt voor de mondkost en het onderhoud van de wees. Geroen Grauls kwam ter gichte. Relieff 3 – 15 -; 1 – 1 -; loss. 0 – 4 ½; samen 5 – 0 ½.

quit. 1 – 17 ½; loss. 0 – 4 ½; samen 2 – 2 1/2

 

1754, 18 juli. P. 851

Leen. De heer burgemeester Egidius Boelen nomine uxoris, voor zichzelf en voor de heer Francois de Pretre luitenant majoor in dienst van de koning van Spanje, heeft bekentenis en de eed gedaan aan zijne excellentie van leen gelegen onder Schulen. Het is een perceel broek genaamd “die Palmerdonck”, 2 bonder groot, grenzend den Halbeeckerdeijck 2), Herman Oijen 3), de heer advocaat Vossius 4), die Coelherck “oft Drijbeck” 5). En een ander leen genaamd “het Gesuer”, grenzend Jan Goffins erfgenamen Z. het goed van Halbeeck 2), die Palmerdonck 3), de Cleijn Herck 4). Nog een perceel land in de “Roomsche Heijde”, de erfgenamen van advocaat Neven Z., mevr. de Celis O., de weduwe van heer advocaat Loijens W., Ida Joors begijn in Diest N., de Mortelman van Jan Spex.

8 – 18-; 2 – 0; samen 11 – 16.

1754, 26 september. P. 852

Joannes Vander Eijcken releveert de goederen die hem met Merten en Michiel Vander Eijcken, zijn broers, is aangekomen na de dood van Geerardt Van der Eijcken en Cecilia Wintmolders. Het gaat om een perceel hofland, vroeger huis en hof, in Reu, palend het zusterklooster van Hasselt O., die Wolfs Kele van Jan Lambrechts Z., Henric Hermans W., Jan Luijten N.; een perceel land genaamd “den Lummenschen Bosch” in Reu gelegen, Peeter Vander Eijcken (de oom van de comparant) erfgenamen O., Liben Joors weduwe Z., de heer Van Henis en de heer Frederici W., de edele heer de Libotton N.

3 – 15 -; loss. 0 – 2 1/2 ; boet 1 – 1 -; samen 4 – 18 ½

 

1754, 16 augustus. P. 855

Jan Ceijssens, Mattheijs en Gerardus Ceijssens releveren na de dood van hun ouders Mattheijs Ceijssens en Marie Witters zaliger, die in Hechtel gewoond hebben. Ze kennen niet alle goederen, maar het gaat zeker om een perceel broek gelegen in den Overslagh, palend O. Jan Heeren, W. het gemeijnte broeck van Hechtel, Z. de Roode Beke, N. de Maelbeke; om een perceel broek genaamd “de Schuijlen”, gelegen in den Overslagh, palend O. Antoon Meuws als tochtenaar, W. de erfgenamen Matthijs Slangen, N. de Maelbeke; om een perceel broek genaamd “het Torfbroek” , O. Jan Heeren, N. Antoon Meeuws als tochtenaar, Z. de erfgenamen Mattheijs Slangen; nog om een perceel broek genaamd “het Middelste Broeck” omtrent “den Crommen” gelegen, grenzend O. d’erfgenamen Govaert Uten, W. Frans Ooms, N. de erfgenamen Helena Witters, Z. Frans Ooms; nog om “den Knoops Bempt”, O. en W. Egidius Wouters, N. Henricus Noops, Z. de weduwe Peeter Knaep.

 

1754, 26 september. P. 857

E.H. Adr. De Heusch, heer van Herten, Landwijck enz. legt per missive van 15 september een notariële akte voor gepasseerd op 19 juli voor notaris H. Van Muijsen van Hasselt, betreffende een verkoop door hem gedaan van Joannes Borghs en Marie Maris weduwe van Michiel van Roije. De verkoop in kwestie vinden we niet, wel de volgende documenten erover.

1754, 21 juni. (p. 855)

Marie Maris, weduwe van Michiel Van Roije, verklaart dat ze tijdens haar huwelijk verscheidene schulden hebben gemaakt, belopend in totaal op 173 gulden. Het overzicht ervan werd bijgevoegd op een apart blad. Om de schulden af te betalen heeft haar man haar een perceel land gelaten, genaamd “den Paddenpoel”. Het is gelegen onder Schulen. Hierover werd door de pastoor van Schulen een testament opgemaakt op 4 april laatstleden. Ze wordt gemaand om de schulden af te betalen, vandaar dat ze zich tot de schepenen richt met het verzoek om haar toestemming te geven tot de verkoop van dat land en tot het gichten van de koper. Ze geven haar die toestemming. De staat van schulden vinden we hierbij(p.865), maar niet het testament waarover in de suppliek sprake is. Eén van de schulden is een som van 10 gulden aan de rademaker van Berbrock voor de doodskist en enkele restanten. Jan Lambrechts heeft 20 gulden tegoed voor huishuur. Nog 6 gulden te betalen aan Geert Maris voor het bier dat bij de uitvaart door de vrienden gedronken werd en een gelijke som voor de kerkrechten. Geïnteresseerden raadplegen het origineel p. 865.

 

1754, 26 september. P. 869

Suppliek met verzoek van octrooi en met staat van schulden voor Marie Meijnen weduwe van wijlen Jan Van de Venne.

De schulden belopen in totaal 134 gulden 12 stuivers. Omdat ze geen middelen heeft en haar ruineus huisje belast is met een rente van 7 gulden jaarlijks aan jouffr. Van Rijckel van Hasselt, waarvoor ze verscheidene aanmaningen heeft gehad, en dat nu op het punt staat om geëvinceerd te worden en dat “involgens visitatie aen het selven souden moeten geimpendeert worden sestigh guldens relaes tot den voorschreven staet”. Om deze evictie te verkomen en ook om te zorgen dat het huisje niet helemaal vervalt en ze zonder woonst komt te zitten, opdat haar kinderen zouden de kost krijgen en kleding, verzoekt ze om de som van 134 gulden 12 stuivers te mogen ophalen op haar betochtigde goederen voor de betaling van de schulden.

Staat van schulden (p. 871) opgebouwd door het echtpaar Jan van den Venne en Marie Meijnen tijdens hun huwelijk en voor de begrafenis en uitvaart:

Aan jufr. Van Rijckel van Hasselt een rente van 7 gulden jaarlijks, 2 jaren verlopen------- 14 – 0 – 0

Aan Willem Ramackers van arbeidsloon met de paarden en van afgehaald koren---------- 7 – 8 – 0

Aan Peeter den Ridder van arbeidsloon van akkeren------------------------------------- 4 – 10 – 0

Aan de burgemeesters van Schuelen van schattingen------------------------------------- 4 – 10 – 0

Aan Rummen Vaes van Lummen van gekocht schaarhout-------------------------------- 12 – 0 – 0

Aan gekocht stro van Herman de Meer van Schuelen-------------------------------------- 2 – 0 – 0

Van gekocht stro van jufr. Van de Laer van Herck--------------------------------------- 1 – 10 – 0

Van het “gelicht” aan de koster van Lummen----------------------------------------------- 9 – 5 –0

Aan de doodskist aan de “rademaecker” van Berbrock----------------------------------- 5 – 0 – 0

Kerkerechten----------------------------------------------------------------------------- 6 – 0 – 0

Bier op de dag van uitvaart voor trakteren van vrienden en buren------------------------- 3 – 10 – 0

Koeken voor de uitvaart----------------------------------------------------------------- 3 – 19 – 0

Aan Alen Van de Voort van restant van hout---------------------------------------------- 1 – 0 – 0

Voor dit eerste blad in totaal------------------------------------------------------------ 74 – 12 – 0

Aan “nootbouwt” aan het huis “gevisenteert” door Nicolaes Mijters, timmerman, en Gilliam Roosen

door hen getaxeerd, van plaijen tot zolder, geschat op------------------------------------ 60 – 0 – 0

Handtekening van Gilliam Roosen en handmerk van Nicolaes Muijters.

Verklaard aan scribent Petrus Plugers.

 

1754, 09 oktober. P. 877

Peter Leen releveert na de dood van vader en moeder Merten Leen en Liesabet Eerdekens een stuk in den Overslag gelegen, grenzend O. en N. eigen erf, W. den ouden M…deijck, Z. Coebes Luijcken. Peter kwam ter gichte. (onder voorbehoud wegens schrift)

 

1754, 09 oktober. P. 877

Peter Goermans releveert na de dood van zijn vader en moeder Henderick Goermans en Liesabet Wellens een perceel in de Heijffen(?), palend O. Marten Berben, W. eigen erf, N. de Groetebeck, Z. de gemeijnen aert. Nog een perceel grenzend O. Govaert Sluers(?), W. Mattues B….s, Z. sheeren aert, N. de Groote Beck. Peter Goermans kwam ter gichte.

 

1754, 10 oktober. P. 876

Quirijn Vandebeeck, geassisteerd door zijn vader Hubert Vandebeeck en Jan Gressens als naaste vriend van Quirijns eerste vrouw Marie Christien Swerts, na voorgaand relief, en Geertruijdt Vandebeek hebben getransporteerd tot behoef van Dominicus Hermans een perceel land gelegen in Reu onder Schuelen, genaamd “den Reuhoff”. Het grenst de straat O. en Z., Gielis Boonen N., de edele heer de Schroots W. Dit goed is hen aangekomen na de dood van Geert Weijens en Agatha Smeets, hun overouders vanwege hun moeder Elisabeth Weijens. Voor 200 gulden Brabants Luijcx eens. Het verkochte goed is belast met 10 gulden jaarlijks aan Kerckhoffs nomine uxoris Van Ham, met 3 gulden jaarlijks aan Willem Corthauts van Bolderbergh en met 35 stuivers aan Jan Fredrix erfgenamen van Gestel. Deze lasten zullen niet korten. Verder cijns en gemene dorpslasten te betalen. Quirijn Vandebeeck verklaart dat hij met zijn deel van het geld een lening van 100 gulden kapitaal zal afleggen, die staan op de goederen afgekomen van zijn eerste echtgenote Marie Christien Swerts. Dominicus Hermans kwam ter gichte. De lasten tot nieuwjaar zijn voor de verkopers, maar ze zullen dan ook nog de pacht optrekken. Lijcoop een half ton bier, goidtspenninck 1 stuiver.

Relief 3 – 15; 1 – 1 b.; - 3 los; samen 4 – 19;

Pontp. 10 – 0; gicht 3 – 15 -; loss. 0 – 3; samen 13 – 18.

 

1754, 10 oktober. P. 879

Leen. Voor stadthelder en leenmannen van de leenzaal van de heer van Lummen verschenen Jan Spex, Jan Burghs als vader van zijn kind Dimphna Burghs verwekt in zijn huwelijk met Elisabeth Spex, zowel voor zichzelf als voor de kinderen van Bastiaen Spex en Anna Comans met name Agnes Spex en Anna Marie Spex. Ze releveren een leen dat hen na de dood van Jan Spex en Agnes Ramack (!), hun ouders zaliger, is aangekomen. Van dit goed, “den Bodem”, heeft Mattijs Jaers weduwe de wederhelft. Het geheel grenst de straat N., Gilis Mommen O., “den Bodembosch” van N.N. van Hasselt Z., Jan Roelants nomine uxoris Catharien Burghs. Jan Spex heeft de eed van trouw gedaan aan Zijne Excellentie. 6 - 0

 

1754, 20 oktober. P. 880

Erfcautie Jan Baptist Vandewijer ten behoef van Jan Wellens.

Jan Baptist Vandeweijer, met instemming van zijn echtgenote Elisabeth Remen hierover gedaan in handen van schepen Rijnders, stelt een weide als borg voor zijn proces tegen Jan Wellens, dat hij in appel voert voor het oppergerecht van het graafschap Loon. Deze weide is onder Coerselt gelegen, meer dan 2 daghmael groot, en paalt Peeter Dries W., Jaspar Reijnders N., O. de kinderen van Peeter Jans en Z. Joost van Hamel. Dit goed is onbelast.

Hierover werd een documentje toegevoegd (p. 881), geschreven door Jan Reijnders in zijn moeilijk leesbaar geschrift.

 

1754, 24 oktober. P. 883

Relieven te presteren voor de edele heer Mart. Renier Loets de Triche, oud-burgemeester van de stad Luijck, raadsheer van de prinsbisschop van Luik, als erfgenaam van mevr. Joanna Theresia de Visé weduwe van wijlen de erentfesten heer Arnold Vrericx, in zijn leven keizerlijke raadsheer, president-schepen van het oppergerecht Vliermael. Het gaat om de goederen achtergelaten door de erentfesten heer Michael Matthias Vrericx, schepen van het hooggerecht van Hasselt en commissaris van de stad Hasselt. De relevant heeft een aandeel in volgende goederen:

·        8 gulden jaarlijks op panden van Christina Claes weduwe Hend. Put, daarna haar twee zonen Aerdt en Matthijs Put;

·        6 vaten land genaamd “de Swertbeeck” met aangelegen vijvertjes of poeltjes, palend de edele heer Van Cauwenhoven N., mevr. de Celis en Jan Stappers O., Henric van Quaethoven n. u. Helene Van Thielt Z., de straat genaamd Swartbeeck Straet W.;

·        6 vaten land genaamd “de Voorste Schomme”

·        2 vaten land genaamd “de Achterste Schomme”

Het gaat om goederen gelegen in Lummen en Schuelen. (VII vierdel maut; 5 vierdel maut, 3 vierdel maut, 3 vierdel maut, 1 swart: de jaarlijkse cijns?)

Relieff 1 – 17 ½; loss. 9 – 15 ½; totaal 11 – 13 -. “Solutum 30 8ber 1755”

1754, 24 oktober. P. 884

Jof. Marie Christien Joris releveert na de dood van haar zuster Marie Elisabeth Joris een perceel broek gelegen omtrent de Poterijbrugge onder Schuelen, genaamd “die Roten”. Het is omtrent een half bonder groot en grenst Z. de straat, O. de la Croix, W. de weduwe Waltherus Hermans, N. de Coelherck Z. (!) Ze had dit verkregen via akte van 2 augustus 1742 en die werd hier gerealiseerd op 11 augustus daarna.

1 – 17 ½; loss. 0 – 1 ½; samen 1 – 19 -

 

1754, 07 november. P. 885

Voor stadhelder en leenmannen van de leenzaal zijne excellentie de genadige heer “grave Loijs Engelbert Vandermarck” in zijn vrijheerlijkheid Lummen verscheen Henric Oijen geassisteerd door Joannes Oijen. Ze hebben bekentenis gedaan en daarna gereleveerd het leen dat is aangekomen vanwege de dood van Herman Oijen en Agnes Liefsoens aan Joannes Oijen, Aldegond Oijen, Elisabeth Oijen, Geerard Oijen en Agnes Oijen. Het gaat om de helft van een perceel broek genaamd “Visschersbrouck”, 7 bonderen groot, onverdeeld met Pet. Matthias de la Croix n.u. Het geheel grenst de Coelherck Z. en W., de prelaat van Sint Truijden N., het Merlebroeck O. (Folio 245, reg. den commandeur van Bernissem W., zijne excellentie N). Nog om de helft van een perceel broek van een bonder groot, onverdeeld met Petr. Matthias de la Croix n.u., gelegen aan de Halbeecker Deijck, palend deze dijk W., Aert Cuepers N., Cecilia Meijs O.

Ze kwamen voor henzelf en voor hun broers en zuster “tot hande ende monde” en deden de eed van trouw aan Zijne Excellentie.

Bekentenisse: 3 – 18 –; 2 – 0 boet(?); 6 – 0 relieff

3 – 18-; 6 – 0 relieff; 6 – 0 conde; 2 – 0 boet; samen 29 – 16

 

1754, 14 december. P. 895

Henderick Peters heeft ontvangen en daarna draagt op aan Henderick Claes een perceel broek gelegen in Koersel aan den Eesselbons (??), O. Jan Coemans, W. en N. de H. Geest van Coursel, Z. Valentinus Wouters. Koopsom 300 gulden en 237 gulden werden betaald? Henderick Claes werd in het perceel gegicht. (moeilijk schrift!)

 

1754, 18 december. P. 897

Jan Henricx heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Henricus Beerts een perceel broek genaamd “den Das”, allodiael goed gelegen binnen Coersel omtrent den Breedonck. Grenzend O. en Z. Henricus Beerts, W. Valentinus Wouters, N. Jan Reijnders en Jan Comans. Voor 505 gulden Brabants Luijckx eens. Enkel belast met dorpsschattingen en lasten. De koopsom werd aan Henricx voldaan in volgende speciën: 26 fransche pistolen, een son pistolle, 8 ducaten, een merliton, een half carolien. Lijckoop 10 gulden, godtspenninck 5 stuivers, schrijf- en roepgeld 3 gulden. Henricus Beerts kwam ter gichte.

 

1754, 18 december. P. 899

Jan Henrix heeft ontvangen en daarna opgedragen aan meester Joannes Hubertus Convents een perceel broek genaamd “het Kleijn Gesuer”, gelegen binnen Coursel aan de Breedonck, O. Jan Dierix tochtenaar, W. Peeter Smeets Jaspers zoon, N. Paulus Zeeuws, Z. de broeckstege. Voor 405 gulden Brabants Luijkcx eens. Niet belast boven grondcijns, dorpslasten en schattingen. De koopsom werd voldaan in 2 fransche pistolen, 12 ducaten onder welk een was getekend “domine conserva nos in pace”, een merliton, 18 spaensche pattacons, 3 fransche pattacons, 3 à 4 zeetsche pattacons, 1 ducaton, 9 kroonen en voorts in Luijcks geld zoals gulden, schellingen en blamusers. Lijckoop 10 gulden, Godts penninck 5 stuivers, schrijf- en roepgeld 3 gulden. Meester Convents kwam ter gichte.

Pontp. 20 – 5; gicht 1 – 16 -; loss. en ban 0 – 2.

 

1755, 16 januari. P. 903

Jan Lowies Vuegen heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Merten Jaenen een perceel land gelegen in Coersel, O. Peeter Put, W. Servaes Va.., N. herenstraet, Z. de Kackel Hoef(?). Verkocht voor 350 gulden. Lijcoop naer lantcoop, godtspenninck 5 stuivers. Schattingen in iedere brief 8 stuivers.

Nota. Het voorschreven perceel was door Jan Louis Vuegen verkocht aan Jacob Vaes en deze laatste heeft het overgelaten aan Merten Jaenen. Het was niet gegicht en de rechten waren niet betaald.

 

1755, 22 januari. P. 905

Francis Hendrix heeft ontvangen en opgedragen een bempt gelegen in Stall, O. Marianna Smeets, W. Catharina Smeets, Z. de Aldebeck, N. Jan Knaep. Tot behoef van Joan Knaep voor 225 gulden Brabants Luijx. Hierop heeft de koper 125 gulden betaald en de resterende 100 gulden zal de koper tegen de dag van “bejaren” moeten neertellen. Godts penninck 5 stuivers, lijcoop een half ton bier, roepgeld en schrijfgeld 2 gulden. Los en vrij met uitzondering van dorpsschattingen in iedere brief 5 stuivers en s’heeren grondt cheijns.

Op 13 maart 1755 heeft Francis Henricx bekend dat hij de resterende 100 gulden van de koopsom ontvangen heeft uit handen van Jan Knaep.

Deze bekentenis werd nog op een apart blaadje herhaald. P. 907

 

1755, 22 januari. P. 909

Joannes De Die (Thomas Devue, volgens kerkelijk register), met laudatie van zijn echtgenote Barbara Maes, heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Henderick Huijbrechts een perceel dat in het Oversel gelegen is, geheten “het Hemelreijck”. Het grenst O. de begijnen van Per (Peer), W. Jan Briers(?), N. Helen Belen van Huesden, Z. heeren aert. Verkocht voor 235 gulden boven de lasten: 200 gulden tot profijt van Jan Reijnders, lijcoop 5 gulden, gots penninck 5 stuivers, roepgeld en onkosten 30 stuivers.

Jan Reijnders kwam ter gichte.

 

1755, 15 februari. P. 911

Jan Comans accepteert de naderschap aan Antoen Lijssens van een perceel land “de Hoeve” gelegen in Coorsel, O., N. en Z. heeren straet, W. Henrick Smeets. Dit was afgekomen van Claes van Peel en Hubricht Henricx en werd voor deze schepenen gegicht op 9 mei 1754. Comans kreeg zijn geld terug. Antoen Sijssens kwam ter gichte.

 

1755, 19 juni. P. 913

Hopeloos beschadigd document.

… als Gielis Vrancken, Paulus …. hebben gereleveerd na de dood van Geert Vrancken en … zaliger, waar … als tochtster is uitgestorven. Het gaat om huis en hof gelegen in Schuelen, de straat N., Herman …, de weduwe Arnold Vrancken O., eigen erf W. Nog een perceel dat grenst aan de straat, Mattijs J…weduwe Z. Nog een perceel land “Lanck Velt” dat paalt aan Herman Vrancken, … weduwe met … O., …ijlen hof van Jan Weijens Z. Nog een perceel op die .. gelegen, genaamd … hoff, palend s’ heeren … O., Jan Lambrechts Gr…velt Z.

3 – 15; loss. 0 – 3 -; 1 – 1; samen 4 – 19

 

1755, 02… P. 914

A… …ercx, Jordaen Stiers man en momber Cathrien C…, Jan Janssens man en momber Margo, hebben na afstand van tocht door hun vader en schoonvader Louijs Clercx en met instemming van hun aanwezige echtgenotes getransporteerd tot behoef van Jan Joors van Schuelen al hun rechten die ze na deze afstand verkregen hebben. De vader deed de afstand volgens akte gepasseerd voor notaris P. Borghs op 9 juli 1755. De acceptant had deze gronden en goederen verkregen via evictie en gevolgd landtgebodt na achterstal van betaling van een rente van 10 gulden 10 stuivers jaarlijks, verworven in 1754. Verkocht voor 400 gulden Brabants Luijcx eens. Jan Joors kwam ter gichte.

Cessie van tocht 1 – 17 ½; registratie 0 – 10 -; loss. 0 – 2 -; gichten 3 – 15 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 2 -; samen 8 – 4 –

Pontp. 20 – 0; algemeen totaal 28 – 4.

 

1755, 20 augustus. P. 921

Joannes Hubertus Convents, Petrus Franciscus Convents en Ludovicus Convents releveren na de dood van hun ouders Peeter Convents en Gertrudis Beckers , hun ouders zaliger. Het gaat om huis en hof gelegen in Coursel , grenzend O. de herberg toebehorend aan begijntje Beckers van Diest, N. en Z. s’heerenstraet ; “den Paenhuysdries” palend O. de erfgenamen Jan Didden zaliger, W. de wederhelft, Z. de erfgenamen Francis Beckers, N. s’heeren straet; “het Schansbroeck” O. de pastoor van Coersel, W. begijn Hommans, Z. en N. de weduwe Van Postel; een perceel broek “de Hegge”, palend O. de wederhelft, W. de erfgenamen van Paulus Beckers en Marie Van Ubbel, N. en Z. de beek; “den Postelmans” gelegen in Coorsel, palend O. de weduwe Jan Reijnders zaliger, W. de erfgenamen Francis Beckers, Z. s’heeren straet, N. Brigida Didden.

“Voor den ceijns twee vaten evie, een spint roggen ende cleijnen ceijns t’samen drij guldens twelf stuivers twee oorden

dico 3 – 12 – 2”

 

1755, 25 september. P. 923

Registratie van een akte van notaris L. Gilis, residerend in Hasselt, van 6 september 1755.

Hendrick Ickmans van Coerselt, die de instemming van zijn echtgenote Elisabeth Convents zal inbrengen, draagt onder vorm van creatie een rente op van 8 gulden jaarlijks aan Joannes Duijs. De rente wordt gehypothekeerd op een stuk land en dries gelegen in Stal onder Coerselt, palend Jaspar Mertens O., de straat Z. en W., Jan Cannaerts N. Afbetaling mogelijk met som van 200 gulden Brabants Luijcx kapitaal zoals de opdrager van de acceptant ontvangen heeft. Opgemaakt binnen Hasselt in het huis van de acceptant in aanwezigheid van de getuigen Gilis Millen en Marie Moraij.

Solvit de opdrager voor akte en kopie 2 gulden.

Op 25 september 1755 verschenen Henrick Ickmans en zijn echtgenote Elisabeth Convents voor meier en schepenen van Lummen, die de bovenstaande akte hebben neergelegd. Op 9 oktober 1755 betaalden ze er:

pontp. 10 – 0 -; gicht 2 – 17 ½; loss. 0 – 8 -; reg. en cop. 2 – 0 -; samen 14 – 5 - 2

 

Bundel 20

 

1755, 24 oktober. P. 935

Joannes Corvers, koster van Beringen, releveert in de naam van de kerk van Beringen alle goederen waar Pelsers als gichtdrager is uitgestorven. Het gaat om een rente van 1 gulden 12 stuivers jaarlijks aan panden van Jan Thijs onder Coorssel; op pand broek “het Hemelrijck” in Coorssel van Jan Rijnders, Jan Gijbels, Jan Jacobs en Mattijs Lekens 5 gulden jaarlijks; een rente van 2 gulden jaarlijks op panden van Jan Convents onder Courssel gelegen; een eussel aan die Paelse Voort gelegen, palende de Heghbosch” 1), de Molenbeeck 2). De twee laatste waren vroeger eigendom van het O.-L.-Vrouwenaltaar, maar behoren nu aan de kerk. Nog 50 halsters koren jaarlijks op de molen van Stall. De voorschreven Corvers kwam als gichtdrager ter gichte.

3 – 15; 2 – 10 -; - 5 ¼; 1 – 1 -; - 12 -; - 5 -; samen 8 – 8 1/4

 

1755, 24 oktober. P. 935

Joannes Corvers voorschreven releveert in naam van de armen van Beringen al de goederen die ze hier hebben: 50 vaten koren aan de molen van Stall; 1 – 5 – aan dezelfde molen; 7 – 10 jaarlijks aan een torfbempt genaamd “Hemelrijck”; 6 gulden jaarlijks aan panden van Jan Geerdts van Genebosch; op panden van Jan Convents gelegen in het Stalbloeck in Coorssel 1,5 halster licht koren; 14 stuivers jaarlijks aan panden van Peeter Pinxten: een stuk broek in Coorssel; op die Croen onder Coorsel in Stal 1 – 5; 4 halsters lichtkoren op den Croon Hoff in Stal; een dries aan de Muijs Heije ontrent Hagelsteen met een bempt daar in de buurt gelegen; een perceel broek in Gestel gelegen aan Jan Marien op die Muijsen heije; een dries daar gelegen. Waarschijnlijk werd de nieuwe gichtdrager Laurentius Claes zoon van Adriaen, maar dat werd zo niet geformuleerd. 3 – 15; 1 – 1 -; 2 – 10-; - 9 -; - 15-; - 12 -; samen 8 - 12

 

1755, 24 oktober. P. 935

Joannes Corvers, in de naam van de eerwaarde heer L. Vandenbroeck, releveert de erven die de kosterij van Beringen hier heeft: een perceel broek onder Schuelen gelegen, een sille groot, palend Petrus Jacobs O., Henric Drugen W., de oude Herck? Laeck? Z., de weduwe van Adriaen Van Hees N. Vroeger behoorde dit toe aan het Julianen autaer van Beringen, nu aan de custerije. Na de dood van Mercke Boijen. Nog 3 daghmael broek opt gemeijn brouck in Gestel gelegen. Marge: 6 mei 1751 relief van de custerije van Beringen.

3 – 15; 1 – 1 -; - 4 -; - 12 -; - 5 -; samen 5 – 17; daarbij – 3-;

De drie relieven samen komen op 22 – 17 ¼

 

1755, 06 november. P. 949

Francis Van Swartenbroeck heeft opgedragen tot behoef van Barbara Iven weduwe van Jan Bruijnincx, present haar zoon Petrus Bruynincx in de naam van zijn moeder accepterend, een perceel land genaamd “het Manelandt”, gelegen in Schuelen aan de Maenestraet, palend deze straat N. en O., de voorschreven weduwe W., Jan Luijten en Lambert Vrancken Z. Voor een rente van 8 gulden jaarlijks zoals het begijnhof van Hasselt daarop heft. De verkoper moet nog 6 pattacons bijdragen in de verlopen van de rente en de andere verlopen en onkosten neemt Petrus Bruijnincx in de naam van zijn moeder voor hun rekening. Verder staan er buiten de heerlijke cijns geen lasten aan het goed.

1 – 17 ½; loss. 0 – 2 -; samen 1 – 19 ½

 

1755, 20 november. P. 950

Jan Hermans van Berbrouck heeft opgedragen tot behoef van Hubert Gobben, koper, een perceel broek gelegen in Schulen, genaamd “den Roede (sloet?) oft Engelsdonck”, grenzend Jan Lambrechts en Christoffel Schevernels O., de Voorste Laeck Z., “die Croeckesille” W., Jan Gobben en de erfgenamen van Willem Vernijns genaamd “die Sillen” N. Voor 32 gulden Brabants Luijckx eens. Onbelast met uitzondering van cijns en gemeijne dorpslasten. Lijcoop 2 schellingen, goidtsgeldt 1 stuiver Hubert Gobben kwam ter gichte met recht.

1 – 17 ½; loss. 0 – 2; pontp. 1 – 12 -; samen 3 – 11 ½

 

1755, 10 december. (los blaadje p. 956)

Henric Marceau en Anna Smets, echtpaar, verkopen aan medeschepen Jan Reijnders een perceel broek gelegen aan de schans van Corssel (Koersel), palend Peeter Smeets O., heer Jaspar Smeets N., Michiel Claes Z., de schans grave van Coorssel W. Voor 325 gulden boven 5 stuivers schattingen en s’heeren cijns.

“Vide minute leen, 5 xber”.

- 17 -; 4 ¼; samen 12 ¾ (bij het eerste getal is “1/2” niet bijgeschreven).

 

1755, 17 december. (los blaadje p. 958)

Matrines (Martinus?) Knap heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Blasius Knap een perceel broek aan de Veyt (?) gelegen, O. en Z. Anna Knap, W. Sieli Beckers, N. Peeter Vande Weijer. Voor 180 gulden. Enkel belast met dorpsschattingen en de grondcijns. Lijckkop 1 gulden, goetspenninck 5 stuivers. Blaesius Knap (Knaep) kwam ter gichte.

 

1756, 08 april. P. 971

Daniel Daniels, wonend op de Gasthuijse winninge van Diest onder Molem, verkoopt via stipulatie daarover in handen van schepen van Langendonck aan Jan Cornelis voor de som van 337 gulden met lijcoop inbegrepen een perceel land gelegen in Hoxelaer onder Coorssel. Het grenst Henric Beerts N., Aert Beckers O., de straat Z. (O. volgens klein blaadje p. 969), Peeter Beckers W.

Allodiael. Gicht 1 – 17 ½; 1 – 1 -; samen 2 – 18 ½

Op 1 april had de schepen van Daniel Daniels stipulatie over deze verkoop afgenomen. Cornelis had de koopsom betaald.

 

1756, 08 april. P. 971

Peeter Beckers verkoopt aan Jan Cornelis voor 32 pattacons een perceel land in Hoxelaer onder Coorssel, palend de straat Z. en W., Henric Beerts N., Daniel Daniels nu Jan Cornelis O.

Allodiael. Gicht 1 – 17 ½; uijtcomen 1 – 1; samen 2 – 18 1/2

De twee voorgaande gichten staan beschreven op een klein en een groot blad.

 

1756, 29 april. P. 979

Jan Luijten, zoon van Frans Luijten, heeft uit handen van Aldegon Strauwen weduwe van Jan Stappers een som van 200 gulden Brabants Luijcx ontvangen. Hiervoor belooft Luijten een jaarlijkse rente van 9 gulden Brabants Luijcx te betalen met eerste valdag op 25 maart 1757. De rente wordt gehypothekeerd op huis en hof gelegen in Schuelen, “den Lochtentocht” genaamd, groot 5 vaten land. Het goed paalt sheeren straet N., het zusterklooster van Hasselt, nu Lenaert Fillici erfgenamen, O., Henric Vandevinne nu Margareta Maris kinderen Z., de stege tegen het Heerkens Velt W. Aldegonde Strauwen werd in de rente van 9 gulden gegicht met recht.

Pontp. 10 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 9 -; samen 12 – 6 ½. Solvit Aldegond Strauwen.

 

1756, 13 mei. P. 983

Joufr. Margot Ambrosij releveert na de dood van Gaspar Ambrosij en joufr. Maria Steenaerts, haar ouders, de helft van een perceel bempt gelegen onder Schuelen, achter de molen, genaamd Steenaerts Bempt. De andere helft behoort toe aan de heer Joan Guill. Panis nomine uxoris Anna Margareta Van Weddingen, joufr. de weduwe van de heer secretaris Van Weddingen en joufr. N. Van Weddingen, jonge dochter, onverdeeld goed. De gehele bempt paalt de Demer N., sr. Pet. Matt. de La Croix en Jan Reijnders weduwe O., de Laeck Z.

N.B. vacat mits het op 18 februari 1683 geleveerd is door sr. Jaspar Ambrosij in naam van zijn kinderen verwekt bij Marie Steenaerts, na de dood van sr. Huijbrecht Steenaerts, grootvader, waarvan deze Margo een van de kinderen is. (Er is dus gereleveerd bij het overlijden van de grootvader en op dat moment was de moeder Marie reeds overleden, zodat de kinderen toen releveerden en het nu niet opnieuw moeten doen.)

De kosten zouden geweest zijn: 3 – 15 -; 1 – 1 -; 1 ¾; samen 4 – 17 ¾

 

1756, 13 mei. P. 984

De heer Joan Guill. Panis man en momber van Anna Margareta Van Weddingen, de weduwe van de heer secretaris van Weddingen en de ongehuwde N. Van Weddingen releveren na de dood van de heer Cornelis Van Weddingen en jof. Anna Cecilia Steenaerts, hun ouders en schoonouders zaliger, de helft van een perceel bempt onder Schulen gelegen achter de molen, genaamd “Steenaerts Bempt”. De andere helft behoort toe aan Margo Ambrosij, onverdeeld. De hele bempt grenst de Demer N., sr. Pet. Matt. de la Croix en Jan Reijnders weduwe O., de Laeck Z. Ze releveren nog een perceel land of “block” boven “die Colffbaen” gelegen, palend de heer God. G. Cox, schepen van het oppergerecht van het graafschap Loon in Vliermael, O., de celzusters van Hasselt Z., de straat W. Dit perceel land hoort toe aan de joufr. weduwe van de heer secretaris van Weddingen.

3 – 15 -; 1 – 1 -; - 2 -; samen 4 - 18

 

P. 992.

Extract uit het cijnsboek van de graaf Van der Marck, folio 232v, Schuelen.

De kerk van Schuelen. Jaecques Collaert voor mr. Geert van Velpen erfgenamen, van “der Kercken Straetken”, nu “die Planterije”, palend de Herck W., Cecilia van Gelmen en zijn eigen erf O.

Folio 253: de kerk van Schulen “van den poten op straet staende”

Idem Sint Joris van Schuelen van der straeten tot Schuelen.

 

1756, 25 juni. P. 993

Facteur Van Langenacker heeft volgens akkoord en volgens een procedure “hier geventileerd” tussen meier de Borman q.q. als aanlegger en het convent van het zusterklooster genaamd Sint Catharina Dall binnen Hasselt als gedaagden, opponenten betreffende relief, gicht, goedenisse, wettige investiture en pontpenningen van een rente van 45 gulden jaarlijks, nu gereduceerd tot 28 gulden, door het klooster verkregen, volgens akte hier op heden gerealiseerd, van jouffr. Cecilia Vandelaer onder vorm van dote in het voorschreven klooster de som van 290 gulden Brabants Luijcx neergeteld. De kloosterlingen ontkenden dat ze pontpenningen of rechten zouden moeten betalen. Het klooster zou de som van 350 gulden trekken. Van Langenacker heeft in naam van het klooster de som van 290 gulden Brabants Luijcx neergeteld en daar bovenop de som van 60 gulden die het klooster heeft “geconsigneert voor cautie” van het gemeld proces. Het proces is hiermee teniet. Als pontpenningen werd door de heer de Borman de som van 45 gulden opgetrokken en 43 gulden voor de heer Schoenaerts die de meier gediend heeft, voor zijn honoraris enz.

Bij deze gichte horen waarschijnlijk ook de kostenberekeningen op de twee losse blaadjes (p. 1003 en p. 1005), vermits in de marge de heer advocaat Cluts nog vermeld wordt en schepen Colardt. Het halve blaadje (p. 995) vermeldt dezelfde zaak, maar toch is door beschadiging en doorstrepen de zaak niet duidelijk.

Op een andere losse bundel vinden we de registratie op 25 juni 1756 (p. 997) van een akte van 08.05.1700 van de secretaris van de leenzaal van Kuringen. De akte wordt voorgelegd door facteur Van Langenacker.

Cecilia Van de laer, novice klooster Sinte Catharinendael binnen Hasselt 1) en de eerw. zuster Anna Marie Dierna, zuster Elisabeth Schoofs, zuster Gertruijdt Petronnella Moors, zuster Margriet Boonen en zuster Marie Laurentiana Loijens, respectievelijk moeder, priorinne, ondermoeder en discreten van het voorschreven klooster 2) verschenen voor secretaris van de edele leensael van Curingen, J. B. Sigers. Ze heeft na voorgaande emancipatie door haar stiefvader en moeder en de daarop gevolgde afstand van vruchtgebruik tot haar behoef gedaan voor de justitie van Wuestherck respectievelijk op 6 maart 1699 en op de 7e van de lopende maand tot supplement van de dote nodig om te komen tot haar professie in het voorschreven klooster overgedragen tot behoef van het klooster: 1) 45 gulden Brabants jaarlijks, staande op panden van Claes De Meijer in Schuelen; 2) een stuk bampt uit een groter stuk genaamd “Ossebampt” gelegen onder Schulen en 3) 6 carolusgulden geaffecteerd op het resterende deel van den Ossenbampt. De sille bampt en de 6 carolusgulden worden op 400 gulden Brabants geschat. Haar erfgenaam mag deze goederen binnen een termijn van 3 maanden retraheren mits een som van 1300 gulden. De overige som van de dote, 850 gulden, hebben de kloosterlingen ontvangen. Cecilia draagt nog op tot behoef van het klooster, voor haar speelrente tijdens haar leven maar na haar dood te keren naar haar naaste bloedverwanten: 1° 10 gulden jaarlijks aan de weduwe Exteen van Wustherck; 2° aan Jan Michiel Coenen 7 gulden jaarlijks; 3° aan Wauter Fabrij in Curingen 2 gulden jaarlijks; 4° aan Peeter Otten onder Wuestherck 7 gulden jaarlijks; 5° aan de erfgenamen Corselius in Coorsel, nu Dries Dirix, 4 gulden jaarlijks. Jaarlijks gaat het om 30 gulden Brabants. Ze draagt hen nog op om na haar dood naar haar familie terug te keren: 12 gulden op den Swaen binnen Herck; op panden van Jan Weijns in Schuelen 2 gulden; aan Joris Geerts 2 gulden; op panden Quinten Huveners, nu de secretaris Colen, 1 gulden 10 stuivers; op panden van Frans Stappers, nu Aerdt Stappers, 10 stuivers; op panden Herman van der Eijcken 3 gulden jaarlijks; opa panden Jan Schrooten in Herck 2 gulden en 6 stuivers; op panden Cornelis Cupers 2 gulden jaarlijks en nog 6 vaten roggen op dezelfde panden te betalen met 1 gulden 10 stuivers; 2 gulden Brabants jaarlijks op panden van Jan Swennen in Schuelen. Samen gaat het om 28 gulden 16 stuivers jaarlijks. Tot supplement van haar speelrente draagt ze nog op aan de tweede partij voor de som van 80 gulden jaarlijks: een goed genaamd “den Kaije”, 3 vat saijens groot; den hoff op den dries ook ongeveer 3 vat saijens groot en een stuk genaamd “den Savel” van 8 vat groot gelegen onder Wustherck. Deze goederen en renten moeten dienen voor de speelrente van 80 gulden en om eventueel kosten te verhalen die zouden kunnen rijzen bij het optrekken van de renten. Tijdens het leven van de stiefvader en moeder van Cecilia zal ze zelf, of het klooster, maar de beschikking hebben over 30 gulden van de rente en de rest na de dood van haar ouders. Indien de voorschreven rente van 45 gulden door haar erfgenaam uit handen van het klooster genomen wordt, zal er voor een rente van 45 gulden uit de andere renten moeten gezorgd worden.

Opgemaakt binnen Hasselt in het klooster van Sinte Catharinendael in aanwezigheid van mr. Joost van Veulen en Quintinus Van Can, getuigen. Kopie van de hand van Dion. de Winghe, notaris.

Op 5 oktober 1757 werd door J. Vlecken namens het klooster de som van 26 – 5 neergeteld voor de realisatie van deze akte van verkrijgen van een sille beemd en 6 carolusgulden, voor pontpenningen, realisatie en lossinge.

 

1756, 25 juni. P. 1009

Joan Van der Heyden heeft ontvangen en daarna opgedragen een edtweide gelegen in Hoxelaer tot behoef van Willem Witters, die erin gegicht werd. De koopsom werd betaald in specie 15 franse pistolen, een loone borghsche of hannoversche pistol en 15 goede ducaten en verder zilvergeld tot de som van 375 gulden. Lijcoop in het geheel 8 gulden.

De verkoopcondities worden beschreven. Antoon Slangen handelt in de naam van Joan Van der Heijden, die ziek is. Hij zal een weide verkopen gelegen in Hoxelaer, grenzend O. die Scheij Beeck en Arnold Truijens, W. de weduwe Jan Claes, Z. de Helderbeeck, N. de Broeckstraet. Dit goed is belast aan het beneficie van Coorssel met 3 stuivers het ene jaar en het andere jaar 3 stuivers 1 oort. Het goed is boven cijns en schattingen niet belast. Aanslaan half maart eerstkomend en dan de broekhuur van 1756 profiteren. Bij de gichte, te gebeuren binnen 14 dagen, moet de totale koopsom betaald worden en alle kosten. Godsgeld aan de kerk van Koersel 5 stuivers, lijcoop een half ton bier, alles zonder korten. 15 gulden moeten neergeteld worden als kermisse voor de vrouw van de verkoper. De condities werden voorgelezen in het huis van Jan Kelchtermans, genaamd “den Trimpert”, in Hoxelaer onder Coorssel gelegen. Ze werden voorgelezen op 16 juni 1756 in aanwezigheid van sr. Petrus Wouters, borgemeester van Beringen, en van sr. Thomas Marcal als getuigen. Testor J. H. Beckers, schepen.

Op 16 juni bood Willem Witters 360 gulden Brabants Luijckx, waarop hem door Slangen de palmslag vergund werd. Getuigen: Gerardt Van Lauw en Louwis Lekens. Gichte op 25.06.

 

1756, 25 juni. P. 1013

Henricus, Maria en Adriana Beckers releveren na de dood van hun ouders sr. Simon Beckers en Elisabeth Van Ubbel, hun ouders zaliger. Ze releveren een perceel land genaamd “den Bleuckman”, O. en Z. Vincent Ceijssens, W. Jan Munters, Scheeren Straet N., gelegen in Castel; een perceel land “t Groodt Stuck oft huijshoff” in Stal, O. Henrick Smedts, W. Jaspar Mertens, N. Jan Pudt, Z. de heeren strate “oft soo men seijt brabantsche ophellinge”; de helft van een stuk broek genaamd “de Roede Beeke”, palend de voorschreven beek Z., Willem Pudt W., O. en N. de erfgenamen van Willem Witters; een stuk vroente aan’t Nieuw Goet in Stal gelegen, palend W. Matthijs Gielen en verder rondom s’heeren aerdt; een perceel broek geheten “den Wevers Dries” in Castel gelegen, palend de erfgenamen van Peeter Eijgen O., W. Jan van den Bergh, N. Christien Mentens, Z. de brouck straet;

 

1756, 02 juli. P. 1016

Gielis Vrancken, man en momber Van Aldegond Vrancken, releveert de helft van een huis aan de kerk van Schuelen gelegen dat hem aangekomen is na de dood van Joannes Vrancken, de broer van de vrouw. De andere helft behoorde hen reeds onverdeeld toe. Het geheel paalt de straat W., Lenaert Van Swartenbroeck N. en O., den Kerckhoff Z.

1 – 17 ½; 1 – 1 -; los. – 1 -; samen 2 – 19 ½

 

1756, 08 juli. P. 1016

Schelenhoff. Jan Hanson releveert na de dood van zijn vader Lambert Hanson, voor zichzelf en voor zijn consorten, een stuk weide, nu boomgaard, gelegen op de Cleijnherck. Palend de Cleijnherck W., s’heerenstraet O. en N., de heer advocaat Briers Z.

3 – 15 -; 1 – 1 -; loss. 0 – 13 -; samen 5 – 9.

 

1756, 08 juli. P. 1016

Jan Hanson releveert na de dood van zijn broer Matthias Hanson het voorschreven perceel boomgaard of broek dat zijn broer aan hem via testament gelaten heeft.

3 – 15 -; 1 – 1 -; 0 – 13 -; samen 5 – 9.

 

1756, 08 juli. P. 1016

Loons. Jan Hanson releveert een bempt geheten “Haseren Bempt”, een half bonder groot, palend sr. Henricus Kips W., sr. Pet. De la Croix W., s’heerenstraet N., de heer Vandendwije nomine uxoris jofr. Ambrosij Z.

3 – 15; 1 – 1; -2; samen 4 – 18

 

1756, 08 juli. P. 1016

Jan Hanson releveert voor zichzelf en voor Lenaert Filici een rente van 8 gulden jaarlijks op huis en hof van Dirick Wasch, na de dood van Anna Hanson hun “moije” (tante) in Reu onder Schuelen gelegen. Het goed grenst die stege O., de straat Z., d’ heer Libotton W., die Laeck N.

3 – 15; 1 – 1; -8; samen 5 – 4.

 

1756, 17 juli. P. 1017

Schelenhoff. Michiel Aerts, man en momber van Marie Magriet Geerts, voor zichzelf en voor Francis Merck en Jan Geerts, voor Aldegond Slegers weduwe van Girart Geerts, releveert na de dood van Jan Geerts en Joanna (Aldegond) Vandereijcken, hun ouders zaliger: een bosch gelegen in Schuelen, palend madame Selijs N., Jan Joors Luijcx Bosch W., de Winterbeeck Z., de heer Briers O. Sorteert in Schelenhoff.

“Vide 1738 25 7ber: Marcus en Francis Geerts is den bosch bij deijlinge gevallen; Geerardt Geerts is bij deijlinge oft kues gevallen op huijs en hoff Michiel Aerts nomine uxoris en Jan Geerts jaerlijcx 10 gulden”.

3 – 15-; 1 – 1 -; loss. 0 – 15 ½; conde –2; samen 5 – 13 ½

(Aan de achterzijde p. 1018 van dit documentje een nota van facteur Van Langenacker aan de schepenen van Lummen betreffende Jaspar Tielens, Hendrik Peeters, Jan Van den Beck, Peeter Goffiner. Gedateerd: Hasselt, 9 maart 1756)

 

1756, 24 juli. P. 1021

Peeter Schuermans, gehuwd met Aldegond Vandevoort weduwe van Joannes Serdonx en hier mede-comparante, wonen in Herle onder Schuelen. Ze hebben hun tocht opgedragen tot behoef van haar zoon Wauter Serdonx van een vijfde deel in huis en “bogaert”, moeshof met aangelegen erf in Schuelen in de Herle Straet, palend de straat Z., Jan Cox W., Jan Hansons N., Jan Lambrechts O. Het geheel is ongeveer 2 bonder groot. Wouter krijgt het als afkorting op zijn kindsgedeelte, om zijn vijfde deel te belasten of te verkopen. Het goed is los en vrij met uitzondering van cijns en gemene dorpslasten. Wouter Serdons werd in het vruchtgebruik gegicht met recht.

 

1756, 12 augustus. P. 1023

Sr. Henr. Norbert Beckers, Maria Beckers wed. Wauter Laenen, Adriana Beckers hebben ontvangen en daarna dragen op een perceel land genaamd “t Groodtstuck oft hijshoff”, groot omtrent 8 halsters land en half gelegen in Stal onder Coorsel (Koersel), grenzend O. Henr. Smeedts, W. de koper, N. Jan Put, Z. s’heere straet of de Brabantse opheldinge. Verkocht voor 1784 gulden Brabants Luijcx. De verkopers hebben elk hun derdedeel ontvangen. Lijcoop een ton bier en godtsgeldt 5 stuivers, tot last van de koper. Te aanvaarden na de pacht van 1756. Het land is onbelast op cijns en schattingen na. “Betaelt vijfthien ducatons mits twee oorden Brabants ceijs”.

 

1756, 03 september. P. 1027

“Titulus pro ordinibus sacris Reverendi Domini Joannes Waltheri Hermans”

Maria Theresia Doignij weduwe van wijlen David Waltherus Hermans, inwoonster van de stad Herck, wil haar wettige zoon assisteren bij zijn studies (“sacra theologiae studioso Leodij”) in Luik en voor zijn titel als “subdialem ultra benicifium quod obtinuit in ecclesia de Oirbeeck sub invocatione sancta Catharina in districtu Thenensis archidiacesis Mechliniensis” is men hem jaarlijks de som van 27 gulden 18 stuivers en 2 “quadrantes” (27 – 18 ½) verschuldigd en het ander beneficie dat hij bezit in de parochiekerk van Racourt “sub invocatione sancti Petri diocesis Leodiensis “ brengt hem jaarlijks voor zijn prove 58 gulden 11 stuivers en 2 oorden op (58 – 11 ½). Voor zijn kindsgedeelte krijgt hij van zijn moeder de beschikking over “den Swanenbempt” in Schuelen, grenzend Henricus de Veu 1), de Groote Herck 2), jaarlijks 90 gulden waard; “Bruijninxvelt”, groot 3 “iugerorum” (morgen), onder Schuelen met als aanpalenden de erfgenamen Briers 1), Franciscus Ramakers 2) en als jaarlijkse opbrengst 24 gulden. In totaal 200 gulden 10 stuivers.

(Latijnse tekst onder voorbehoud!)

 

1756, 10 november. P. 1037

Marcus Gierts, zoon van Gerard Geerts en zijn vrouw Aldegond Slegers, met zijn vrouw Marie Luijten, instemmend, wonen in Schuelen. Ze verkochten op 10 februari 1749 aan Lenaert Van Swartenbroeck, ook inwoner van Schuelen, de helft van een bos westwaarts in Schulen gelegen, ongeveer een sille groot, palend de gehele bos de erfgenamen van advocaat Briers O., Jan Weijens Z., de heer baron de Selijs O., Jan Joors N. Het goed is aan Marcus Geerts toegekomen vanwege zijn voorschreven ouders bij deling. Verkocht voor 102 gulden 12 stuivers 2 oort. Het goed is enkel belast met cijns aan Zijne Execellentie in Schelenhoff, namelijk 1 cop, en met gemene dorpslasten. Goidspenninck 2 oorden, lijcoop 2 vanen biers. Lenaert Van Swartebrouck kwam ter gichte.

Aan de achterzijde (p. 1038) vinden we een afschrift uit het register van Schelenhoff, ondertekend door Petrus Plughers, scribent. Het goed blijkt verkocht te zijn voor 90 gulden boven de volgende lasten: 1,5 cop koren de eerste maandag van de vasten te betalen aan graaf Vander Marck, godtspenninck 2 oorden, lijcoop 2 vanen bier. De koopsom werd betaald in aanwezigheid van Jeroen Grauls en Marie Heerschaps(?) als getuigen.

10 november 1756 werd verklaard dat de koopsom 102 – 12 ½ bedroeg. Kosten: 1 – 17 ½; los. 0 – 8 ¼; pontp. 5 – 2 ¾; samen 7 – 6 ½

 

1756, 02 december. P. 1041

Jan Kenens van Beringen(?) releveert na de dood van zijn vader Jacobus Kenens en Aldegonde Haefen/Hoefen(Hoven?) een vierdendeel broek liggende in den Langgen Eijcken. Ontvangen 4 gulden 16 stuivers. (Koersel)

Boet 1 – 0; 3 – 15; loss. O – 1-; samen 4 - 16

 

1756, 02 december. P. 1043

De erfgenamen van Robert Spiegeleers, door de heer meier de Borman nomine officij, draagt op ten verzoek van Arnold Stappars als gewezen kerkmeester van Berbrouck een rente van 5 gulden jaarlijks, kapitaal 10 gulden Brabants Luijck staande vroeger bepand op goederen van Jan Iven die nu in bezit zijn van Jan Cox, in Herlle onder Schuelen gelegen. Deze rente werd hier gecreeërd op 23.10.1670. Ze weten niet van wie de kerk de rente gekocht heeft. Stappars kwam in naam van de kerk van Berbrouck in de rente van 5 gulden jaarlijks ter gichte.

Pontp. 5 – 0 -; gicht 3 – 15; loss. 0 – 5 -; conde 0 – 5; samen 9 – 5

 

1756, 23 december. P. 1046

Francis Vrancken heeft gekoeld door Michiel Cox, die gehuwd is geweest met Marie Van Schoonbeeck weduwe van Geerardt Vrancken de ouders van Francis Vrancken voorschreven, de keur die staat aan huis en hof gelegen in Schuelen in de Neerstraet, grenzend dezelfde straat N., het Langhvelt Z., Lennert Stessens O., Gielis Vrancken “Laerman” W., na de dood van Geerdt Vrancken voorschreven. Tot keurman wordt gesteld Geerdt Vrancken zoon van Gielis Vrancken en zijn echtgenote Aldegond Vrancken, een kind van 3 jaren. De keur werd gekoeld met 16 guldens mits gratie aan de heer drossardt Colardts voor 8 à 9 maanden. 3 – 15 -; -7-; samen 4 – 2

 

1757, 13 januari. P. 1046

Merten Pulinx gehuwd met Anna Borghs weduwe van Philip Van Roije, aanwezig en instemmend; Geerard Maris nomine uxoris Dimphna Borghs, aanwezig en instemmend; Jan Roelants man en momber van Catharien Borghs, met haar assistentie; Jan Vander Putte gehuwd met Marie Vander Eijcken weduwe van Peeter Borghs; Jan Borghs; en Henric Borghs (Henrick Borghs voorschreven in naam van de weduwe Lamb. Nicolai handelend aan wie hij zijn deel had overgedragen) hebben opgedragen aan Andries Thijs een huis met aangelegen erf in Schulen genaamd het Billen Eijnde gelegen, waarin de koper het 7e deel toebehoort. Alles volgens de verkoop met condities hierover gehouden en hierna (op een volgend los blad p. 1047) geregistreerd. Jan Roelants n.u. en Geerard Maris hebben elk voor hun deel 89 – 5 – Brabants Luijcx ontvangen; Henric Borghs dezelfde som. Andries Thijs verklaart aan Jan Vanderput q.q., aan Jan Borghs en Merten Pulinx voor hun deel, ieder 89 – 5, op rente te bekennen 3 gulden 10 stuivers jaarlijks met valdag op deze datum. Het gekochte goed, zijn persoon en goederen zet Thijs ervoor in pand. Jan Vanderputte, Jan Borghs en Merten Pulinx q.q. kwamen met recht in de rente ter gichte.

3 – 15; 3 – 15; 3 – 15; samen 11 – 5

Pontpenningen ratum mits onder Reckhoven 10 – 0. Algemeen totaal 21 – 0

 

Verkoopcondities. (De familiale gegevens werden met de bovenstaande vergeleken en dan daar aangevuld indien nodig.) P. 1047

Het goed wordt hier omschreven als huis en hof gelegen in Schuelen op het Schuermans Eijnde, waarin de koper nomine uxoris Elisabeth Borghs een zevende deel toebehoort. Henric Borghs had dit goed tijdens zijn leven op 12 januari 1730 via gichte gekocht van Mattijs Ceijssens, die het bezeten had uit kracht van evictie begonnen op 12 februari 1729 en saisijn van 12 mei 1729 met landtgebodt daarop gevolgd “servatis servandis met reele ende actuele possessie inclues den 11 julij 1729”, wegens achterstallige betaling van 5 gulden jaarlijks, “verachtert pro anno novissimo”, afkomend van Tileman Vos. Het goed grenst de straat O. en Z., die schansstege N., Andries Thijs W. Er is schriftelijke en mondelinge publicatie van deze verkoop gedaan, onder andere in de kerk van Schuelen op vorige zondag door de dienaar Adriaen Cuijpers.

 

1757, 13 januari. P. 1053

Mr. Adriaen Vaes, uit kracht van generale constitutie, legt een notariële akte neer gepasseerd voor Joannes Walther, notaris, op 11 februari 1754. Het gaat om de verkoop door jof. Anna Isabella Vanden Abeele weduwe van de heer Benedictus Wuestens – van Sint-Truiden, bij leven secretaris van de “Justitie Hal” - voor het vruchtgebruik en de heren Joannes Nicolaus Wuesten en Fredericus Wuesten voor de eigendom aan de experten heer Jan Franciscus Vanderhucht, licentiaat in de medicijnen, respectievelijk schoonzoon en zwager van de eerste partij die gehuwd is met Gertrudis Elisabet Wuestens. Verkopen: 1) een stuk land van 9 vaten saijens groot akkerland gelegen in Schuelen, genaamd “het Peertien”, grenzend s’heerenstraet O., die stege Z. en W. Anna Huveneers. Belast aan Hubert Gobben van Schulen met 8 gulden jaarlijks, 1 gulden jaarlijks aan Onse L. V. Broederschap binnen Herck, 2 ganzen en 1 stuiver cijns aan Zijne Exellentie; 2) een rente van 5 gulden jaarlijks op panden van Baltus Lambrechts in Schuelen. Vaes verzoekt realisatie en registratie. Verkoopcondities werden opgesteld op 9 augustus 1753 door notaris L. Nicolai. Het “Peirtien” werd eerst toegewezen aan Gielis Boonen voor 650 gulden, maar de verkopers lieten binnen de 8 dagen weten dat de verkoop niet doorging.

P. 1055. Pontpenningen aan 700 gulden met de rente 35 – 0 -; cessie van tocht en 2 opdragers 5 – 12 ½; lossinge 2 capuijnen en 5 gulden jaarlijks met 1 stuiver cijns 3 – 7 -; registratie des act 2 – 5-; 4 conden 0 – 8 -; 13 januari solvit heer meier Vaes 46 – 12 1/2

 

1757, 13 januari. P. 1057

Suppliek aan de schepenen. Elisabeth Swaerten Brouck weduwe Joannes Weyens. Haar man is 2 jaar geleden overleden en liet haar met 7 kinderen achter. Tot nu toe heeft ze voor haar gezin kunnen zorgen, maar nu heeft ze het ongeluk gehad dat huising en woning omtrent Sint Andries laatstleden geheel zijn afgebrand, met haar hooi, stro en granen. Ze vraagt een woning voor zichzelf en voor haar kinderen en enige levensmiddelen en ze zou graag 400 gulden Brabants ophalen op de goederen die ze in vruchtgebruik heeft om daarmee huis, schuur en stal op te bouwen. De schepenen hebben het advies en de instemming van Francis Van Swartenbrouck, haar halve broeder, en van haar zwager Arnold Weijens over de voorschreven “requeste” gehoord en besluiten dat ze toestemming krijgt, maar de voorschreven familieleden moeten erop toezien dat het geld voor het huis gebruikt wordt.

 

1757, 25 januari. P. 1061

Lenaert Van Swartebroeck, als momber, releveert voor Jan Stappers, wees van Renier Stappers en Gertruijt Weijens, een rente van 7 – 10 jaarlijks op panden van Jan Cox in Herlle onder Schulen gelegen. De rente was afgekomen van Ida Iven, begijn, tevoren Christiaen Iven. Creatie op 6 september 1646.

Nota: creatie op 26 april 1656, kapitaal is daar 125 gulden staande aan het Stappe Heijcken, grenzend de straat in 2 zijden, is Jan Lambrechts pand.

3 – 15-; 1 – 1 -; 0 – 7 ½; cond. – 4-; samen 5 – 7 1/2

 

1757, 27 januari. P. 1061

Joris Vogels, wonend in Schuelen, verkoopt na voorgaand relief land en bos genaamd “die Weijde ontrent den Pleijn” in Schulen gelegen. Aangestorven van zijn zuster Cecilia Vogels. Voor 3 jaar stierf Geeraerd Vander Eycken daaruit als tochtenaar. Het goed paalt Jan Opre W., Jan Hanson N., Libertus Joors weduwe W., Jan Joors Z. Verkocht aan Jan Opre voor 100 gulden Brabants Luijcx eens. De grond was belast met 150 gulden kapitaal aan Gertruijt Wintmolders, met 50 gulden kapitaal aan de erfgenamen van Jan Happa, met s’heeren cijns van de grond en met schattingen. Lijcoop 1 – 17 ½, godtspenninck 1 stuiver. Jan Opree kwam ter gichte.

Relieff 1 – 17 ½; 1 – 1-; gicht 1 – 17 ½; pontp. 5 – 0-; samen 6 – 17 ½

 

1757, 24 februari. P. 1062

Dimphna Vanderheijden weduwe van Jan Vande Vorst van Coorssel heeft gereleveerd na de dood van Jan Vande Vorst, de vader van haar man zaliger. Het gaat om een perceel land gelegen in Laeren “die Mee” genaamd, grenzend Ida Craijwinckels O., Henric Bosmans weduwe Z., Henric Hagels N., Frederici W.

3 – 15 -; boet 1 – 1 -; loss. 0 – 2 ½; samen 4 – 18 1/2

 

1757, 24 februari. P. 1063

L.M. Hermans legt een akte neer van L. Nicolai, notaris, en ondertekend door notaris L. M. Hermans, notaris, gepasseerd op 2 november 1750. Hij verzoekt de realisatie en registratie.

Pontp. 6 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 12 -; reg. 1 – 0 -; samen 9 – 9 ½

Octroije met costen 8 - 0

Akte. Paulus Van de beeck draagt in handen van de notaris, onder vorm van approximatie (vernadering), een jaarlijkse rente op van 12 gulden, die hij via koop van Jacobus Van de put verkregen had, staande geaffecteerd op panden van Martinus Van Roij. Deze panden zijn huis, hof gelegen in Reu onder Schuelen. De akte hiervan dateert van 20 september 1750 en is van notaris A. Wintmolders. Paulus draagt deze rente op tot behoef van Jan Antheunis, vader en momber van Anne Marie en Helena Palmaers en zo de naaste vriend van Jacobus Vandeput voorschreven. De koopsom van 30 pattacons werd in specie van 10 ducatons, 6 cruyspattacons en de rest in specie van ducaten en zilvergeld terugbetaald. Voor intrest en rechtsonkosten heeft hij bovendien 125 gulden 15 stuivers ontvangen. Getuigen: Peeter Scepers, Jan Gielen. Jan Antonis wordt in de rente gegicht met recht.

 

1757, 24 februari. P. 1067

L. M. Hermans legt in naam van joufr. Anna Elisabeth Coonens weduwe van de heer Lambertus Nicolai, door haar mondeling gelastigd, een extract neer uit het register van de goederen en revenuen van het voorschreven echtpaar. Hij verzoekt de realisatie ervan.

Extract uit een register “gebonden in folio in een bruijn bleeck coffetoor wiens titel is als volght: register van mij Lambertus Nicolai ende mijne huijsvrauw Anne Elisabeth Coonens gemaekt den 14 xbris 1752 soo van mijne als hare gooderen ende staende onsen hauwelijck geprospereerde gooderen ende revenuen”, en met ondertekening van L. Nicolai. In dit register staat o.a. op folio 50: een jaarlijkse rente van 12 gulden staande geaffecteerd op panden van Machiel Van Roije, afgekomen van Jacobus Vandeput en door die verkocht aan Paulus Vandebeek. Van Paulus vernaderd door Jan Antheunis. Nicolai heeft deze van Antheunis gekocht. Den 14 januarij 1753 solvit Machiel Van Roije het jaar 1752 met 11 gulden.

Pontp. 6 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 12 -; samen 8 – 9 1/2

 

1757, februari. P. 1071

Bundeltje met o.a. een extract uit proclamatoriale condities volgens welke de weduwe van burgemeester Nicolai op 3 februari 1757 aan de meestbiedende volgende goederen verkocht heeft. Punt 5: een stuk land gelegen in Schuelen, genaamd “het Boslant”, onbelast boven de cijns. Punt 6: een stuk land gelegen onder Schuelen “het Boslant” ingezet op 250 gulden, is na hogen verbleven aan sr. Willem Vande Put voor 321 guldens. Attestor M. Hermans, notaris.

Op 2 december 1756 hebben de schepenen via de heer L. M. Hermans de permissie tot de verkoop ontvangen, gegeven door de heer officiaal van Luik. De schepenen stemmen ermee in. P. 1073.

Het volgende document (p. 1075) is de octrooiaanvraag aan meier en schepenen van de Loonse justitie van Lummen voor de verkoopt door Elisabeth Coenens weduwe van Lambert Nicolaij, burgmeester van Herck en notaris. Elisabeth is in 1742 getrouwd met Nicolai en heeft met hem samen geleefd tot februari 1754, als haar man na ziekte van enkele dagen gestorven is. Ze hadden samen geen kinderen. De goederen die ze samen verworven hebben, moeten gedeeltelijk naar de familie van haar man gaan. Maar het is gebleken dat haar man verscheidene leningen heeft afgesloten zonder haar medeweten, enkel via handschrift en ongegicht. Ze moet deze schulden afbetalen omdat ze de tocht van de goederen behoudt, maar ook de schulden hebben 2 kanten. Bovendien heeft ze een proces moeten voeren tegen de abdij van Orienten, dat ze heeft verloren, en dit heeft zoveel gekost dat ze de inkomsten ver overtreffen. Ze vindt het niet eerlijk dat ze al deze lasten op haar deel van hun samen gekochte goederen moet dragen, zonder dat de erfgenamen van zijn kant er last van hebben. Daarom verzoekt ze om publiek ook de andere helft van de goederen, die na haar dood aan zijn vrienden toevallen, te mogen verkopen. Een dergelijke toestemming werd haar reeds verleend door de heer Officiaal van Luik voor zijn hele district.

P. 1077. Verzoekschrift van Elisabeth Coenens aan de heer Officiaal van Luik, in het Latijn. 1756, 16 oktober. Ondertekend door L. M. Hermans.

Op de omslag van het pakketje staat: Copeije voor dienende Willem Van de Put van Hasselt.

 

1757, 31 maart. P. 1092

Andries Wouters, inwoner van Coorssel, verklaart dat hij half maart uit handen van Maria Dimphna Reijnders weduwe van Jan Reijnders, wonend in Stal onder Coorssel, de som van 200 gulden Brabants Luijcx ontvangen heeft. Hiervoor belooft hij haar jaarlijks een rente van 8 gulden Brabants Luijcx te betalen, met valdag op half maart. Pand: perceel land en broek aan elkaar gelegen in Veurten onder Coorssel, genaamd “den Reijmens Driesch”, grenzend Peeter Jans O., Henric Huijbrechts Z., s’heeren straet W., Peeter Vaes N. Onbelast boven cijns en gemene dorpslasten. Dimphna wordt in deze rente gegicht. Pontp. 10 - 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 8 – ; samen 12 – 5 ½ solvit den rentgelder.

 

1757, 31 maart. P. 1093

Doorstreepte akte.

Zelfde als hierboven.

 

1757, 04 april. P. 1095

Caespar Vanbielsen, voor zichzelf en voor zijn broer Martinus Vanbielsen (Vanbilsen) hebben ontvangen en daarna opgedragen aan Henderick Huijbrigts een perceel broek gelegen in het Oversel, O. de erfgenamen van Jan Van de Voost, W. Anna Smets, N. de Reu Bosch, Z. Coebies Stockmans; een perceel land in “den Logtenboerg hoef”(?) gelegen, W. den Lochtenborg, O. heren aert, Z. Mattues Knap “niefgoet”, N. Jan Rijnders. Voor 300 gulden boven lasten. Is belast met 200 gulden aan Peter Muellens. Lijckop 7 gulden, goetspenninck 5 stuivers. Verder niet belast boven grondcijns en gemene dorpslasten. De koopsom werd voldaan evenals 2 halster bockweij die in de koop besproken was. Henderick Huybrechts werd gegicht met recht.

Op 14 april werd dit goed vernaderd door Peter Hermans. Henderick Huijbrechts kreeg zijn geld terug.

Ontvangen 17 gulden 10 stuivers pontgeld. Een gedeelte(?) van de goederen was Brabants.

 

1757, 19 april. P. 1097

Relief voor de kinderen van wijlen meester Geert Kenens en Aldegonde Tielens, Liesaebet en Helena Kenens, Aert Knaep als momber van zijn zoon Caesper Knap verwekt met Caetrien Kenens: dries aan de Lack en de Bredonck gelegen, O. de Bredonck, W. Van Poestel, Z. Maria Dimpna Reijnders, N. de beeckstraet; een perceel broek in het Oversel gelegen, O. Henderick Reijnders, W. Arnout(?) Truijens, N. de beek, Z. Coernielens Coubergts; een perceel broek in den Langen Eijcken, O. de erfgenamen Frans Buntens(?), W. Maria Aerts, Barbara Suijsens N., Z. de beek.

3 – 15; loss. 0 – 3 ¾; samen 3 – 18 3/4

 

1757, 21 april. P. 1101. (los blaadje)

Dominicus Hermans, inwoner van Schuelen, is sinds 8 november 1753 in oppositie getreden als gedaagde tegen de heer Henricus Vande Kerckhoff, oud-burgemeester van de stad Herck als aanlegger, daarna diens zoon Joannes Vanden Kerckhoff. Hermans heeft nog geen rechtskosten betaald, maar hij is blijkbaar zinnens van uit het land te vertrekken zonder enige betaling te doen. Er wordt arrest verzocht op zijn onroerende goederen. De schepenen stemmen hiermee in todat de rechtskosten betaald werden.

Hierbij hoort nog een kleiner blaadje (p. 1103) met de opsomming van de goederen van Hermans:

27.09.1753: Dominicus Hermans koopt van Frans Luijten huis en hof met aangelegen erf in Reu onder Schuelen

Item een perceel land daar gelegen genaamd “die Braeck”.

10.10.1754 Dominicus Hermans koopt van Quirijn Van de Beeck een perceel land in Reu onder Schuelen, genaamd “den Reu Hoff”, palend de straat O. en Z., Gielis Boonen N., de edele heer de Schroots W. (zie hieronder 5 mei)

 

1757, 05 mei. P. 1105

Er werd een decreet executoir voorgelegd gegeven door deze schepenen op 21 april 1757 en een decreet van arrest gegeven op de onroerende goederen van Dominicus Hermans van 21 april 1757 tot last van zijn zaak die hij als opponent gevoerd heeft tegen Henricus Vanden Kerckhoff oud-burgemeester van de stad Herck als aanlegger en daarna diens zoon Joannes Van Kerckhoff als resument voor deze schepenen begonnen op 8 november 1753 en geëindigd op 21 april laatstleden. Het decreet executoriaal tot last van Dominicus Hermans wegens achterstallige wetskosten belopend op 71 – 13 ¼ “cum accessorijs” werd aan Hermans geintimeerd door gerechtsdienaar Laurens Cuepens op 26 april laatstleden en wordt hierna geregistreerd. De syndicus (procureur) van deze justitie verzoekt realisatie op de goederen van Hermans, die hier sorteren. De schepenen stemmen toe.

Decreet. Extract uit het rolregister van de schepenen van het land van Lummen ten Loons recht buiten vrijheid van 21 april 1757. In de zaak van de heer Henric Van Kerckhoff aanlegger, nu de heer Joannes Van Kerckhoff resument, tegen Dominicus Hermans gedaagde opponent ordineren de schepenen dat de openstaande wetskosten binnen 6 dagen moeten voldaan worden “op pene van executie”. De ordonantie is vanaf nu executoriaal tot last van de gedaagde “et intimetur”. Ondertekend door Eustachius Timmermans. De schepenen hebben dit gezien en stemmen in met de permissie van arrest op de ontroerende goederen van Hermans totdat de wetskosten zullen voldaan zijn. 21 april 1757. Op 6 oktober 1757 zijn de vermelde wetskosten 71 – 13 ¼ voldaan door de erentfesten heer advocaat G. Vossius. Daarop heeft de syndicus deze heer gesurrogeerd in de plaats en de gerechtigheid van het verkregen recht.

 

1757, 20 mei. P. 1106

Lenaert van Swartenbrouck en Arnold Weijens, wonend in Schuelen, als mombers van het onmondig kind van wijlen Renier Stapparts en Gertruijt Weijens zaliger, hebben na voorgaand relief na de dood van deze ouders bij manier van redemptie, opdracht of surrogatie ontvangen uit handen van Jan Lambreghts, ook inwoner van Schuelen, 125 gulden Brabants Luijcx kapitaal van een rente van 7 – 10 – jaarlijks. De wees trok deze rente op een perceel land gelegen in Schuelen, genaamd “het Stappe Heijken”, omtrent 3,5 halsters zaaiens groot. Het grenst de straat aan 2 zijden, den Laerman Z. Deze rente was op 26 april 1656 voor deze schepenen gecreëerd door Willem Iven tot behoef van Christiaen Iven. Alle kosten werden voldaan en deze rente werd volledig gekweten. 3 – 15 -; loss. 0 – 7 ½

Quitt. en surrogatie 3 – 15; loss. 0 – 7 ½; samen 4 – 2 ½

 

1757, 20 mei. P. 1107

Vinsent Seijsens en Baernardus Seijsens, naast Matthijs Mertens als momber van zijn huisvrouw Marie Liesabet Seijsens releveren na de dood van hun oom Baernaert Seijsens een perceel broek grenzend O. Henderick Lemmens, W. Henderick Huefeners, Z. de erfgenamen Gert Kenens, N. Aert Beckers; een schanshuis in Vurten, Paulus S… N., de schansvest O., Peter Stevens Z., het “Scans Weij” W.

 

1757, 20 mei. P. 1109

Schelen hoff

Arnold Theodorus Kips legt aan de schepenen van Lummen ten Loonschen rechte buiten vrijheid, als laeten van Schelen Hoff, een akte neer gepasseerd voor J. Kips, commissaris Herckensis, d.d. 23 april 1751. Het gaat om de verkoop van een perceel land “Op den Belick” gelegen, ongeveer 1,5 sille groot, grenzend de edele heer baron de Selijs O. en N., Jan Fillici erfgenamen W., de heer Stellingewerff Z. Hij verzoekt realisatie.

Akte. Joannes Laurentius Willbrordus Kips, meerderjarige jonkman “voor de heren schepenen van Luijck gepasseert”, draagt tot behoef van zijn oom secretaris A. Kips een perceel land op genaamd “den Clijnen Belick”, gelegen onder Schuelen. Het land hoort hem als eigendom toe na deling tussen zijn vader en zijn broers en zusters, na afstand van tocht door zijn vader via handschrift van 20 april laatstleden. Voor 300 gulden Brabants. Enkel belast met cijns. De koper mag de huur optrekken die zal vallen op Sint Andries. Opgemaakt in het woonhuis van de acceptant, in aanwezigheid van eerw. Heer A. Kips en Marie Willems, getuigen.

Cessie van tocht 1 – 17 ½; loss. 0 – 15 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 15 -; pontp. 7 – 10 – mits sorterende onder den Laethoff van Mael Peert; registratie 0 – 10 -; samen 13 – 5

 

1757, 20 mei. P. 1113

Leen. Peeter Zeeuws van Quaetmechelen heeft, volgens stipulatie gedaan in handen van Jan Reijnders, opgedragen na voorgaand octrooi (dit octrooi zou erna geregistreerd staan, maar ik vind het niet) een bakhuis met een kleine kruidhof daaraan gelegen in Coorssel in het dorp. Het goed grenst Paulus Zeeuis O., de straat Z., W. en N. Tot behoef van Vincent Michiels die koopt voor 380 gulden Brabants Luijcx eens. Lijcoop een halve ton bier, godtsgeld 5 stuivers. Onbelast goed. Enkel gemeijne dorpslasten te betalen. Vicent Michiels kwam ter gichte en tot hande en de monde en doet de eed van trouw aan zijne excellentie de edele heer Louis Engelbert grave vander Marck en van Schleijden als vrijheer van het land van Lummen “naer den saelen recht”.

Gicht 6 – 0 -; octroij 6 – 0 -; registratie 0 – 10 -; samen 12 – 10.

 

1757, 17 juni. P. 1114

Schelenhoff. E.H. Balthar Vlecken, pastoor van Wilre, releveert na de dood van de erentfesten heer Egidius Vlecken, zijn vader zaliger, een rente van 65 gulden jaarlijks – uit een grotere rente van 75 gulden jaarlijks waarvan de heer Briers 10 gulden trekt – die geaffecteerd staat op panden van Frans Rubens gelegen in Worpt onder Schuelen. De eerwaarde heer voorschreven heeft deze panden geevinceerd. 3 – 15 -; boet 1 – 1 -; loss. 3 – 5 -; samen 8 – 1 –

 

1757, 06 oktober. P. 1114

E.H. Balthar Vlecken, pastoor van Wilre, releveert in de naam van de kinderen van de erentfesten heer Honorius Vlecken een rente van 16 gulden jaarlijks, die geaffecteerd staat op panden van Jan Ballet nomine uxoris N. Van Thilt, onder Schulen gelegen. Het gaat om huis en hof en boomgaard omtrent de molen van Herck gelegen, de straat Z., de Herck en de molenkolk W., de Cleijn Herck O.

3 – 15 -; boet 1 – 1 -; loss. 0 – 16 -; samen 5 - 12

 

1757, 24 mei. P. 1115

Jan Van Hamel als man en momber van Anna Reijnders, Liesabet Reijnders, Helena, releveren na de dood van Coebus Reijnders en Cecilia Leijsen een perceel broek in het Oversel onder Coorssel gelegen, omtrent een daghmael groot, grenzend O. Jaspar Lekens, W. jof. Jans weduwe de heer doctoor Pelsers, nu weduwe de heer Peuskens, N. die Roede Beeck, Z. Peeter Seeuws en Wouter Swerts. Nog een perceel broek daar gelegen, O. Merten Lekens, W. Dierick Ueten, N. de Maelbeeck, Henderick Ueten van Hechtel Z.; nog een perceel broek grenzend O. Marie Coemans, W. Baribra Boulars, N. Aernout Reijnders, Z. den Hoogen Boes, cijns 5 stuivers. Jan Van Hamel kwam met de zijnen ter gichte.

 

1757, 24 mei. P. 1117

Jan Van Hamel met Peeter Leyssen als momber van de kinderen van Jacobus Rynders en Cecilia Leyssen hebben ontvangen en daarna opgedragen een perceel broek in het Oversel onder Coorssel gelegen, vulgo “het Beijl” genaamd. Het is omtrent een daghmael groot en paalt O. Jesper Lekens erfgenamen, W. jof. Jans weduwe van de heer doctoor Pelsers, nu weduwe van de heer Peuskens, N. de Roede Beeck, Z. Peeter Suws en Wouter Swerts. Dit perceel werd verkocht aan confreer Rynders voor 400 gulden, lijcoop 8 gulden. Enkel belast met schattingen en grondcijns. Jan Rijnders kwam ter gichte. Op 14 juni is afgeboden door Jan Bluix, gerechtsdienaar, door de vrouw van Antoen van Herck. Item op 14 juni is “afgeboeden” door Willem Leysen met de gerechtsdienaar Jan Bluix gedaan aan confreer Rijnders. Voor naderschap zie 20 oktober 1757.

Pontp. 20 – 0; gicht 3 – 15 -; samen 23 - 15

 

1757, 10 juni. P. 1118

Jan Lemmens heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Peter Hermans, die in koop accepteert, een perceel broek in het Oversel gelegen, O. Jan Reijnders, W. Jan Vaes, N. Jan Beckers, Z. Jan Lemmens. Verkocht voor 312 gulden, lijcoop naar believen van de partijen, godsgeld 5 stuivers voor de kerk van Coersel. Schatting in iedere brief 4 stuivers, grondcijns. Peter Hermans werd erin gegicht met recht.

15 – 12; 1 – 17 ½; - 2; samen 17 gulden 11 ½ stuiver.

 

1757, 11 juni. P. 1119

Aert Reijnders, woonachtig in Huesden, verkoopt aan Henric Huijbrechts met zijn instemmende echtgenote Margriet Van Herck, wonend in Coorssel, zijn tocht van een perceel broek gelegen “in de Langen Eijcken” in Vuerten onder Coorssel, palend Jan Ceijssens N., Jan Claes W. en Z., Willem Noops W.; zijn vruchtgebruik van een perceel broek daar gelegen, palend Jan Vande Vorst W., Peeter Dries O. en N., Jan Ceijssens Z.; het vruchtgebruik van een perceel broke onder Coorssel gelegen, genaamd vulgo Lommens Bosken (mogelijk “Lemmens”), palend de gemeijnten aert O. en W., Jaspar Thielens N., Matthijs Ceijssens Z.; zijn tocht van een perceel land in Coorssel, Peeter Dries N., Thomas Thielens W., Joris Joris Z., de veldstraat O. Verkocht voor 56 pattacons en een stuk “kempinne lijnwaert” aan 3 pattacons gerekend. Margriet Van Herck kwam in de naam van haar man Henric Huijbrechts in deze tocht ter gichte.

2 – 2 -; 1 – 17 ½; 0 – 2 -; samen 4 – 1 1/2

 

1757, 17 juni. P. 1121

Extract uit het schepenregister van het land Lummen ten Brabants recht van 22.04.1739. Voor schepenen Munters en Beckers verscheen Joannes Beckers die ontvangen heeft en daarna verkoopt de helft van een vijver genaamd “het Breedt Venne” gelegen in de Postelmanshoeck in Coorsel (Koersel), O. en N. de gemene heide, W. s’ heerenstraet, Z. Servaes Vaes. Verkocht aan E.H. Jacobus Franciscus Beckers voor 50 gulden Brabants Luijcx boven een pistool voor de verkopers huisvrouw. Lijcoop 5 vaenen bier, godtspenninck 1 stuiver. Los en vrij boven sheeren grondcijns en gemene dorpslasten. Testor C. P. Goyvaerts, secretaris. Op 17 juni heeft de erentfesten heer Paulus Guillielmus Beckers het voorgaande afschrift voorgelegd. De schepenen realiseren het en wijzen het ter register gesteld te worden.

1 – 17 ½; pontpenningen ad ratam mits oock Brabants 1 – 12 ½; registratie 0 – 10 -; loss. 0 – 1 -; costen(?) – 16 -; samen 4 – 17 -

 

1757, 30 juni. P. 1126

Facteur Van Langenacker legt een “verwintenisse” neer door hem voor deze schepenen verworven tegen Dionijs Hermans op 20 mei laatstleden. Hij verzoekt de realisatie van deze verwintenisse of convictie op de goederen van de vermelde Hermans, onder Schuelen gelegen, die hem in eigen naam of in naam van zijn vrouw toebehoren. De schepenen realiseren en laten het registreren. Kosten van convictie belopen 2 – 13 ½

Volgt het “verwintenisse”: extract uit de rollen van deze Loonse schepenbank.

24.03.1757 heeft facteur van Langenacker primo geklaagd op Dominicus Hermans, eisende betaling van 47 gulden 17 ½, voor zijn salaris toen hij Hermans diende in de zaak voor deze justitie tegen oud-burgemeester Van Kerckhoff als aanlegger, daarna Joannes Vande Kerckhoff als resument. Op 20 mei 1757 was de zaak zover geprocedeerd dat tegen Dominicus Hermans servatis servandis is gewezen den heer een heer en op 17 juni verzocht Van Langenacker extract van de convictie. Getekend: Eustachius Timmermans, secretaris.

 

1757, 14 juni. P. 1146

De heer Joannes Vanden Kerckhof, door facteur Van Cauwenberghe, heeft een extract van kosten neergelegd uit het rolregister van deze schepenen, tot last van Dominicus Hermans. Getaxeerd op 17 juni 1757. Hij verzoekt de realisatie en de approbatie ervan op de goederen van Dominicus Hermans, gelegen in Schuelen onder deze jurisdictie. De schepenen houden het voor gerealiseerd en geapprobeerd. Realisatie 1 – 17 ½; cop. 0 – 15 -; pontp. 6 – 16 ¼; loss. 0 – 6 ¾; samen 9 – 14 ½

Copije uit het rolregister van de schepenen des lands Lummen ten Loonschen rechte buijten vrijheijt. Genachten 5 mei 1757. De heer Joannes Van den Kerckhoff resument tegen Dominicus Hermans opponent en gecondemneerde, verzoekt taxaat van kosten. De gecondemneerde werd bedaagd door s’ heeren dienaar Laurens Cuepers. De schepenen wijzen dat de gecondemneerde hierop moet antwoorden, anders taxaat van kosten. Genachten 20 mei 1757. De heer Joannes Vande Kerckhoff verzoekt copije van het schepenendecreet. Genachten 17 juni 1757. De heer Joannes Vanden Kerckhoff heeft door heren dienaar Laurens Cuepens het decreet van 5 mei laten overbrengen. Vermits hij voldoening kreeg, verzoekt hij taxatie. De schepenen hebben daarop de kosten berekend op 236 – 5, waarin de kosten voor de dienaar en 11 – 0 van taxaat begrepen zijn. Is gewezen te voldoen “op pene van gewijsdom soo naer stiel”. Onderteked door Eust. Timmermans voor het extract.

(Dit werd geschreven op een stukje van een brief van Van Cauwenberghe.)

 

1757, 14 juli. P. 1150

Henric Schepers van Schulen legt een akte neer. Pontp. 22 – 10; 3 – 15; 3 – 15; registratie 1 – 5; samen 31 – 5

Akte van notaris P. Borghs d.d. 02.07.1757.

Jan Van der Eijcken en zijn 3 broers Machiel Vander Eycken, 23 jaar, Martinus Vander Eycken oud 21 jaar en Peeter Vander Eijken, oud 19 jaar, hebben na afstand van de drie laatsten van hun rechten van minderjarigheid opgedragen tot behoef van Hendrick Schepers een stuk land genaamd “den Limbosch”. Het is 2 en een half vat saijens groot, gelegen onder Schuelen, palend de heer de Libotton 1), de heer Henis 2), Gilis Boenen 3) en Peeter Joannes Van der Eijcken 4). Het is belast boven dorpsschattingen met 5 gulden jaarlijkse rente, kapitaal 100 gulden, aan jouffr. Van Weddingen van Hasselt. Verkocht voor 450 gulden Brabants Luijcx eens boven de last. Betaald in: 3 dobbele vertugadins, 2 noailles, ducaten en 5 ducatons. Ieder heeft zijn ¼ deel ontvangen.

Opgemaakt in het dorp Kermpt in het huis van Wouter Ghijsens. De comparanten verklaren dat ze met de opbrengst van de verkoop lasten willen afbetalen aan joufr. Van Weddingen, die op hun andere panden staan. Lijcop een vierdel bier, godtspenning 2 stuivers. Getuigen: Wouter Ghijsens, schepen van de justitie Kermpt, en Francis Maris.

 

1757, 04 augustus. P. 1160

De erfgenamen van Huijbert Van Herck en Anna Gerts, beiden zaliger: Antoen Van Herck, Matteijs Lekens als man en momber van Catrien Van Herck, Jan Reijnders man en momber van Marie, Machiel Jans man en momber van Anna, Henderick Huijbrigts als man en momber van zijn vrouw Anna Margriet Van Herck releveren huis en hof op het “Fliegers Ende”, grenzend O. Jan Wouters en Anna Knap, W. Matteijs Lekens, Jan Reijnders Z., N. Vliegers Eijnde of (?); een perceel broek in het Oversel gelegen, O. Brigeia Nopts, W. Maarten Aerts, N. de beek, Z. Matteus Lemmens; een perceel broek in den Bierstert (?) gelegen, O. Mattes Lemmens, W. Jan Reijnders Janszoon, N. Jan ? en Anna Knap, Z. Jan Reijnders schepen; een perceel land daar gelegen, O. en W. Matteijs Lekens, Z. Loewies Coemfens (Convents) en de erfgenamen van heer Beckers van Bergen, heren aert N.

 

1757, 28 augustus. P. 1168

Catharien Luijten, bejaarde jonge dochter, verkoopt aan Jan Stapparts achtergelaten wees van wijlen Renier Stappers en Gertruijt Weijens, gewezen echtpaar, een jaarlijkse rente van 7 gulden staande op panden afgekomen van Frans Luijten, gelegen in Schulen. Nu zijn deze goederen eigendom van Petrus Plugers, die ze kocht. Het gaat om huis en hof gelegen in Schulen aan de pastorij. Ze heeft uit handen van Lenaert Van Swartenbroeck en Arnold Weijens, als mombers van de voorschreven wees, de som van 150 gulden Brabants Luijcx eens ontvangen. Ze stelt het weeskind hiermee in haar plaats en gerechtigheid van deze rente. Het geld komt van een rente van 125 gulden kapitaal die door Jan Lambrechts werd afgelegd. De overige 25 gulden komen uit ander geld van de wees.

Pontp. 7 – 10 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 7 -; samen 9 – 14 ½

 

1757, 28 augustus. P. 1168

Catharina Luijten voorschreven heeft opgedragen aan Lenaert Van Swartenbroeck een rente van 3 gulden jaarlijks zoals ze op panden van haar broer Jan Luijten trekt. Deze zijn in Reu onder Schuelen gelegen, genaamd “den Lochtentoght”. Het gaat om huis en hof. Deze rente werd er bij deling op gelegd, kapitaal 60 gulden Brabants Luijx. Verkocht voor 50 gulden Brabants Luijxe valuatie. Van Swartenbroeck kwam in deze rente ter gichte. Op 22 september 1757 werden de pontpenningen en hofrechten betaald.

1 – 17 ½; loss. 0 – 3 -; - 2 -; samen 2 – 2 – ½

 

1757, 28 augustus. P. 1168

Jan Lambrechts kwijt de panden van Lenaert Van Swartenbroeck en Jan Luijten. Hij heeft 50 gulden kapitaal ontvangen, jaarlijks 3 gulden 2 ½ stuivers rente. Pand en persoon worden van de last ontslagen. 1 – 17 ½; loss. 0 – 3 -; - 2 -; samen 2 – 2 1/2

 

1757, 28 augustus. P. 1169

Catharien Luijten, wonend in Schuelen, is een bejaarde (= meerderjarig) jonge dochter. Ze verkoopt aan Geerardt Maris, eveneens inwoner van Schulen, een perceel vrebroeck gelegen in Schuelen aan die Beckers Voort, genaamd “die Nieuw Linde”. Het grenst die Beckers Voort O., Balthus Lambrechts Z., Jan Luijten Spoije W., die Laeck N. Dit broek heeft ze verkregen van haar ouders na loting en deling tussen haar en haar zusters en broer. Verkocht voor 100 gulden Brabants Luijcx, voldaan in specie van 2 pruijse dobbel pistolen ieder aan 31 gulden, 4 dobbel fransche pistolen ieder volgens de evaluatie, de rest in zilvergeld. Het goed in kwestie is belast met 4 gulden 10 stuivers jaarlijks aan de weduwe van de heer advocaat Loijens van Hasselt en met 2 gulden jaarlijks aan de abdij van Herckenrode. Deze lasten zullen niet korten aan de koopsom, evenmin als cijns en gemene dorpslasten. Lijcoop 2 vanen bier, godtspenninck 3 stuivers, aan de koster …

Pontp. 10 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 2 -; sol. 14 augustus 1758 11 – 19 ½

 

1757, 06 oktober. P. 1170

De syndicus van deze jurisdictie heeft verklaard dat bij de realisatie op 5 mei laatstleden van een decreet van arrest op de onroerende goederen en het decreet executoir hiervan gegeven op 21 april laatstleden tot last van Dominicus Hermans, hij reëel recht had gekregen op de goederen van Hermans gelegen onder Schulen. Wegens achterstal in de betaling van wetskosten voor een som van 71 – 13 ¼. Deze som werd nu aan hem voldaan door de erentfesten heer advocaat G. Vossius, die hij in zijn plaats en gerechtigheid stelt tot last van de goederen van Dominicus Hermans.

 

1757, 06 oktober. P. 1174

Joannes Roosen legt aan de schepenen van de Loonse justitie van Lummen, en eveneens in hun functie als laten van Schelen Hoff, een akte neer beschreven door L. M. Hermans als notaris. De registratie ervan volgt.

Gicht 1 – 17 ½; pontp. 42 – 10 -; loss. 0 – 1 ½; registratie 2 – 10 -; samen 49 – 19 – Rest van lossinge 1 vat gerst 1 – 14-

Voor notaris Hermans residerend binnen de stad Herck verscheen Jan Beledt, inwoner van Schuelen, met zijn huisvrouw Marie Vantilt, die met lachende mond laudeert. Ze verkopen huis, hof, schuur, stallingen en booomgaard gelegen onder Schuelen omtrent die Hercker Molen, genaamd “het Voorste Hulken”. Het grenst de Groote ende Kleyne Herck, die Colck en des heeren straet. Verkocht aan Joannes Roosen, regerende burgemeester van de stad Herck, die koopt voor 850 gulden Brabants Luijcx eens. Koopsom werd betaald in specie van 11 dobbel fransche pistolen, 4 enkele pistolen, een spaense dobbel en een dobbel Luneborghs perdtien, 1 pistool de noijael, 1 fransche LL pistool, een guinee, een carolien, 3 halve en 1 verduguadin, de resterende som in specie van ducaten waaronder 12 stuks van vol gewicht. De verkochte goederen zijn belast met 16 gulden Brabants jaarlijks aan de erfgenamen van de advocaat Vlecken van Hasselt en met 20 gulden Brabants jaarlijks aan Hendrick van Quaethoven, zijn zwager. Nog met 2 gulden 10 stuivers Brabants aan de Armen van de stad Hasselt. Deze laatste last werd pas na hun deling bekend, zodat een helft moet tot last staan van zijn medeerfgenaam voorschreven. (Onduidelijk voor mij wie nu deze last moet dragen.) Het goed is bovendien belast met ongeveer 2 vierdel herberghskoren cijns en eventueel nog enkele andere kleine cijnzen aan de graaf de la Marck. Godtsgeldt 1 stuiver, lijcop 1 aem goed bier. Opgemaakt in het woonhuis van de notaris binnen Herck, genaamd “den Seyder”, in aanwezigheid van de getuigen de heer G. A. Lefraiture, scholtus van de stad Herck, en de heer C. A. B. Rubens. Solvit Roosen voor act en copije 3 – 0 – 0.

Van deze akte vinden we vervolgens een afschrift van secretaris Timmermans.P. 1182.

 

1757, 20 oktober. P. 1190

Condities waarop Bernardus Ceijssens, Matthijs Mentens en Anna Theunis weduwe van Vincent Ceijssens, uit kracht van het testament van haar man Vincent Ceijssens dat hier op 15 juli laatstleden geapprobeerd en geregistreerd werd, aan de meestbiedende een beemd zullen verkopen gelegen in Hoxelaer, palend O. Henric Van de Weijer, W. de erfgenamen van Peeter Gerts, Z. Elisabet, N. Aert Beckers. Verkoop met 3 à 4 zitdagen van 14 dagen tot 14 dagen. De laatste zitdag is te sluiten met brandende kaars en het uitgaan ervan. De beemd zal verkocht worden na voorgaande proclamaties van 14 dagen tot driemaal 14 dagen, te geschieden in Coorssel in “die Trompet”, met uitgaan van de brandende kaars. Het beemdeke is los en vrij op dorpsschattingen en grondcijns na. De kaarsbranding zal door de dienaar geproclameerd worden volgende zondag 5 weken en de kaarsbranding zal geschieden op 7 oktober 1757, waarna het goed zal worden toegewezen aan degene waarop de kaars uitgaat. Onmiddellijk na de kaarsbranding moet de gichte geschieden en dan dient ook de koopsom betaald te worden, met alle rechtsonkosten betreffende de verkoop er bovenop zoals gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, schrijfgeld van deze conditie en kopij ervan, roepgeld, godtsgelt aan de kerk van Coorssel 5 stuivers, lijcoop een vierdel bier. Iedere hoge geldt 2 gulden: 1 voor de hogers en 1 voor de verkopers. De verkopers mogen het goed laten aan een hoger, hoewel die persoon door en andere werd afgehoogd. Hiervoor moeten ze geen reden opgeven. De verkopers zullen de huur van dit jaar 1757 nog mogen optrekken, de kopers pas in 1758.

Op 25 augustus 1757 na behoorlijke affixie van billetten gedaan door ’s heeren dienaar Thomas Reijmen, werd de eerste zitdag gehouden in het huis van Maria Aerts weduwe van Jan Claes, genaamd “die Trompet”. De aanwezige schepenen waren J. H. Beckers en H. Van der Aa. Willem Witters bood 275 gulden Brabants Luijx en hiervoor kreeg hij van de verkopers de palmslag. Willem Witters verbeterde zijn koop met 15 hogen.

Op 22 september 1757, 3e zitdag, hoogde Jan Swerts Willem Witters af met 15 hogen.

Op 7 oktober 1757 werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen voor de schepenen en de koop viel bij het uitgaan van de kaars toe aan de laatste hoger of koper Jan Swerts. Vervolgens viel de koop toe aan Jan Claes.

Op 20 oktober 1757 lieten de verkopers Jan Claes in deze beemd gichten.

10 – 0; 3 – 15 -; 1 – 10 -; 1 – 10; samen maakt dit 16 – 15 pontpennningen; gicht 3 – 15 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 3 ¼; samen 22 – 10 ¾;

kaarsbranding 5 – 17 -; 5 – 12 ½; - 3 ¼; samen 11 – 12 ¾

 

1757, 20 oktober. P. 1194

Condities van 25 augustus waarop Bernard Ceijssens, Matthijs Mentens en Anna Theunis weduwe van Vincent Ceijssens publiek aan de meestbiedende zullen verkopen een driesje gelegen aan de Veurtensche schans, waarvan de wederhelft toebehoort aan Peter Henrix. Verkoop in 3 à 4 zitdagen van 14 tot 14 dagen, waarvan de laatste zal sluiten met de brandende kaars en het uitgaan ervan. De dries zal verkocht worden na voorgaande proclamatien van 14 tot driemaal 14 dagen, te geschieden in Coorssel in de Trompet. Het driesje is belast met 18 stuivers Brabants Luijcx jaarlijks aan de H. Geest van Beringen, met schattingen en heeren grondcijns. De kaarsbranding zal geproclameerd worden door de gerechtsdienaar volgende zondag over 5 weken en de kaarsbranding zal gebeuren op 7 oktober 1757. De gichte zal onmiddellijk na de kaarsbranding plaatshebben en de koopsom vermeerderd met alle onkosten betreffende de koop moeten dadelijk betaald worden. De kosten omvatten gichtgeld, pontgelt, kaarsbranding, schrijfgeld van deze conditie en de kopie ervan, roepgeld, godtsgelt aan de kerk van Coorssel 5 stuivers, lijcoop een vierdel bier.

Voor iedere hoge zal 2 gulden moeten betaald worden: 1 tot profijt van de verkoper en 1 tot profijt van de afhogers. De verkopers zullen de koop mogen laten aan een van de hogers hoewel hij afgehoogd werd door een ander en zijn bod wordt dan als definitief beschouwd. De verkopers zullen de huur van 1757 nog zelf optrekken.

Op 25 augustus, nadat op de laatste zondag door gerechtsdienaar Thomas Reijmen “behoorlijcke affictien van billetten” gedaan werd, werd de eerste zitdag gehouden in het huis van Maria Aerts weduwe van Jan Claes, genaamd die Trompet, in aanwezigheid van de schepenen J. H. Beckers en H. Van der Aa.

Dijmphna Van der Heijden bood 162 gulden Brabants Luijcx eens, waarvoor haar door de verkopers de palmslag werd vergund. Ze verbeterde haar koop met 5 hogen. Peeter Wouters hoogde haar af met 5 hogen.

Op 7 oktober 1757 werd de kaars voor de schepenen van Loons recht buiten vrijheid wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang verbleef de koop aan Peeter Wauters als laatste hoger.

5 – 0 -; 3 – 2 -; 1 – 0; samen pontpenningen 9 – 2 – gereserveerd tot onderzoek van de cijns

Gicht 3 – 15 -; 1 – 17 ½; kaarsbranding 5 – 17; geeft in totaal 11 – 9 ½

Deze condities werden voorgelegd op 20 oktober 1757. Anna Theunis, weduwe van Vincent Ceijssens, handelt uit kracht van het testament van haar man dat hier passeerde op 15 juli 1757. Ze verkopen de helft van de dries definitief aan Peeter Wouters, die erin gegicht wordt met recht.

 

1757, 20 oktober. P. 1198

Condities van 25 augustus waarop Bernard Ceijssens, Matthijs Mentens en Anna Theunis weduwe van Vincent Ceijssens publiek aan de meestbiedende zullen verkopen een schanshuis gelegen op de Veurtensche schans. De verkoop zal gebeuren met 3 à 4 zitdagen van 14 dagen tot 14 dagen, waarvan de laatste gesloten wordt met de kaarsbranding.

Het schanshuis zal verkocht worden na voorgaande proclamaties van 14 dagen tot 3 maal 14 dagen, te gebeuren in de Trompet in Coorssel, met uitgang van de brandende kaars. Dit schanshuis is onbelast. Aan te slaan vanaf half maart 1758. De kaarsbranding zal geproclameerd worden door de gerechtsdienaar op zondag over 5 weken en de kaarsbranding zal gebeuren op 7 oktober 1757. De gichte zal onmiddellijk na de kaarsbranding gebeuren en dan dienen ook alle onkosten betreffende de verkoop voldaan te worden. Godtsgelt 5 stuivers aan de kerk van Coorssel, lijcoop een veerdel bier. Hogen van 2 gulden: half voor de verkoper en half voor de hoger. De verkopers krijgen nog de huur voor 1757.

Nadat grechtsdienaar Thomas Reijmen op de laatste zondag de behoorlijke “affictien van billetten” gedaan had, werd de eerste zitdag gehouden in het huis van Marie Aerts, weduwe van Jans Claes, genaamd die Trompet. Aanwezige schepenen J. H. Beckers en H. Van der Aa. Dijmphna Vander Heijden bood 215 gulden Brabants Luijcx. Hiervoor werd haar de palmslag vergund en daarop verbeterde ze haar koop met 10 hogen.

Op 7 oktober 1757 werd de kaars wettelijk ontstoken en gebannen en bij de uitgang ervan verbleef de koop aan haar.

Op 20 oktober volgde de gichte. Blijkt dat Anna Theunis, weduwe van Vincent Ceijssens, handelde uit kracht van het testament van haar man dat hier passeerde op 15 juli 1757. Dijmphna Vander Heijden kwam ter gichte.

10 – 15; 1 – 0 -; geeft 11 – 15 pontpenningen; gicht 3 – 15 -; 1 – 17 ½; kersbranding 5 – 17 -; samen 11 – 9 1/2

 

1757, 03 november. P. 1203

Paulus Vrancken heeft uit handen van Jan Lambrechts de som van 150 gulden Brabants Luijcx ontvangen. Hiervoor zal hij een jaarlijkse rente gelden van 7 gulden en 2 stuivers 1 halve Brabants Luijcx, valdag voor het eerst op 3.11.1758. Terugbetaalbaar met dezelfde som en met rente naar verloop van tijd. Ontvangen in specie van 3 halve souverijnen, een guinee, ½ caroline, 5 Fransche pistolen en voor de rest in zilvergeld.

Pand: een perceel land, nu huis en hof, gelegen in Schuelen op den Abeel, de straat N., Lenaert Stessens O., het Langhvelt Z., Christien Vrancken W. Enkel belast met 1 – 10 jaarlijks aan Henric Vandeput, met s’ heeren cijns van de grond en gemeijne dorpslasten. Lambrechts kwam in de rente ter gichte.

Pontp. 7 – 10 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 7 ¼; samen 9 – 14 ¾ solvit p. P. Vrancken.

 

1757, 26 november. P. 1205

Jan Hermans van Berbrouck releveert het versterf dat hem is aangekomen na de dood van Marie Hermans, zijn “moeie” van de kant van zijn vader: de helft onverdeeld van een perceel land gelegen in Schuelen, genaamd “den Bosch”. Palend begijn Joors Z., Lenaert Fillici W., de edele heer de Libbotton N., Marie Vander Eijcken O.

1 – 17 ½; loss. 0 – 0 ½; samen 1- 18 -.

 

1757, 15 december. P. 1206

Jan Moons, wonend in Gestel, heeft, met instemming van zijn echtgenote Elisabeth Bervoets volgens stipulatie daarover gedaan in handen van secretaris Timmermans, uit handen van Catharina Maes, wonend in Viversel, op 17 november de som van 300 gulden Brabants Luijcx ontvangen in zilveren en gouden stukken. Jaarlijks zullen ze ervoor een rente van 15 gulden betalen met valdag op 17 november. Panden:

·        2 percelen land naast elkaar gelegen in Gestel, groot samen 5 vaten land, genaamd de Voorste en de Achterste Lang Streep, palend het Wijngaertsblock en de 5 sillen van Willem Bervoets O., Willem Houben en Aert Vanden Eedenwegh W., Jan Fredrix erfgenamen Z., die Veltstraet N. Allodiael goed. Belast met 600 gulden kapitaal aan Geerardt Bartels in Baelen en met 200 gulden kapitaal aan de heer pastoor Jesseren.

·        Een perceel land in Gestel genaamd “de Sille”, omtrent 2 sillen groot, Willem Houben O., Rombout Vaes W., de erfgenamen van Peter Kenens Z. en N. Chijnsroerich aan zijne excellentie.

·        Een perceel land in Gestel genaamd “het Bosch Veltien”, 3 halsters land groot, Gerardus Gijsens O., de erfgenamen De Weerdt van Diest W., de Driessche Boschen Z., de erfgenamen van sr. Pet. Kenens N. Vrij allodiael goed.

·        De helft in een perceel land in Gestel genaamd “t’ Molen Vetltien”, omtrent een halve halster land groot, de molendijk O., de wederhelft van Petrus Kenens W., de erfgenamen van sr. P. Kenens Z., die gemeijnten eussel van Pael N. Vrij en allodiael goed.

·        Een bempt in Gestel genaamd “den Vlieten”, 3 daghmael groot, st. Pet. Kenens O., het gemeijn Aelst W. en Z., Jan Keteleers N. Vrij en allodiael goed.

·        Een perceel bempt genaamd “t’ Steensel Brouck” in Gestel, ongeveer 2 daghmael, de erfgenamen sr. Pet. Kenens O., Jan Fredrix erfgenamen W., Jan Geerdts erfgenamen N., de vlootgracht Z. Cijns aan zijne excellentie.

·        De helft in een perceel land in Gestel genaamd “die Heije”, W. Willem Bervoets, Jan Geerts O. en Z., den Diepenbempt van Joannes Antonius Putt van Beringen N.

Al deze goederen zijn Moons toegevallen via deling gepasseerd voor notaris Joannes Antonius Put op 18 april 1757. Catharina Maes werd in deze rente van 15 gulden gegicht.

Pontp. 15 – 0 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 15; samen 17 – 12 ½

 

1757, 01 december. P. 1209

Peeter Cops draagt tot behoef van Hubertus Jans goederen op die in de bijgevoegde conditie beschreven staan. De koopsom werd voldaan.

Condities. Peeter Cops zal aan de meestbiedende een beemd verkopen die in Coursel gelegen is omtrent “den Heijpat”. Grenzend Jan Baptist Vande Wijer O., de weduwe van Henrick Van Postel W., Nicolaes Hermans en Jan Sroijen Z., Michiel Claes N. Deze beemd is belast met 15 stuivers jaarlijks in “den beneficieboeck” van Coursel. Verkopen nog een torfbempt omtrent “den Loosenbemptwijer” gelegen, Henrick Slegers O., Andries Sroijen W., d’Aldebeeck N., die gemeijn Heijde Z. De twee percelen zullen door gerechtdienaar Jan Bleux afzonderlijk worden omgeroepen en aan de meestbiedende worden toegeslagen bij eenmaal, andermaal, derdemaal. De goederen zullen geproclameerd worden op de gewone plaats door de gerechtsdienaar van 14 dagen tot 3x 14 dagen. Na de proclamatie zal op de eerstvolgende genachtendag voor de schepenen van Lummen de kaars ontstoken worden en op wie ze zal uitgaan, zal het goed bekomen. Iedereen mag zoveel hogen als hem belieft, met hogen van 2 gulden per keer: te verdelen tussen hoger en koper “naer auder usantie”. De koopsom moet op dag van gichten betaald worden en het erf kan aangeslagen worden half maart e.k. Goederen zijn niet belast boven cijns en dorpsschattingen. De eventuele koper van het broek aan het “Heypat” zal een ton bier lijcoop geven en die van het turfbroek een halve ton. Voor ieder perceel gaat er 5 stuivers godtsgelt naar de kerk van Coursel. Alle onkosten zijn voor de koper.

11.10.1757: de verkoopscondities werden publiek voorgelezen in het huis van Henrick Tielemans in Coursel, in aanwezigheid van Henrick Tielemans en Michiel Claes als getuigen. Hubertus Jans bood voor de turfbeemd 350 gulden. Hiervoor kreeg hij in aanwezigheid van de getuigen Henrick Slegers en Peeter Vaes de palmslag. Vervolgens verbeterde hij zijn koop met 60 hogen. Attestor J. Nulens, notaris.

De kaars werd in Koersel wettelijk ontstoken en gebannen op 18 november 1757 en bij de uitgang bleef de koop aan de voorschreven koper. Pontpenningen 20 – 10 -.

Kersbranding 5 – 17 -; 1 – 17 ½; loss. 0 – 1 -; registratie 1 – 15 -; samen 9 – 10 ½

 

1757, 02 december. P. 1213

De E.H. Joannes Conincx als pastoor van de stad Herck, releveert voor de pastorij de goederen en renten. Ze releveren:

·        Een rente 5 gulden jaarlijks op panden van Matthijs Jaers onder Schulen gelegen, die nu met 1 gulden betaald wordt.

·        Een beempt van een sille groot onder Schulen gelegen achter Guijlick, de Groote Herck W., Jan Lambrechts Z., de edele heer de Libotton cum suis O., die Cleijnherck N. Afgekomen van Willebrordus Hermans.

·        Een bos met een perceel land in Schulen gelegen omtrent de Hase Stucken, vulgo genaamd “Pape Bosken”, Jan Hoens N., Hubert Gobben O., die stege Z., “die Bloes” van Mattijs Jaers W.

·        Een perceel broek gelegen in Schulen, genaamd “den Galeas”, die Tep N., de twee Hercken W., de Laeck O., die Langhdoncken van Herman Vander Eijcken Z. Dit behoorde toe aan het beneficie Sancti Spiritus in de kerk van Herck, dat geincorporeerd is in de pastorij.

·        Een rente van 3 gulden 10 stuivers jaarlijks van de H. Geest op panden van Jan Maris bijeen gelegen onder Schulen tot Worpt, die stege O., burgemeester Arnold Wintmolders en de erfgenamen van Nicolai W., het kapittel Sancti Sulpitij in Diest N., de graaf van Rummen N., gelaten door wijlen de eerw. heer kanunnik Quoitback.

De E.H. pastoor kwam ter gichte en werd de nieuwe sterfelijke gichtdrager voor de pastorij.

NB. Schelenhoff niet gereleveerd.

3 – 15 –

 

1757, 15 december. P. 1215

Paulus Suws (Zeeuws) staat zijn tocht af van het kindsgedeelte van zijn zoon, tot behoef van zijn zoon Peeter Zeeuws. Deze mag het belasten met 200 gulden Brabants Luijxe valuatie eens. Peeter Suws werd in dit vruchtgebruik gegicht met recht.

1 – 17 1/2

 

1758, 12 januari. P. 1219

Andries Schroijen van Coorssel (Koersel) heeft uit handen van Jan Wellens, inwoner van Genebosch, een som van 50 gulden Brabants Luijxe valuatie ontvangen (voor een rente van 3 gulden jaarlijks) en een som van 225 gulden in afkwijting van het kapitaal van een rente van 13 gulden 10 stuivers, zoals hier zijn gegicht de ene op 5 juli 1617 en de andere op 8 september 1619. Wellens representeert hier bij koop Peeter Aerts en consorten volgens gichte van 20 oktober 1757.

Jan Wellens kwam in de kwijting ter gichte.

Quitt. 3 – 15 -; loss. 0 – 16 ½; samen 4 – 11 ½

 

1758, 09 februari. P. 1220

Gielis Gielis, Gielis Paesmans en Christiaen Coninx hebben, na voorgaand relief, tot behoef van Jan Cuepers een perceel land opgedragen dat in Schulen gelegen is, in de Manestraet. Het grenst het Groot Cornelis Velt van de heer Briers Z., Jan Lambrechts Cleijn Cornelis Velt O., den Fleuijter van Jan Colemons N., de Manestraet W. Voor 10 pattacons of 40 gulden Brabants Luijcx eens. 21 gulden werden betaald; de resterende koopsom moet binnen de 2 jaar worden neergeteld. Het goed is belast met 7 gulden 10 stuivers Brabants Luijcx jaarlijks aan Isabel Fleuren van Hasselt, met s’ heeren cijns en schattingen.

3 – 6 12/2

relief 3 – 15; 1 –1 -; - 1 -; samen 4 – 17

3 – 15 -; 1 – 17 ½; pontp. 3 – 1 -; loss. 0 – 1 -; samen 8 – 14 1/2

 

1758, 23 januari. P. 1221

Vincentius Magiels, inwoner van Coorsel, transporteert tot behoef van Jan Reijnders, koper, een perceel land gelegen aan de Bredonck in Coorsel, O. de erfgenamen van Jan Beckers, Z. Jan Witters, W. en N. s’ heeren aert. Verkocht voor 130 gulden Brabants Luijcx. Het gaat om los en vrij allodiael goed, zonder enige cijns. Het is enkel belast met dorpsschattingen: in iedere brief 7 stuivers. Lijcoop 5 gulden, godtspenninck 5 stuivers. De verkoper wil het schaarhout op het goed nog een keer kappen.

 

1758, 23 februari. P. 1226

Joan Roijers als man en momber van Maria Cornelia Lambrechts, voor zichzelf en voor Maria Lucia Kretens en haar dochter Catharina Cornelia Lambrechts, voor Anthonius Vanderstraeten als man en momber Maria Anna Lambrechts releveren door facteur Gillis als erfgenamen van wijlen Gisbertus Lambrechts en Catharina Baiwir, hun ouders en schoonouders zaliger. Ze releveren: de helft van een rente van 35 gulden erfelijk en onkwijtbaar, dus 17 – 10 -; de helft van een jaarlijkse rente van 16 gulden, dus 8 gulden. Deze 2 renten staan bepand op een perceel land gelegen in Schuelen, bebouwd met een schuur “den Wetsaert” genaamd, palend de straat W., sr. Guil. Roelants van Hasselt via evictie N., het Verbrant O., den Coenraert van Jaspar Vandereijcken of de vaart Z.

3 – 15 -; loss. 1 – 4 -; samen 4 – 19

 

1758, 23 februari. P. 1226

Leen. Voor stadhelder en leenmannen van zijne excellentie de hoogedele hooggeboren heer Louijs Engelbert grave vander Marck, vrijheer van het land Lummen, in zijn leenzaal daar verscheen Jan Roijers als man en momber van zijn echtgenote Maria Cornelia Lambrechts, die eveneens handelt voor Maria Lucia Kretens en haar dochter Catharina Cornelia Lambrechts, voor Anthonius Vanderstraeten momber van Maria Anna Lambrechts, allen kinderen van wijlen Gisbertus Lambrechts en Catharina Baiwir. Ze handelen via facteur Gillis en doen bekentenis aan de heer van Lummen voorschreven en releveren van hun lenen. Deze lenen zijn:

  1. een perceel land genaamd “Kerckevelt” onder Schulen gelegen, Herman Vandereijcken W., die stege N., Jan Fillici erfgenamen O., Peeter Plugers Z. Een half bonder groot. Gekocht van Willem Vos op 2 april 1735 en per abuis in het Loons geregistreerd.
  2. de helft van 35 gulden onkwijtbaar, 17 – 10 – dus, staande bepand op een perceel genaamd “den Coenraerdt”, onder Schuelen gelegen, palend Guilliam Vanderlochten O., die stege Z. en W., den Wetsaert of Vaerte N., toebehorend aan Jaspar Vandereijcken.
  3. de helft van een rente van 16 gulden jaarlijks, 8 gulden dus, bepand op de Coenraerdt voorschreven onder Schuelen gelegen.

Ze zullen de eed van trouw doen. Voor elk van deze lenen moet vervolgens, en respectievelijk, betaald worden:

Bekentenisse 3 – 18 -; boet 2 – 0 -; relieff 6 – 0 –

Bekentenisse 3 – 18 -; boet 2 – 0 -; relieff 6 – 0 –

Bekentenisse 3 – 18 -; boet 2 – 0 -; relieff 6 – 0 –. Zo komt het totaal op 35 – 14.

 

1758, 09 maart. P. 1227

Andries Wauters heeft verklaard dat hij uit handen van Marie Dimphna Reijnders van Coorssel een som van 100 gulden Brabants Luijxe valuatie ontvangen heeft. Hij zal haar daarvoor jaarlijks een intrest van 4 gulden betalen. Pand: perceel broek te Vuerten onder Coorssel gelegen, zoals beschreven staat in de gichte van 31 maart 1757, folio 300 verso.

Pontp. 5 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 4 -; samen 7 – 1 ½. Solvit rentgelder.

 

1758, 11 maart. P. 1229

E.H. Corthals, onderpastoor van de parochie Lummen, releveert voor joufr. Wilsens na de dood van haar ouders Arnold Wilsens een perceel land in Schulen op het Herle Veldt gelegen, vulgo genaamd Balthus Hoff”, de straat Z., Jan Lambrechts en Barbra Cox W., Joannes Gielis N., dezelfde of de straat O.

 3 – 15 -; boet 1 – 1 -; loss. 0 – 1 -; samen 4 – 17 –

 

1758, 14 maart. P. 1231

Jan Coomans, Mattheus Schurmans en Jan Lambrechts als man en momber van Petronel Schurmans releveren na de dood van Jan Jacops, hun oom, en Elisabet Busvels, beiden overleden. Betreft een perceel broek gelegen in Coorsel, de erfgenamen van Joris Van Eubbel O., Jan Coomans Z., Machiel Meijen met een perceel broek genaamd “de Eght” W. en schepen Jan Reijnders N.; een perceel land gelegen in den Dijck in Coorsel, ’s heeren straet O., Machiel Meijen N. en Z., de pastoor van Coorsel W. Cijns 1 oort.

 

1758, 22 maart. P. 1233

Hendericus Beckers, als man en momber van Helena Lekens, Jan Lambrechts van Beverlo als man en momber van Maria Lekens releveren na de dood van Jaspar Lekens en Liesabet Buesfels een perceel broek in het Oversel gelegen, Servaes Vanseer O. en N. de beek, W. Toisain van Herck of “dat Beijl” naast Peter Siaes beide W., Z. den Loesbemtwijer of s’heeren aert.

 

1758, 27 maart. P. 1235

Meier Nicolas Josephus de Borman en sr. Henricus Deodatus Thielens verkopen aan Petrus Matthias de la Croix, de meier voorschreven voor de helft en Thielens voor een achtste deel, onverdeeld:

·        een vijver gelegen in Schalbroeck omtrent die Sloots, die heijde O., Cartuijsers vijver Z., de Slots W., de straat N.

·        een visserij onder Schulen, aan weerszijden van den Molenwegh

·        een vijver omtrent Reckhoven gelegen, genaamd Lazarus Vijver

Hierin behoren de resterende delen aan de koper. Verkocht voor 170 gulden Brabants Luijcx eens. Het gaat telkens om vrij en onbelast goed zonder uitgaande lasten boven heerlijke cijns. De la Croix kwam in de respectievelijke delen ter gichte.

Pontp. ad ratam 1 – 17 ½

2 gichten 3 – 15-

 

1758, 05 april. P. 1237

Keur coelinge Arnold Strampers.

Mattijs Strampers heeft in naam van zijn moeder Elisabeth Wintmolders “gecoelt den cuer vervallen naer doodt Arnold Strampers”, zijn vader, die staat aan huis en hof gelegen in Schuelen in de Neerstraet. Het grenst deze straat N., Jan Lambreghts Z., Jan Lambrechts W. Hij heeft, mits gratie, de som van 18 gulden betaald. Als cuerman werd Mattijs Strampers voorschreven gesteld.

 

1758, 07 april. P. 1238

Marten Persoons, geassisteerd door zijn echtgenote Anna Marie Maris weduwe van Henric Huveneers, hebben het vruchtgebruik afgestaan van de helft van een perceel bempt onder Schuelen op den Molenwegh gelegen. Hiervan heeft Peeter Meeuis nomine uxoris de wederhelft. Het grenst de Molenwegh O., Jan Lambrechts Z., jof. Barbara Cox W. de wederhelft. Verder staan ze nog de tocht af van een perceel land genaamd “den Mothof”, in Schuelen aan de Bijnen gelegen, palend de stege O., Cleersneijers van Donck Z., Jan Luijten W., Jeroen Grouls N. Tot behoef van Peeter Meeuis, die accepteert voor 100 gulden Brabants Luijcx. Het goed is belast met 1 gulden jaarlijks aan de kerk van Schulen en verder met heerlijke cijns van de grond. Persoons mag op het perceel genaamd “den Fluijter”, dat hij in tocht bezit, 3 bomen kappen en de resterende bomen mag Peeter Meeuis kappen.

1-     17 ½

 

1758, 07 april. P. 1238

Peeter Meeuis, geassisteerd door zijn echtgenote Anna Huveneers, hebben uit handen van de E.H. Timmermans, rentmeester van de adelijke abdij van Herckenrode, de som van 100 gulden Brabants Luijcx ontvangen. Timmermans beheert het geld van de fundatie van de legaatmissen van wijlen de edele joufr. Joseph d’Ittre de Castre, die religieuze is geweest in de adelijke abdij. Het geld komt van een kapitaal dat hier op 22 september 1757 gekweten werd. Jaarlijks zullen ze een rente van 3 gulden 10 stuivers betalen, met valdag op 7 april. De leners moeten alle kosten dragen die rijzen bij aanvang en afsluiten van de lening. Pand: een weide op den Molenwegh onder Schuelen gelegen. Peeter heeft van deze weide vandaag het vruchtgebruik gekregen dat aan Marten Persoons en zijn huisvrouw Marie Maris, tevoren weduwe van Jan Huveneers broer van Anna voorschreven, toebehoorde voor de helft. Nu behoort de beemd hem volledig toe. Die paalt den Molenwegh O., Jan Lambrechts Z., jof. Barbara Cox weduwe van de heer advocaat Loijens W., de Laeck N. Nog als pand: een perceel land gelegen in Schulen, genaamd “den Mothoff”, grenzend die stege O., Cleersnijers van Donck Z., Jan Luijten W., Jeroen Grouls N. De goederen zijn belast met 1 gulden jaarlijks aan de kerk van Schulen, met heerlijke grondcijns en schattingen. Deze rente is een supplement voor 5 jaarlijkse missen gefundeerd in de kerk van de adelijke abdij van Herkenrode, te celebreren door de 2de heer of priester. Deze missen moeten gecelebreerd worden: de eerste op 9 dagen voor of na nieuwjaar, “niet belet wesende”, de tweede op de sterfdag van de joufr. voorschreven voor een jaargetijde voor haar en haar weldoeners ter eeuwiger dagen te celebreren in dezelfde kerk aan het hoogaltaar.

1 – 17 ½; 5 – 0 pontp.; 0 – 3 ½; samen 7 – 1; Solvit de rentgelder.

 

1758, 20 april. 1239

Lenaert van Swartenbroeck, inwoner van Schulen, heeft de “cuer gekoelt” voor de kinderen van Jan Fillici en Helena Van Swartenbroeck, staande aan huis en winninge in Reu onder Schuelen. Jan en zijn vrouw hadden het “in erff aengenomen” van het zusterklooster van Hasselt. Paulus Loijens is er als laatste ceurman uitgestorven. Als nieuwe keurman werd Jan Fillici, zoon van het voorschreven echtpaar, gesteld. Hij is 8 jaar oud. Ze betalen ervoor 8 pattacons.

3 – 15 -

 

1758, 20 april. P. 1240

Jan Reijnders, wonend in Coorssel, verkoopt aan Louijs Lekens, inwoner van Coorssel, een perceel land gelegen op het Grootvelt onder Coorssel achter “den Assch Bergh”, palend Louijs Leken, koper, W., Geerardt Achden van Loock (Laak?) N., Henrick Reijnders O., Michiel Meijen Z. Voor 50 gulden, 3 zakken koren en een wagen hooi, zoveel als hij zal kunnen laden. Het goed is belast met 100 gulden kapitaal aan de armen van Coorssel, niet kortend aan de koopsom. Het gaat om vrij en allodiaal goed, met enkel gemeijne dorpslasten te betalen. Lijcoop een half ton bier, goidtspenninck 5 stuivers aan de kerk van Coorssel.

1 – 17 ½

Op 22 maart 1759 bekent Louijs Lekens de naderschap aan Henric Reijnders. Lekens kreeg zijn geld, zijn hooi en koren terug. Henric kwam ter gichte. 1 – 17 ½

 

1758, 20 april. P. 1241

Herman Vander Eijcken, met instemming van zijn echtgenote Marie Bams, legt een notariële akte neer beschreven door notaris Dion. de Winghe op 12 oktober 1756. Het betreft een rente van 12 gulden jaarlijks, kapitaal 300 gulden Brabants Luijxe valuatie, tot behoef van Marie Thoelen weduwe van Hubert Vaes. De akte wordt geregistreerd.

Pontp. 15 – 0 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 12 -; registratie 1 – 10 -; copije 1 – 10 -; samen 20 – 9 ½. Solvit rentgelder 11 oktober 1759.

Op 12 oktober 1756 verscheen bij de notaris, die in Hasselt resideerde, Herman Vander Eijcken inwoner van Schuelen. Deze zal zijn echtgenote de volgende overeenkomst laten ratificeren. Herman draagt een rente op van 12 gulden Brabants jaarlijks, die hij stelt op zijn winning gelegen aan de Poterijebruggen onder Schuelen gelegen, met de hof daarachter, met de boomgaard, het hofke en het moeshofke, een bonder groot. Palend de Erffstege Z., de edele heer de Libotton W., de representanten van Ida van Veulen O., de Herck N. Nog 3 stukjes land, afgekomen van begijn Ida Cuijx: een perceel genaamd “de Herck”, groot 3 vat, palend de edele heer de Libotton met zijn bempt W. en N., de boomgaerd Z.; het Marcelis Bloocksken, groot 3 vat, de Herck W., O. en N. Jaspar Vander Eijcken nomine uxoris, de representanten van Ida Van Veulen Z.; den Hooghe Berghbosch, 3 vat groot, palend mevr. van Heusch O., Gaspar Vander Eijcken momber uxoris N., de representanten van Ida Van Veulen W., de Erffstege Z.

Nog op een schaarbos van 2 vat saijens groot, palend den Craijenpoelbosch O., jof. Hermans W., Joannes Hansen Z. en N., Abraham de Laet N. Belast met 28 gulden jaarlijks aan de heer Van de Put van Hasselt, met 6 gulden 10 stuivers jaarlijks uit een grotere rente van 28 gulden aan het begijnhof van Hasselt, met 1 gulden 15 stuivers in een grotere rente van 7 gulden aan de heren Depotesta van Luik, met 7 gulden 15 stuivers aan andere personen.

Ze dragen de rente van 12 gulden jaarlijks op tot behoef van Marie Thoelen weduwe van Hubertus Vaes, in wiens naam de eerwaarde heer Petrus Hannoset accepteert. Voor 300 gulden die betaald werden in 26 ducaeten, 1 gignie en een son pistool, alle zwaar van gewicht, en verder in goede gouden en zilveren munten. Getuigen: Joris Roelants en Paulus Thielens.

Hierbij zit een klein blaadje p. 1165 met volgende tekst.

Nota dat de regenoten van de panden in de voorstaande acte gespecificeerd zijn:

Die winninge aan de poterijbrugge met de hof daar achter, met de boomgaard, het hofke en het moeshofke. Een bonder groot. Palend de Erffstege N., de bempt van de edele heer de Libotton genaamd Cremers Hoff W., Ida van Veulen en Willem Van de Put O., een perceel land genaamd “die Herck”, eigen erf, Z.

Een perceel land genaamd “die Herck”, afgekomen van Ida Cuijx, groot 3 vat, palend de bempt van de edele heer de Libotton genaamd Cremers Hoff W., Herman Vander Eijcken N., de boomgaerd of moeshof Z., eigen erf O.

Marcelis Bleuxken, groot 3 vat, Jaspar Vander Eijcken O., Jan Stappers weduwe Z. en W., Willem vande Put van Hasselt en eigen erf N.

Den Hoogen Berghbosch, 3 vat groot, palend mevr. Heusch O., Jaspart Vander Eijcken Z., Willem Vande Put van Hasselt W., de stege N.

Een schaarbos van 2 vat groot, palend den Craijenpoelbosch van Jan Lambrechts cum suis Z., jof. Loijens en een zekere leertouwer of huidevetter van Hasselt O., jof. Hermans W., die Drieschen Bosschen van Hanson N.

 

Bundel 21

 

1758, 02 juni. P. 1259

Arnoldus Wintmolders heeft gereleveerd een perceel broek gelegen in Worpt onder Schulen, jof. Nicolaij N., Jan Maris bij aanneming van de h. Geest van Herck O., de heer Briers Z., de Herck W.; nog een rente van 7 gulden 10 stuivers jaarlijks staande aan panden van Jan Opree in Schulen, afkomend van Joris Vogels. Deze goederen komen hem aan na dood van Arnold Wintmolders x Christina Lina, zijn ouders zaliger.

3 – 15 -; 1 – 0-; loss. 0 – 7 ½; samen 10 – 0 -; conde 0 – 2 –

 

1758, 13 juli. P. 1265

Relieff Peeter Tielemans erfgenamen.

Henderick Tielemans, Peeter, Joeris, Maegiel Claes als man en momber van Catrien Tielemans, Peter Kopts (Cops) als man en momber van Maeria Tielemans releveren na de dood van hun ouders Peeter Tielemans en Maeria Sceppers (Schepers) een perceel land onder Vorten gelegen omtrent den Eert Weg, O. de pastoor van Coirsel, W. Caesper Reijnders, N. Joannes Tielens, Z. sheeren aert. Cijns 2 vaten evie.

 

1758, 12 mei. P. 1267

Henderick Peters, inwoner van Koersel, verklaart van Cathrien Paels, met overstaan van haar momber Jan Reijnders, de som van 100 gulden ontvangen te hebben als kapitaal voor een rente van 5 gulden jaarlijks. Pand: een perceel broek in Coorsel gelegen, genaamd “het Uijtermanneken”, O. Peter Sues, W. Jan Knap, Z. Jan Jaecops, N. de eerwaarde heer Smets van Mueven. Peters doet “waranscap” voor een goede jaarlijkse betaling vanaf 12 mei 1759. Catharina Paels kwam ter gichte.

Pontp. 5 – 0; 1 – 17 ½; loss. 0 – 5; samen 7 – 2 ½

 

1758, 27 mei. P. 1269

Mattues Scuermans van Schuelen heeft ontvangen en daarna opgedragen aan Jan Coemans een derdedeel van een broek genaamd “den Gieles Bemt”, O. de kinderen of de weduwe van Joeris Van Ubbel, W. Maeghiel Meijen, N. Jan Reijnders schepen, Z. Jan Coemans koper. Voor 50 gulden eens. Enkel belast met heren cijns en dorpsschattingen, godspenninck 1 stuiver, lijckop 1 gulden. Jan Coumans kwam ter gichte.

Pontp. 2 – 10 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 0 ¼; samen 4 – 7 ¾

 

1758, 15 juni. P. 1269

Jan Lambrechts, met laudatie van zijn echtgenote Petronella Schuermans, draagt tot behoef van Jan Coemans zijn deel van het voorschreven perceel broek op voor 50 gulden eens.

Pontp. 2 – 10 -; gicht 1 – 17 ½; loss. 0 – 0 ¼

 

1758, 03 augustus. P. 1271

De syndicus van deze justitie legt een afschrift voor van de rollen van het land van Lummen Loons recht buiten vrijheid van 20, 27 juli en 3 augustus laatstleden. Het betreft een “decreet executoir” dat door de schepenen gegeven werd tot last van Christien Vrancken in haar zaak zoals ze is sustinerende als gedaagde, gelibelleerde tegen Jan Drueghmans als aanlegger libellant begonnen op 23 februari 1758 tot 27 juli. Het decreet van 3 augustus houdt het executoriael in tot last van de gelibelleerde wegens foutbetaling van de openstaande wetskosten ten belope van 152 – 5 ½. Hij verzoekt de realisatie van het decreet op de goederen van Christien voorschreven: een perceel land in Schuelen in het midden van de hof gelegen, omtrent den Abeel. Palend Francis Vrancken W., Paulus Vrancken O., Lambert Vrancken Z., sheeren straet N. Het behoort aan Christien toe uit hoofde van haar ouders en is haar ten deel gevallen volgens deling van 29 november 1755. Schepenen realiseren het act en wijzen het ter register.

Op een volgende half blaadje p. 1273 vinden we het extract, dat ondertekend werd door Eustachius Timmermans, als secretaris. Blijkt dat beide partijen openstaande gerechtskosten hebben.

 

1758, 09 augustus. P. 1279

Jan Mullens als momber, volgens hierover verworven octrooi, en naast Joannes Hubertus Convents, medemomber, verkochten een bempt volgens bijgaande condities. Ze kregen de koopsom uitbetaald en Peeter Francis Convents werd erin gegicht met recht.

Kaarsbranding 5 – 17 -; gicht 3 – 15 -; reg. conde 2 – 10 -; registratie octrooi 1 – 10 -; samen 13 – 12

Condities.

Anna Mullens weduwe van Ludovicus Convents, geassisteerd door Arnoldus Mullens, in naam van haar oudste broer Jan Mullens, en de notaris J.H. Convents, ondergeschreven, uit kracht van testament en octrooi verleend door de heren schepenen van het land Vogelsanck zullen op heden 28 juni 1758 een bempt te koop stellen gelegen in de Butsaerden onder Coorsel, groot omtrent 2 daghmaelen. Palend O. de erfgenamen heer Beckers van Beringen, W. Brigida Didden, Z. de weduwe Jan Reijnders, N. de erfgenamen van Hubertus van Herck. De verkoopster reserveert het schaarhout voor haar, met uitzondering van de haag aan de oosterzijde, en een eikenboom staande noordwaarts. Niet belast boven cijns en dorpsschattingen. Proclamatie van 14 dagen tot driemaal 14 dagen door de gerechtsdienaar op de gewone plaats. Na deze 3 publicaties zal de kaars op de volgende genachte ontstoken worden en zal de gichte op de laatste hoger passeren. Betalen op dag van gichten. Aanvaarden half maart 1759 en zal dit jaar de broekhuur profiteren: 5 pattacons.

Degene die de palmslag ontvangt, mag zoveel hogen stellen als hem belieft voor een ander mag hogen. Hogen van 2 gulden, te verdelen tussen verkoper en hoger. De verkoopsonkosten, 2 gulden voor de copije, roepgeld, godsgeld aan de kerk van Coorsel 5 stuivers, lijckoop een ton bier ten huize van Jan Knaep te consumeren, zullen door de koper op dag van gichten moeten betaald worden.

Gerechtdienaar Jan Bleux heeft het volk samengeroepen in het huis van Jan Knaep in Coorsel, in de kamer. De notaris las de condities voor. Getuigen waren Gaspar Tielens en Joseph Wendelen. Peeter Francis Convents bood 750 gulden Brabants Luijxe valuatie en kreeg de palmslag. Getuigen: schepen Jan Reijnders en Joseph Wendelen. De koper verbeterde zijn koop met 15 hogen. Op 12 juli 1758 tweede koopdag, zelfde plaats. Getuigen: E.H. Gaspar Smeets en sr. Henricus Noops. Dezelfde koper verbeterde zijn koop nog met 15 hogen. Getuigen: Paulus Van Postel en Dimphna Vander Heijden.

Op 27 juni 1758 had de derde zitdag plaats ten huize van Jan Knaep en in aanwezigheid van Henricus Noops en Jan Bleux. Geen bod. Op dezelfde dag bood Gaspar Tielens en hoogde de originele koper af met 15 hogen. Getuigen: Henricus Noops en Jan Bleux.

Op 9 augustus werd de kaars ontstoken. Schepen Rijnders hoogde af met 5 hogen. Peeter Francis Convents hoogde af met 1 hoge. Hierop ging de kaars uit en verbleef de koop aan hem. Vervolgens werd Peeter Francis Convents in dit goed gegicht met recht. Het zijn Jan Mullens als momber van het octrooi en Joannes Hubertus Convents, als medemomber, die verklaren dat ze de koopsom ontvangen hebben.

In de marge: allodiael.

Kersbranden: 5 – 17 -; gicht 3 – 15 -; reg. cond. 2 – 10 -; registratie octroije 1 – 10 -; samen 13 – 12 –

Extract uit het schepenregister van Zolder (Zolre), p. 2003. 19.06.1758.

Anna Mullens weduwe van Lowies Convents is geassisteerd door haar oudste broer Jan Mullens en haar zwager J. Hub. Convents. Haar man heeft op 10.02.1758 voor de E.H. G. Nicolaij, primissarius in Zolder, aan haar in zijn testament tot schuldbehoef en opvoeding van de kinderen gemaakt al zijn goederen op voorwaarde dat zij niet opnieuw in het huwelijk treedt. Door bouwen en wegens lange ziekte van haar man zijn er veel schulden: 1232 gulden. Er zijn 5 kinderen. Ze wil van de goederen die ze in vruchtgebruik heeft graag een bempt verkopen die gelegen is in Coursel, genaamd “die Butzarden”, ongeveer 2 dagmael groot. Hij grenst de exponente 1), de weduwe Jan Reijnders 2), de heer Beckers 3). De schulden werden voorgelegd. De schepenen geven permissie om te verkopen met kaarsbranding.

Getekend: H. Lekens, secretaris.

 

1758, 10 augustus. P. 1291

Procureur Gillis legt, uit kracht van generale constitutie - per ingesloten missive aan schepen Timmermans van Lummen, gedateerd op 10 augustus in Hasselt, p. 1293 - een notariële akte neer beschreven op 23 juni 1758 door notaris Joannes P. Vos van Hasselt. De schepenen laten ze registreren.

Christina Vrancken, wonend in Schuelen, is genoodzaakt om voor de Loonse justitie van Lummen tegen Jan Drueghmans te sustineren een “swaer dispendieus ende summair proces” in hetwelk haar facteur de notaris Gillis al veel geld voorgeschoten heeft. Om deze reden draagt ze hem een perceel land op gelegen in Schuelen, 2 vat zaaiens groot, gelegen in ’t Vossen Veldt, grenzend haar twee broers Paulus en Francis Vrancken. Opgemaakt in het huis van de notaris in Hasselt, in de Maastrichterstraat geheten den Witten Haes, in aanwezigheid van de getuigen Marie Ida Pelmarts en Marie Joseph Gillis.

 

1758, 04 september. P. 1297

Relief na het overlijden van Cristien Mentens halfzuster van Marie Helena Coumvens (Convents): huis en hof in Stael onder Coersel, O. en W. heeren straet, N. Henderick Smets, Z. de erfgenamen Henderick Gerts.

1 – 17 ½; loss. 0 – 2 ½

 

1758, 05 september. P. 1305

Leen en in Schelenhoff.

Procureur Van Cauwenberghe legt, uit kracht van generale constitutie, een akte p. 1219 neer voor de stadhelder en de leenmannen van de leenzaal van zijne excellentie de “hoogh edel geboren Heere Louijs Engelbert Grave Vandermaerck ende van Schleijen etc. in sijne vrijheerelijckheijt ende baronie des landts Lummen”, beschreven door notaris J. Gillent op 22 mei 1755. Het gaat om het verkrijgen van een derde part in de winning en goederen van Guijlick, met haar appenditien en met de straten eraan onder Schulen gelegen. Deze goederen zijn hiervoor in het relief van de edele heer Nicolaus Josephus de Libotton heer van Cleijn Stevoort gespecificeerd en staan hierna geregistreerd. Hij verzoekt realisatie en gebruikt het octrooi dat verleend werd op 5 september, ook hierna geregistreerd.

De heer Nicolas Joseph de Libotton heeft geruild met de heer Jean Henry Charle Le Prince en zijn zuster mademoiselle Marie Rose Le Prince 1/3 deel van de goederen genaamd “Geulique”, gelegen onder Schulen, en voor een deel ressorterend onder “la cour feodale” van de heer van Lummen als “libre seigneur du pais de Lummen”. Dit werd beschreven in een akte van notaris J. Gillet op 22 mei 1755. Hij verzoekt octrooi hiervoor.

Deze akte wordt ook voorgelegd op dezelfde datum voor de schepenen van Loons recht van Lummen als laten van Schelen Hoff omdat bij deze ruiling een bempt betrokken is die gelegen is onder het laethof. Deze bempt, genaamd Sint Jans Bempt of vulgo die Peertswijde of bempt, paalt die Cleijnherck O. en N.

Akte 22 mei 1755. Jean Henry Charles Leprince, licentiaat in de rechten, en zijn zuster Marie Rose Le Prince zijn kinderen van madame Le Prince, 1e partij. Ze wonen in Jodoigne en ruilen goederen met Nicolas Joseph de Libotton, heer van “Steenvort”, 2e partij, in wiens plaats de Arnould Meyers, priester, handelt. De eerste partij geeft de goederen die ze bekomen hebben via akte van dezelfde notaris gedateerd op 3 juni 1745, namelijk goederen gesitueerd “an Geulicq” en omstreken in de Luikse kempen onder de jurisdictie van Schulen. Het is belast met een derde van 10 “esquelins” jaarlijks. De 2e partij van zijn kant geeft aan de eerste 4 bonders weide gelegen onder de jurisdictie van Hasselt in Goetsken, grenzend aan de Demer, aan de dames van Herkenrode. Zonder lasten. Opgemaakt in Jodoigne in aanwezigheid van de getuigen Jean Charles Moreau, priester, en Francis Joseph du Triffoij, eveneens priester.

 

Procureur L. Gillis schreef op 11 januari 1759 een brief, p. 1307, naar secretaris Timmermans van Lummen. Hij bezorgde hem 25 gulden 10 stuivers voor de zusters van het H. Graf en verzocht er kwitantie van. Hij zegt te twijfelen of er moet gereleveerd worden vermits de religieuze Van Uijttrecht nog gezond is. Op deze brief werden de bovenstaande registraties aangebracht.

 

1758, 09 september. P. 1311

Jan Beckers releveert, uit kracht van testament, de goederen die aan hem gelaten werden door Christien Mentens: een schaarbos in Caestel onder Stael, palend O. en N. Maria Eeijgen, W. Daeniel Slangen, Z. de erfgenamen van Siemon Beckers.

 

1758, 09 september. P. 1311

Catharina Matttijs weduwe Marcus Huskin verkoopt aan Jan Lambrechts wonend in Schuelen de helft van een perceel bempt of weide onverdeeld onder Schuelen gelegen. De gehele bempt paalt de Molenwegh O., Sint Barbara autaer van Lummen Z., Jan Spex en het Guijlicker Broeck W., Martinus Schodts en secretaris Timmermans N. Voor 200 gulden Brabants Luijxe valuatie eens, lijcoop 4 gulden, goidtspenninck 1 stuiver.

1 – 17 ½; loss. 0 ½; samen 1 – 18

 

1758, 20 september. P. 1313

Jan Munters, als geautoriseerde via testament van Christien Mentens gepasseerd voor de onderpastoor van Koersel F. W. Adenaw op 25 juni 1758, voor het celebreren van de zielemissen heeft, na voorgaand kerkengebod, in zijn huis aan de meestbiedende verkocht: een perceel hooibeemd gelegen in Stall, genaamd “die Sterten”, O. en Z. Henr. Van Postel erf, Jaspar Tielens W., N. Henricus Beckers schepen. Verkocht aan Joannes Henricus Beckers voor 200 gulden Brabants Luijcx, goidtspenninck 5 stuivers, lijcoop 13 vaenen bier, roepgelt 15 stuivers. Enkel cijns en dorpslasten te betalen.

Pontpenningen 10 – 0 –

 

1758, 06 oktober. P. 1315

Petrus Nicolaij, in de naam van de kinderen van Anna Elisabeth Nicolaij verwekt met Henricus Geerts, releveert een bempt grenzend O. de erfgenamen Aert Van Ubbel, W. het klooster van Sichem, N. Peeter Geerts, Z. de Maelbeeck, onder Coursel gelegen. Deze beemd werd aan de kinderen gelaten via het testament van Christina Mentens zaliger.

3 relieven (3 x 1 – 16 = 5 – 8; 3 x 15 = 2 – 5) Dobbelen ceyns 5 stuivers.

 

1758, 30 november. P. 1320

Jan Molders, voor zichzelf en voor Jan Schepers die gehuwd is geweest met Dymphna Molders, heeft verzocht om te releveren na de dood van hun ouders Gielis Molders en Marie Reijnders. Gilis Molders is er onlangs als tochtenaar uitgestorven. Het gaat om de helft van een perceel land genaamd “de Groote Heije” in den Muggenhoeck gelegen, Marie Reunekens (?) weduwe van Jan Reijnders O., Gielis Molders N., de gemeijnte heije van Lummen Z. en W.; een perceel land daar gelegen, genaamd “die Cleijn Heije”, palend Swijsens erfgenamen W., Pet. Jacobs O., die heije of gemeijnte Z., de heeren van Loije N.

3 – 15 –

Hoort de volgende opsomming van percelen hier ook bij? In de marge staat: Peter Molders

Een perceel gemeijn broek op het Fraisebroeck onder Schulen gelegen, 2 sillen groot, palend mevr. Heusch O., Peeter Nijs, Anna Jans en Jan Pouwls Cuijpers Bempt Z., Henric Vannuffel weduwe W., meier de Borman N. Nog een perceel broek op het Lummens Broeck, genaamd “die Vijff Eijcken”, groot een sille, palend Jan Vanuijttrecht en Pet. Lemmens Z., Renier Le Claire W., de vlootgracht N., meider de Borman O. Een perceel gemeijn broek daar gelegen achter die Worfve Buijst op d’Oirselen, 2 sillen groot, palend den Deijck oft Snee Z., L. Vandermaesen O., Jan Biessemans W., Wijn. Janssens en het klooster van Zichem N.

 

1758, 30 november. P. 1321

Registratie van een handschrift. Op 03.04.1758 bekent Marie Stappers, achtergelaten dochter van Francis Stappers en Helena Vos, beiden zaliger, dat ze de som van 141 gulden ontvangen heeft uit handen van de heer de Libotton van de verkoop van een bampt gelegen in die Guylicker Bempden, 3 sillen groot. Deze zijn eigendom geweest van burgemeester Van Quaethoven van Wuestherck. De hele beemd paalt de edele heer de Libotton O. en Z., Jan Lambrechts N., de Herck W. Swartenbroeckx (die was de oorspronkelijke koper) had de beemd gekocht met publieke conditie boven 2 gulden conditiegeld, 10 stuivers roepgeld voor de dienaar, 6 vanen lijckop en 2 stuivers godsgeld, boven de uitstaande lasten van 9 gulden jaarlijks aan Jan Opree nomine uxoris voor een kapitaal van 200 gulden eens. Getuigen: Herman Van der Eycken en Jan Vander Putte. Attestor Petrus Plughers, scribent.

Nota moet huis en hof in dit relief “geextendeert“ worden.

3 – 15 -; 1 – 1 -; samen 4 – 16

gicht 1 – 17 ½; pontp. (8 januari?) 7 – 1 -; samen 8 – 18 ½. Hierbij 4 – 16 opgeteld geeft 13 – 14 1/2

 

1758, 23 november. P. 1323

Lambertus van Quaethoven releveert voor zichzelf en voor Marie Agnes Van Quaethoven, Catharina Van Quaethoven en Marie Joseph van Quaethoven, met Dimpna Van Quaethoven voor Marie Catharien Gils dochter van Andries en van Marie Christien van Quaethoven, de goederen die hen zijn aangekomen na de dood van hun ouders en voorouders Theodorus Van Quaethoven en Dimphna Schuermans: de helft van een perceel broek in Schulen gelegen, in het geheel 3 sillen groot, onverdeeld met Marie Stapparts, palend de heer de Libotton Z., de Groote Herck W., de E.H. Kips O., Jan Lambrechts N.

3 – 15 -

 

1758, 30 november. P. 1323

Marie Stapparts, achtergelaten dochter van Francis Stappers en Helena Vos, releveert na het overlijden van haar ouders huis en hof in Schulen omtrent “den Abeel” gelegen. Palend de straat W., de heer de Schroots N., Jan Van Schoonbeeck Z.; de helft in een perceel maaibeemd, in het geheel 3 sillen groot. Deze paalt in zijn geheel de edele heer de Libotton O. en Z., Jan Lambrechts N., de Groote Herck W.

3 – 15 -; boet 1 – 1

 

1758, 30 november. P. 1324

Marie Stapparts voorschreven verkoopt aan de edele heer Nicolaus de Libotton heer van Cleijn Stevoort een beemd gelegen in die Guijlicker Bempden onder Schulen. Hij is 3 sillen groot en de wederhelft behoort toe aan de erfgenamen van Theodorus Van Quaethoven, palend de edele heer de Libotton Z., de eerwaarde heer Kips O., Jan Lambrechts N., de Groote Herck W. Belast met 9 gulden jaarlijks aan Jan Opree n.u., kapitaal 200 gulden. Verkocht voor 140 gulden Brabants Luijxe valuatie eens boven de jaarlijkse rente. Belast met cijns en schattingen. Lijcoop 6 vanen bier, conditiegeld en aan de dienaar 2 gulden 10 stuivers, godsgeld 2 stuivers. De Libotton kwam ter gichte.

 

1759, 07 januari. P. 1333

Arnold Vos en zijn broer Thileman Vos verkopen aan Lenaert Van Swartebroeck, inwoner van Schulen, een perceel broek gelegen op het gemeijn Ruerbroeck onder Schulen, een sille groot. Palend de edele heer baron Charle Vanderheijden de Blisia Z., W. en N., de kinderen van Hendrick Hermans en Christien Vrancken zaliger O. Voor 150 gulden Brabants Luijxe valuatie eens boven de uitgaande lasten. Deze lasten zijn: 1 gulden 15 stuivers jaarlijks aan baron Vanderheijden de Blisia heer van Lauije enz., met s’heerelijcken chijns en gemeijne dorpslasten. Goidtsgeldt 6 stuivers, lijcoop 6 vanen bier. Conditiegeld en roepgeld samen aan de dienaar 3 gulden 10 stuivers. Van Swartenbroeck kwam ter gichte.

3 – 15 -; pontp. 7 – 10 -; loss. 0 – 0 ¼; samen 11 – 5 1/4

 

Aangetroffen stukken, zonder relatie met andere.

1740, 12 februari. P. 1339

Verklaring aan de schepenen van Lummen ten Loons recht buiten vrijheid.

Henricus Vander AA, wonend in “den Peckpot” staand voor de poort van Beringen, is herbergier in deze herberg in Coorsel. Hij werd door gerechtsdienaar Paulus Erdtmans van justitiewegen gevraagd om een verklaring af te leggen. Hij verklaart dat hij ongeveer 30 jaar oud is en doet de eed in handen van de schepenen. Op 10 februari omstreeks 1 uur kwamen in zijn huis 9 personen binnen, waaronder enkele soldaten ten dienste van de Heeren Staeten van Hollant. Ze vroegen naar eten en drinken. Terwijl ze wachtten, raakten 2 mannen in een ruzie verwikkeld. Zoals hij naderhand vernomen heeft, heette de ene Thist Nijsmans en de andere Thist Claesens. Nijsmans zei tegen Claesens dat hij meer geld had dan Claesens en daarop vielen er tussen hen beiden harde woorden. Claesens is toen door de deur naar buiten gegaan en Thist Nijsmans is hem gevolgd. Deze laatste had zijn degen in de hand. Henricus huisvrouw nam de degen vast om hem tegen te houden, maar loste hem op aandringen van Henricus, voor ze zichzelf eraan bezeerde. Daarop zijn Henricus en zijn vrouw weer naar binnen gegaan en de twee mannen gingen naar de hof of de kegelbaan achter het huis. Er kwam iemand het huis in die zei dat er al een steek gegeven was. Daarop is de herbergier met de andere personen naar buiten gelopen en ze kwamen Thist Nijsmans tegen. Achter het huis vonden ze Thist Claesens en hij lag met zijn gezicht in de aarde. Op dat moment leefde hij nog, maar hij is wel kort daarna gestorven. Ondertekend door het handschrift van Henricus Vander Aa.

 

Verklaring van Arnoldus Van Geel, knecht bij Henricus Van der Aa in “den Peckpot”, 20 jaar oud, die gedaagd werd door schepen Reijnders. Hij deed de eed en verklaarde dat hij in de schuur van zijn meester Henricus Vander Aa aan het dorsen was in de namiddag. Er kwamen enkele personen naar de herberg, waaronder twee mannen in soldatenkleren. Als Arnold het huis van zijn meester binnenging, hoorde hij dat de ene, gekleed als soldaat, tegen een ander gekleed in burgerskleren harde woorden zei in het Latijn, die Arnold niet verstond. De man in soldatenkleren is naar buiten gegaan en de man in burgerkleren is hem gevolgd. Ze zijn beiden achter het huis gegaan naar de kegelsbaan en ze waren beiden met hun degens tegen elkaar. De man is soldatenkleren is gevallen op zijn aangezicht. Als Arnold daar kwam, zag hij dat de man dood was. De andere heeft hem zonder meer opgenomen. Handtekeninng van Arnold door middel van een kruis.

 

1755, 26 mei. P. 1351

De schepenen van het land Lummen ten Loons recht buiten vrijheid hebben zich begeven ten huize van Jan Cox, woonachtig binnen Schulen in die Herlle straet. Deze verklaarde onder eed dat hij op de dag voordien in de late namiddag ten huize van Claes Thijs binnen het dorp Berbroeck, een herberg, heeft gedronken. Toen was er ook Merten Coppens aanwezig, die werkt als dienstbode, en woont, bij de pachter van Lauije (Loye) onder Lummen en bovendien 2 knechten van Willem Bijnens in de Jode Straet onder Spalbeeck. Coppens heeft tegen Cox ruzie gezocht (“wo(o)rden hadde gemaeckt”) en dat hij daarop een pint, die hij in zijn hand had, heeft gesmeten op het hoofd van Cox. Daardoor verloor Cox veel bloed. De huisvrouw van Cox heeft toen getracht om hem naar huis te begeleiden. Coppens heeft hen gevolgd en aan Cox nog slagen uitgedeeld met een “schup” (spade) op zijn arm en ook aan de echtgenote. Toen Cox terug thuis was, bleek dat hij zich moest laten “administreren” omdat hij veel bloed was kwijtgeraakt. Jan Cox tekent dit document met een kruis.